Romeinen 12:1 (10-9-2023)
Vorige keer in Romeinen zijn we begonnen aan Romeinen 12:1, waarin we Paulus’ oproep hebben gezien om een “levend offer” te zijn. We zagen dat God het beste van ons wil, zoals bij de offers in Leviticus, en dat we een levend, vrijwillig, offer horen te zijn voor Hem.
- Vanochtend maken we v1 af: “heilig en voor God welbehaaglijk”.
v1 Heilig en voor God welbehaaglijk
Paulus is bezig, o.b.v. álles dat hij eerder gezegd heeft, om een ‘oproep’ te doen. Hij roept de kerk in Rome, en ons, op om onszelf volledig aan God te wijden. De ‘oproep’ is om “een levend offer, heilig en voor God welbehaaglijk” te zijn, als “redelijke godsdienst”.
- Het woord voor oproep, zagen we vorige keer, betekent ‘vermanen, aansporen’. Paulus stelt de kerk dus geen vraag, jou, u en mij dus ook niet; hij geeft ons een opdracht mee. De Heilige Geest geeft die opdracht mee: wijd jezelf toe aan God.
- Alles dat Paulus vóór dit moment besproken heeft, alle theologie, alle impact van die woorden, moeten leiden tot toewijding aan God. Het hele lichaam, met alles dat daarbij hoort, moet Hem toegewijd zijn. Dat is het logische gevolg van Romeinen.
Specifiek moet het lichaam aan Hem gewijd zijn; we moeten kiezen om ons lichaam aan Hem te presenteren, bij Hem te brengen. Dat is wat Paulus bedoelt, dat is de beeldspraak die bij een offer hoort. En dat is hoe wij onszelf t.o.v. God horen te zien, een levend offer, Hem volledig toegewijd.
- Hierbij is dus gelijk al de vraag of dit jouw toewijding aan God omschrijft? Ben jij Hem volledig, in alles, 100% toegewijd? Dat is wel hoe we horen te leven. Dat is waar de Geest ons in wil leiden, wat Hij wil bewerken in ons leven, door Zijn Woord heen. Hij moet leiden.
- “heilig”
God wil een specifiek offer van ons hebben, “heilig”. “heilig” = agios, wat afgeleid is hagnos van ‘puur’, ‘eerbiedwaardig’. Dat is hoe ons offer hoort te zijn, dat is wat God van ons vraagt. Op deze manier jezelf presenteren aan Hem is het logische gevolg van God, Zijn liefde en Zijn reddingsplan zien.
Openbaring 15:4 “Wie zou U niet vrezen, Heere, en Uw Naam niet verheerlijken? Immers, U alleen bent heilig. Want alle volken zullen komen en U aanbidden, want Uw oordelen zijn openbaar geworden.”
- Alleen God is heilig, alleen God maakt heilig. Om een levend offer, heilig voor God te kunnen zijn, zijn we totaal afhankelijk van God. Heilig is iets dat we uit onszelf niet kunnen, niet halen. Het gaat om Gods perfectie in alles, puurheid in en ondanks alles.
- De vraag is dan hoe we dit kunnen doen? Hoe kunnen wij onszelf aan God presenteren als een offer naar deze standaard? Hoe kunnen wij leven op zo’n manier dat God Zelf daar het label ‘heilig’ op plakt?
Het gaat om beschikbaarheid, om het wíllen zijn van een offer. Het gaat om inzien dat we dit doen “door de ontfermingen van God”. Paulus weet, beter dan wij, dat heilig een onmogelijke standaard is. Daarom inspireerde de Geest hem ook om de methode te leren: door Gods ontferming.
Guzik: “Door de ontfermingen van God herinnert ons er aan dat we dit doen door de barmhartigheid die God ons laat zien (mooi omschreven in Romeinen 1-11), en dat we alleen in stat zijn om onszelf aan God te offeren, waar Hij Zijn barmhartigheid in ons werkt. God geeft ons de opdracht en Hij maakt het mogelijk voor ons om dit te doen.”
- God vraagt niet van ons dat wij beter ons best doen, of dat we harder werken. Hij wil niet dat we ‘betere ideeën hebben’, o.i.d.; Hij wil dat we terugvallen op Zijn barmhartigheid. God wil dat we leren om afhankelijk te zijn van Hem.
