Bijbelse diakenen (25-6-2023) Wat is een Bijbelse diaken?
Vorige week hebben we gezien wat God van Bijbelse oudsten vraagt. We hebben attributen, attitude en activiteiten gezien bij de oudste. Daarbij zagen we dat dit allemaal gebaseerd is op het feit dat we als christenen meer op Jezus Christus horen te gaan lijken.
- Vanochtend pakken we het op met diakenen en gaan we zien: wat is een Bijbelse diaken?
Vóór we naar de diakenen gaan kijken, wil ik nog kort terugkomen op een aantal dingen van afgelopen zondag. Ik kreeg een aantal goede vragen achteraf, die ik graag ook met jullie allemaal wil beantwoorden. Dat zal denk ik helpen om zaken juist te zien.
- Hoe past een ‘voorganger’ in het verhaal over de oudste? De voorganger is een oudste; alleen niet elke oudste is een voorganger. De voorganger moet een oudste zijn, om de taken die wij normaal bij voorgangers zien Bijbels uit te voeren.
- Het toezien op de gemeente, hoeden, voeden o.a. door onderwijs; dat is wat we bij een voorganger/dominee zien horen. Daarom hoort een voorganger/dominee ook een oudste te zijn.
- Doet elke oudste hetzelfde? Nee, oudsten zullen zeker een verschillende focus hebben. In Handelingen 15 zien we dat de oudsten samenkwamen en dat Petrus en Jakobus opstonden om hen toe te spreken. Zij waren blijkbaar leiders binnen de groep.
- Hun zorg was meer voor het onderwijs binnen de gemeente, terwijl de rest een andere focus had. Petrus was ook oudste, met een focus op de heidenen. Andere oudsten hadden hun focus op de Joden. God geeft focus zoals Hij dat wil.
1 Johannes 2:6 “Wie zegt in Hem te blijven, moet ook zelf zo wandelen als Hij gewandeld heeft.”
[/expand]Net als vorige week Romeinen 8:29, is dit de standaard voor diakenen. Net als de oudste, moet de diaken “wandelen als Hij gewandeld heeft”. De diaken moet geen dingen uit eigen wijsheid of kunnen doen, het gaat om wandelen zoals Hij, zoals Jezus; Hij is de standaard en het voorbeeld.
- In alles wie we als christenen zijn, in alles dat we doen, horen we als Jezus te zijn. Dat is niet per se uniek voor diakenen; dit is een verantwoordelijkheid voor iedere christen. Ons hele leven hoort op Hem gericht te zijn, afhankelijk te zijn van Wie Hij is.
Wanneer we dan kijken naar de diaken, moeten we dus ook zien dat Jezus de standaard is. We moeten zien dat we Hem moeten volgen, Hem als standaard moeten hebben. Niet ons denken, niet onze ideeën, niet wat er in documenten van mensen staat. Het gaat om wat Gods Woord ons leert.
Ook de diakenen wil ik, vanuit een soort sollicitatiegesprek vorm, bekijken vanuit 2 perspectieven: 1) taken, en 2) vereisten/kwalificaties. Beide moeten goed begrepen worden, om te de functie die God omschrijft goed in te laten vullen. Want diakenen zijn heel belangrijk voor de kerk.
- Taken van diakenen
Handelingen 6:1-7 “In die dagen, toen het aantal discipelen steeds toenam, ontstond er gemor van de Griekssprekenden tegen de Hebreeën, omdat hun weduwen bij het dagelijkse dienstbetoon over het hoofd gezien werden. En de twaalf riepen de menigte van de discipelen bij zich en zeiden: Het is niet behoorlijk dat wij nalaten het Woord van God te verkondigen om de tafels te dienen [diakoneo]. Zie daarom uit, broeders, naar zeven mannen uit uw midden, van wie men een goed getuigenis geeft, vol van de Heilige Geest en van wijsheid, die wij voor deze noodzakelijke taak zullen aanstellen. Wij echter zullen volharden in het gebed en in de bediening van het Woord. En dit woord behaagde heel de menigte; en zij kozen Stefanus, een man vol van geloof en van de Heilige Geest, Filippus, Prochorus, Nicanor, Timon, Parmenas en Nicolaüs, een proseliet uit Antiochië. Zij leidden hen vóór de apostelen, en die legden hun, nadat zij gebeden hadden, de handen op. En het Woord van God verbreidde zich en het aantal discipelen in Jeruzalem nam sterk toe; en een grote menigte priesters werd aan het geloof gehoorzaam.”
In dit gedeelte, zonder ze bij naam te noemen, worden diakenen ingesteld. Het Grieks in v2 voor “tafels te dienen” is diakoneō, wat afgeleid is van diakonos. Hier krijgen wij het woord ‘diaken’ vandaan, de functie binnen de gemeente waar we het over hebben.
- De ‘diaken’ is dus iemand die ‘tafels dient’, wat een praktische taak is. Tegelijk zegt de grondtekst méér dan alleen het schoonmaken van tafels. Het gaat om een bediening die anderen voorziet van de noodzakelijke dingen van het leven.
- Het heeft in zich dat er geld ontvangen wordt, om de kritieke zaken van het leven te kunnen halen en uitdelen (eten, drinken, kleding, onderdak). De taak van een diaken gaat dus ook over geld, voorzien, verzorgen, dienen.
Dat geeft het een ander perspectief. Je kan namelijk denken, ‘waarom wilden de apostelen geen tafels schoonmaken?’ Jezus zou dit ook doen, waarom doen de oudsten dit niet? Dat is een goede en terechte vraag; het kan overkomen alsof de apostelen, oudsten, ‘te goed’ waren voor deze dingen.
Guzik: “God riep deze apostelen niet om alles voor de kerk te zijn. God had, en zal, anderen doen opstaan om op andere manieren te dienen. Een voorganger moet niet al zijn tijd op zien gaan aan taken die gelijk staan aan het bedienen van tafels. Tegelijk is er iets mis met de voorganger die zich te groot voelt voor dit werk.”
- De apostelen, oudsten, waren niet ‘beter’ dan degenen die de taken van de diaken op zich gingen nemen. De apostelen wisten dat hun taken elkaar aanvulden; de taak van de diaken om voor de praktische noden van de gemeente te zorgen, vulde de geestelijke zorg aan.
- Praktische zorg
De diakenen in Handelingen 6 waren bezig met het ‘schoonmaken van tafels’, wat betekende dat zij letterlijk tafels schoonmaakten. Daarnaast deelden ook het eten uit, ze waren beheerders van het geld dat nodig was om het eten te kopen. Ze hadden dus een grote, verantwoordelijke taak.
- Zeker in de context van Handelingen 6, waar er onvrede was over hoe dingen gingen. De taak van de diaken was om o.a. die onrust op te lossen, door op een Goddelijke manier hun functie als diaken in te vullen en op te pakken.
Diakenen hebben een ondersteunende, maar leidende taak binnen de gemeente. Ze leiden de gemeente in het invullen van de praktische noden binnen de gemeente. Dat gebeurt onder de leiding en verantwoordelijkheid van de oudsten, maar de diakenen moeten dat invullen.
- We lezen niet dat de apostelen over de schouders van de diakenen meekeken, of dat ze voor alles verantwoording moesten afleggen aan de oudsten. Er was veel vertrouwen, vooral in God, voor de taken. Men wist dat dit ging om het dienen van God en Zijn gemeente.
- Oudsten ontlasten
In Handelingen 6 zien we dat de oudsten, de apostelen, hun eigen taak hadden. We zien dat ze ook niet alles konden, en wilden, doen. Ze wilden niet alles in eigen hand houden, ze wilden juist dat iedereen ging dienen en zo het lichaam van Christus ging dienen.
- De oudsten richtten zich op “het gebed en de bediening van het Woord” (v4), de diakenen zorgden praktisch voor de gemeente. Hierdoor ontlastten zij de oudsten, zorgden ze dat een ieder zich op hun God-gegeven taak kon richten.
- Allebei zijn kritiek, want allebei doen Gods wil. Het is niet zo dat een oudste méér is dan een diaken, of dat je ‘promotie maakt’ als je oudste wordt. God heeft een specifieke roeping op ieders leven, een specifiek plan voor iedereen.