Als Romeinen ons tot nu toe 1 ding geleerd heeft, is het hoe afhankelijk we zijn van Hem. Het is Zijn offer, Zijn liefde, Zijn trekkende werk; het is Zijn Woord, Zijn genade, Zijn goedheid waar we afhankelijk van zijn. God wil dat ons leven totaal afhankelijk is van Hem, niet langer van eigen kunnen.
- Jij moet bereid zijn, beschikbaar zijn. Je mag leren om alles op te wíllen geven voor Hem, zodat je heilig kan leven zoals Hij heilig is. God zoekt mensen die bereid en beschikbaar zijn; Hij geeft de ontferming die nodig is om te doen wat Hij wil.
- We kunnen niet overschatten hoe groot Gods werk is, hoe nodig het is dat Zijn werk zo groot is. Op geen enkel moment zijn we afhankelijk van ons eigen kunnen, we zijn en blijven afhankelijk van Hem. Dat is wat Hij vanaf het begin al duidelijk maakt.
Leviticus 20:7-8 “Heilig uzelf en wees heilig, want Ik ben de HEERE, uw God. Houd Mijn verordeningen en doe ze. Ik ben de HEERE, Die u heiligt.”
Vanaf Leviticus, waar de eerste oproep staat om heilig te zijn (Leviticus 11:45), is duidelijk dat we dit zelf niet kunnen. We hebben een plaatsvervanger nodig, iemand die onze zonde draagt en onze plek inneemt. Dat is het offer, in Leviticus; dat is Jezus, waar Leviticus naar verwijst.
Andrew Murray: “Heiligheid is niet iets dat we doen of bereiken: het is de communicatie van het Goddelijke leven, het inademen van de Goddelijke natuur, de kracht van de Goddelijke aanwezigheid in ons. En onze kracht om heilig te worden, vinden we in Gods oproep: de Heilige roept ons tot Zichzelf, zodat Hij ons heilig kan maken doordat we Hem hebben. Hij zegt niet alleen ‘Ik ben heilig’, maar ‘Ik ben de Heere, die u heiligt’. Omdat de oproep tot heiligheid van de God van oneindige kracht en liefde komt, kunnen we de zekerheid hebben: we kunnen heilig zijn.”
- God wil dat jij voor Hem beschikbaar bent, zodat Hij het werk van heilig maken kan doen. We moeten leren dat zelfs het onszelf beschikbaar maken aan God, het werk van God is. Er is niks waarvoor God ‘afhankelijk’ is van ons; Hij heeft ons niet nodig.
- En dat maakt het zoveel mooier dat Hij in ons wil werken, dat Hij van ons houdt, dat we Zijn kinderen mogen zijn. Hij wíl dit werk in jou doen, Hij wíl jou dingen leren; zo geduldig is Hij. En daar mogen we van leren genieten.
- Heilig “in Hem”
Efeze 1:3-4 “Gezegend zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, Die ons gezegend heeft met alle geestelijke zegen in de hemelse gewesten in Christus, omdat Hij ons vóór de grondlegging van de wereld in Hem uitverkoren heeft, opdat wij heilig en smetteloos voor Hem zouden zijn in de liefde.”
Paulus laat zien dat de oproep tot heiligheid, tot een heilig offer zijn, niks nieuws is. Hij laat ook zien dat we dit niet zelf hoeven te doen, we zijn “in Hem uitverkoren” om “heilig en smetteloos voor Hem” te zijn. Niet uit eigen kracht, niet uit eigen wil; alleen “in Hem”.
- Dat geeft mij zo’n rust, want dat betekent dat ik niet zelf hoef te proberen om heilig te zijn, ik mag naar Jezus rennen. Hij heeft het werk gedaan, ik mag genieten van Zijn werk. Zijn werk aan het kruis heeft mij heilig gemaakt (Hebreeën 13:12). Dat is hoe ik heilig kan zijn.
- Mijn eigen werken falen, Zijn werk heeft al overwonnen. Mijn kracht en kennis schieten tekort, Zijn kracht en kennis zijn oneindig. Welke reden heb ik dan nog om dingen zelf te proberen? Val terug op Jezus en op Zijn werk voor jou aan het kruis.