De diakenen, met hun organisatorische, praktische talenten, zorgden dat de gemeente praktisch goed verzorgd werd. Dat is toch ongelofelijk belangrijk? Dat zijn God-gegeven talenten. Dat is waar de gemeente noodzaak voor had, en heeft. Dat is dus nog steeds nodig, vandaag de dag.
- Eisen/kwalificaties
Net als bij de oudsten kunnen we zaken verdelen in attributen, attitude en activiteiten. Net als bij de oudsten zeggen deze 3 dingen veel over hoe we op Jezus horen te lijken, hoe we horen te wandelen zoals Hij. Dat is en blijft de norm, voor elke christen, diaken, oudste of niet.
1 Timotheüs 3:8-13 “De diakenen moeten evenzo eerbaar zijn, niet met twee monden spreken, niet verzot zijn op veel wijn, niet uit zijn op oneerlijke winst, en het geheimenis van het geloof vasthouden in een zuiver geweten. Ook zij moeten eerst beproefd worden; daarna mogen zij dienen, als zij onberispelijk zijn. De vrouwen moeten evenzo eerbaar zijn, geen kwaadspreeksters, beheerst, trouw in alles. De diakenen moeten mannen van één vrouw zijn, die goed leiding geven aan hun kinderen en aan hun eigen huis. Want zij die hun dienst goed verricht hebben, maken dat zij hoog staan aangeschreven en veel vrijmoedigheid verkrijgen in het geloof in Christus Jezus.”
- Attributen
Uit 1 Timotheüs 3 en Handelingen 6 komen deze attributen, eigenschappen, naar voren: “eerbaar”, “het geheimenis van het geloof vasthouden in een zuiver geweten”, “beproefd”, “onberispelijk”, “goed getuigenis”, “vol van de Heilige Geest en van wijsheid”.
- Uit al deze dingen blijkt dat het gaat om iemand die, net als de oudste, geen structurele zondepatronen heeft, “onberispelijk”. Iemand die niet aan te klagen is, zowel van buiten als vanuit het gezin.
Ook moet de persoon “eerbaar” zijn, wat o.a. ‘eerlijk’ betekent. De diaken moet het hart op tafel leggen, eerlijk zijn over zichzelf en de ander; en dat volledig vanuit liefde. Door deze dingen moet er ook een “goed getuigenis” zijn, anders kan je niet publiekelijk dienen.
- Verder moeten het volwassen christenen zijn, want ze moeten “het geheimenis van het geloof vasthouden in een zuiver geweten” en “vol van de Heilige Geest en van wijsheid” zijn. Het dienen van de tafels vereiste dit.
- Er hoorde bij dat het geld beheerd werd om eten te kopen voor allen. Ze kochten wat nodig was, waarbij ze veel verantwoordelijkheid droegen door het geld te beheren. Dan moet je volwassen zijn, “vol van de Heilige Geest en van wijsheid”.
Belangrijk is dat de diaken “Ook” “beproefd” moest worden. Zoals de oudste erkend moet worden door de gemeente, moet een diaken dat ook. Je kan niet ‘zomaar’ diaken worden, alle attributen moeten erkend en herkend worden door de gemeente.
- Attitude
Ook de attitude, houding, van de diaken wordt omschreven: “niet met twee monden spreken”, “niet uit op oneerlijke winst”, “niet verzot op veel wijn”, “mannen van één vrouw”. Ook dit gaat om een houding die Jezus Christus heeft, die Hij leeft, die Hij laat zien naar een ieder.
- De diaken moet niet liegen, “niet met twee monden spreken”. Zeker als je kijkt naar de taken die ze hebben, met het bedienen van de gemeente en het beheren van geld, moet er geen leugen zijn. Ook “niet uit op oneerlijke winst” is belangrijk als geld beheren voor de gemeente.
Waar de oudste “niet verslaafd aan wijn” mag zijn, geldt voor de diaken “niet verzot op veel wijn”. Het kan daarmee dus voor de oudste zo zijn dat ze helemaal geen alcohol drinken, terwijl de diaken dat verbod niet krijgt. Dit hangt af van de context van de gemeente en dergelijke factoren.
Dan komen we bij v11-12, waarbij het opeens over “De vrouwen moeten evenzo eerbaar zijn” gaat. En v12 zegt “mannen van één vrouw”; wat betekent dit? En hoe kom ik tot de conclusie dat vrouwen géén oudsten, maar wél diakenen mogen zijn? Dat lijkt niet logisch.
- v11 is op 2 manieren uit te leggen: 1) “De vrouwen” gaat over de vrouw van de diaken, 2) “De vrouwen” gaat over vrouwelijke diakenen. Beide zijn vanuit de grondtekst te ondersteunen, beide hebben hun voors en tegens.
- Het zou gek zijn voor Paulus om wél de vrouwen van diakenen aan bepaalde eisen te laten voldoen, maar niet die van een oudste. Waarom dat verschil? Ik geloof omdat de grondtekst toelaat dat het hier om wat anders gaat.
De reden dat ik geloof dat vrouwen ook diakenen mogen zijn, is o.a. wat Romeinen 16:1 zegt.
Romeinen 16:1 “En ik beveel u Febe, onze zuster, aan, die een dienares is van de gemeente die in Kenchreeën is,”
Het woord voor “dienares”, is diakonos in het Grieks. Dit is precies hetzelfde woord als Paulus in 1 Timotheüs 3 gebruikt.
- Deze dame, Febe, wordt als diakonos, dienares, door Paulus voorgesteld. Dat, met de mogelijkheid om v11 uit 1 Timotheüs 3 te lezen als ‘vrouwelijke diakenen’, brengt mij tot de conclusie dat vrouwen ook diakenen mogen zijn.
De attitude, houding, van de diaken moet net zo zijn als Jezus. Zoals Hij wandelde, in houding, zo hoort de diaken te zijn. Dit hoort, net als bij de oudste, over elke christen gezegd te kunnen worden. We horen allemaal meer als Jezus te gaan wandelen, meer op Hem te gaan lijken.
- Activiteiten
Uit de 2 passages zijn de volgende activiteiten te halen: “goed leiding geven aan hun kinderen en eigen huis”, “dienst goed verricht hebben”, “tafels te dienen”. En ook in deze activiteiten hoort de diaken in Jezus’ voetstappen te wandelen.
- Het “goed leiding geven aan hun kinderen en eigen huis” is vergelijkbaar met de oudste. Als diaken hoor je thuis te dienen, thuis God te eren, zodat dat ook buitenshuis gebeurt. Je kan niet wél buitenshuis dienen, maar niet thuis. Je kan niet alles aan je vrouw overlaten.
De diaken moet ‘tafels dienen’; er mag geen houding zijn van dat een bepaalde taak ‘te min’ voor je is. Wat er moet gebeuren is wat je oppakt; je doet wat nodig is voor Gods koninkrijk. Dat moet de houding zijn die de activiteiten leidt.
- Zeker ook als er méér verantwoordelijkheid bij komt kijken, namelijk met geld beheren, inkopen doen, etc. Dan is het héél belangrijk dat de houding van Jezus overheerst, om dienaar van allen te zijn (Markus 10:45).
- Wat hier belangrijk is, is dat binnen de context van de gemeente dit ‘tafels dienen’ ten eerste God en daarna de gemeente dient, maar ook de oudsten ontlast. Die combinatie is belangrijk. Dat geeft de juiste focus weer van deze activiteit.
Als laatste gaat het om mensen die “hun dienst goed verricht hebben”. Alles dat de diaken doet, doet hij/zij “goed”; er staat niet ‘perfect’ of ‘naar mijn standaard’. De diaken doet zijn/haar uiterste best met elke taak die ze krijgen. Wat de taak ook is.
- Tafels schoonmaken, geld beheren, de wc schrobben, afval opruimen, etc. Wat de taak ook is, de diaken dient bovenal de Heere. De diaken wandelt in Jezus’ voetsporen, want Hij deed ook alles “goed” wat Hij deed. Dit is een attitude, attribuut en activiteit in 1.