1 Korinthe 1:2 “aan de gemeente van God die in Korinthe is, aan de geheiligden in Christus Jezus, geroepen heiligen, met allen die de Naam van onze Heere Jezus Christus aanroepen, in elke plaats, zowel hun als onze Heere:”
Ook hier zien we dat we “geheiligden in Christus Jezus” zijn, “geroepen heiligen”. Het is Zijn werk om jou heilig te maken, Zijn liefde, Zijn genade. Je kan niet zelf de lat van heilig halen; je hebt Jezus nodig. Dat is ook wat de continue boodschap is van de Romeinen brief, je hebt Jezus nodig.
- Dat is niet anders bij de oproep om onszelf toe te wijden aan God; je kan niet zonder Jezus. De vijand wil dat je denkt in je eigen onmogelijkheden; je mag zien Wie Jezus is. Ja, jij kan het niet; maar Hij kan het wel. Ja, jij schiet tekort; Hij is meer dan genoeg.
- Heilig door de waarheid
Johannes 17:17 “Heilig hen door Uw waarheid; Uw woord is de waarheid.”
Jezus Zelf geeft hier aan wat er nodig is om heilig te zijn: 1) een vraag aan God, 2) “Uw waarheid”. We hebben allebei nodig, want we kunnen dit niet zelf. Er is niks in ons dat onszelf heilig kan maken, daarom laat Jezus zien wat de weg is.
- Begin met God vragen om jou heilig te maken. Hij is de God Die heiligt, dan moeten we Hem ook vragen om dat werk in ons te doen. Er is geen werk dat we zelf kunnen produceren om dit voor elkaar te krijgen.
- Gods waarheid is nodig. We lezen dit vaak als ‘Gods Woord’, en dat klopt ook, maar het is preciezer dan dat. Jezus zegt dat we Gods waarheid nodig hebben, wat verder gaat dan het hebben van Gods Woord.
- Je kan Gods Woord hebben, lezen, bestuderen, beamen; maar toch niet leven dat het Gods waarheid is. Gods Woord als Gods waarheid zien, gaat veel verder. Het gaat om wat je met dat Woord doet, of je het aanneemt en leeft alsof het waarheid is.
Murray: “Net zoals er mensen zijn die nauw contact en continue omgang hebben met Jezus, voor wie Hij slechts een man was, en niet meer, zo zijn er christenen die het Woord kennen en begrijpen, terwijl de ware geestelijke kracht hen vreemd is. Ze hebben de letter, maar niet de geest; de waarheid komt naar hen in woord, maar niet in kracht. Het Woord maakt hen niet heilig, omdat ze het niet in Geest en waarheid houden. Bij anderen, daarentegen, die weten wat het is om de waarheid in liefde te ontvangen, die zichzelf overgeven, in al hun omgang met het Woord, voor wie de Geest van de waarheid erin zit en ook in hen, wordt het Woord inderdaad waarheid, als een Goddelijke realiteit, zoals het Woord zelf zegt.”
- Jezus laat zien dat we aan God moeten vragen om heilig te worden. Hij heiligt ons, als we Hem daarom vragen, door Zijn waarheid. Jezus is waarheid, Hij gebruikt het Woord. De Geest spreekt waarheid tot ons hart, zoals we dat nodig hebben.
- We moeten in nauw contact staan met God, maar vooral Zijn waarheid aannemen en leven. Het moet niet academisch zijn, we moeten onszelf onderwerpen. We moeten het zien als Gods waarheid, als dé waarheid voor elke dag en situatie.
Christen, is Gods Woord voor jou ook waarheid? Onderwerp jij je aan Gods waarheid? Leef jij Gods waarheid, doe jij wat Gods waarheid zegt? Die bereidheid, die hartsgesteldheid is waar de Geest mee aan de slag gaat, waarmee Hij gaat werken om je meer op Jezus te laten lijken.
- Heilig dóór God
2 Korinthe 1:3 “Geprezen zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, de Vader van de barmhartigheden en de God van alle vertroosting,”
God is niet zomaar barmhartig, Hij is “Vader van de barmhartigheden”. Hij staat klaar met alles Wie Hij is, om het werk in jou te doen dat nodig is. Dat is de liefdevolle Vader Die Hij is, dat is Zijn genade aan het werk, dat is hoe geweldig groot Hij voor jou is.