Dit zijn de activiteiten van de diaken, dit is wat God verwacht van diakenen in Zijn gemeente.
Binnen de CCH hebben we nu geen officiële diakenen. We hebben mensen die het werk al doen, maar nog niemand die we hiervoor aangesteld hebben. Daar willen we verandering in brengen; we zijn actief aan het bidden voor het aanstellen van diakenen.
- De reden is dat we als leidersteam nu veel bezig moeten zijn met praktische zaken, die we graag bij diakenen zouden neerleggen. Dat geeft de oudsten ruimte voor de bediening van het Woord en gebed, zoals Handelingen 6 omschrijft.
- Daarnaast willen we er naartoe dat de bedieningshoofden allemaal diakenen zijn, met een oudste die geestelijk helpt. Dat is het ‘model’ waar we naartoe willen werken. Ten eerste omdat het Woord dat onderwijst, ten tweede omdat het rust en duidelijkheid geeft.
Ik vertrouw erop dat God dit gaat doen, dat Hij gaat leiden in dit alles om Zijn kerk op Zijn manier te leiden en te sturen. Hij weet wat nodig is, Hij kent ons allemaal. Hij weet wie welke taak moet dragen, wie wat op moet pakken.
1 Johannes 2:6 “Wie zegt in Hem te blijven, moet ook zelf zo wandelen als Hij gewandeld heeft.”
Primair moeten we allemaal zoeken naar hoe dit er uit ziet. Hij heeft een plan met iedereen, een ongelofelijk, geweldig plan. Hij wil ons allemaal gebruiken op manieren die we niet voor mogelijk houden, om dingen te bereiken die we niet zelf kunnen bedenken.
- Daar moeten we biddend naar gaan zoeken. Hij wil jou, u en mij gebruiken om Zijn wil op aarde te doen; zowel naar de gemeente, als de nog-niet-gelovige wereld. Vraag Hem wat Zijn wil voor jouw/uw leven is. Hij kan, wil en zal het duidelijk gaan maken.
Leg je dromen, vragen, hoop, twijfels bij Hem neer. Laat God duidelijk maken wat Zijn wil en weg is. Laat Hem leiden in de keuzes die je maakt. Laat Hem bepalen wat wijsheid en goed is. Dat is wat nodig is, dat is hoe je weet welke stappen in geloof je mag gaan zetten.
2 Korinthe 5:7 “want wij wandelen door geloof, niet door aanschouwen.”
Kolossenzen 4:2 “Houd sterk aan in het gebed, en wees daarin waakzaam met dankzegging.”
- Deze 2 dingen moeten ons leven meer en meer gaan kenmerken, diaken of niet: geloof en gebed. De diaken en de oudste moeten hierin wandelen, elke christen moet hierin wandelen. Geloof en gebed is hoe Jezus leefde, als we willen wandelen als Hij, moet dit leidend zijn.
- En dat is oncomfortabel, uitdagend, geweldig, eng, etc. Maar het is wel het leven dat God voor ons heeft, het leven van de dienstknecht van God. We mogen leren leven naar Wie Hij is, niet naar wat wij zien.
Diaken of niet, we horen te “wandelen als Hij [Jezus] gewandeld heeft”. Diaken of niet, we horen te leven uit geloof en in gebed; dat is hoe God ons maximaal kan inzetten tot Zijn eer. Dit geldt voor elke christen, in elke situatie, altijd.
- Onderzoek je hart: ben jij bereid om te doen wat God van je vraagt? Ook als dat betekent dat je ‘tafels dient’, dat je afval opruimt, dat je de oudsten ontlast? Ben jij bereid om te doen waar Hij je toe leidt?
- Wandel jij zoals Jezus wandelde? Zoek naar wat God voor jouw leven heeft, wat Hij voor jou wil.
- Leef jij uit geloof en gebed? Leven uit geloof is zo mooi, gebed is zo krachtig; laten we leven zoals Zijn Woord ons leert, i.p.v. waar wij ons comfortabel bij voelen.
1 Johannes 2:6 “Wie zegt in Hem te blijven, moet ook zelf zo wandelen als Hij gewandeld heeft.”