- En in die grootheid, liefde en barmhartigheid, wil Hij het detailwerk doen van in jouw en mijn hart werken. Hij wil in ons denken, doen en laten aan de slag om ‘heilig’ teweeg te brengen. Hij moet dat werk doen, wij moeten beschikbaar zijn.
Christen, ben jij beschikbaar? Laat jij God werken in jouw hart? Ben jij een “heilig” offer voor Hem? Niemand is dit uit onszelf, daarom hebben we Gods werk nodig. Laat Hem in jouw hart werken, laat Hem Zijn heiligende werk in en door jou heen doen, zodat jij een “heilig” offer voor Hem kan zijn.
“voor God welbehaaglijk”
Paulus’ oproep gaat verder; niet alleen jezelf totaal toewijden, niet alleen vrijwillig, niet alleen heilig, maar ook “voor God welbehaaglijk”. Dit is belangrijk, want dit geeft meer context over ‘hoe’ we ons moeten toewijden aan God. En de ‘hoe’ is natuurlijk belangrijk in het uitvoeren van iets.
- “welbehaaglijk” is ook ‘acceptabel’; het is afgeleid van een woord dat ‘tegemoet komen aan de verlangens en interesses van de ander’ betekent. Dat is wat we moeten doen, dat is wat God wil. Hij wil dat we tegemoet komen aan Zijn wil en daarmee doen wat Hem blij maakt.
Hebreeën 11:6 “Zonder geloof is het echter onmogelijk God te behagen. Want wie tot God komt, moet geloven dat Hij is, en dat Hij beloont wie Hem zoeken.”
“behagen” komt van hetzelfde woord als in Romeinen 12:1. Dit geeft ons een kader om binnen te denken als het gaat over God behagen: het moet met en door geloof. Bijbels geloof moet de basis zijn, anders kunnen we God niet “welbehaaglijk” zijn.
- Dat betekent dat we moeten leren leven uit geloof, God vragen om ons hierin te leiden. We moeten de keuze maken om Hem te vertrouwen, wat er ook aan de hand is. Geloof is God vertrouwen op Zijn Woord. Dan kan je Hem behagen, door die Geest geleide keuze te maken.
Het woord voor behagen betekent dus ‘tegemoetkomen aan de verlangens en interesses van de ander’. Om dan ook echt de ander tegemoet te komen, zal je de ander moeten leren kennen. Zonder de ander te kennen weet je niet wat de ander wil en hoe je de ander kan behagen.
- Daarom is het ook zo belangrijk dat Paulus deze uitspraak in Romeinen 12 doet, niet H1. Door de brief heen hebben we al heel veel van God gezien. We hebben veel gehoord over Zijn wil, Zijn Woord, over Wie Hij is. Dát is de reden om dingen wel/niet te doen, Hem kennen.
- Hoe meer we Hem leren kennen, hoe meer we onszelf over zullen willen geven. Hoe meer we Hem kennen, hoe meer we weten wat Zijn ‘verlangens en interesses’ zijn. En hoe meer we dat weten, hoe meer we Hem tegemoet kunnen komen.
Dat klinkt bijna alsof we God een plezier doen, alsof wij de ‘betere’ in de relatie zijn. Dat is totaal niet zo, dit is de ander tegemoet komen in totale afhankelijkheid. Dit staat in de context van dat allen gezondigd hebben (Romeinen 3:23) en allen doemwaardig zijn voor Hem (Romeinen 3:19).
- Wat dit voor ons betekent is dat we erkennen dat we Hem nodig hebben, dat we dit zelf niet kunnen. Hij en Hij alleen kan ons hierin leiden en ons hier capabel voor maken. Niks aan ons is goed genoeg om dit uit eigen kracht te kunnen doen.
- Daarom hebben we, ook hiervoor, “de ontfermingen van God” nodig. Het is puur Zijn werk, Zijn liefde, Zijn genade. Hij leidt en draagt, Hij doet alles dat nodig is. Wij moeten de keuze maken om Zijn werk te ondergaan.
In een relatie kan je kíezen om de ander tegemoet te komen, of niet. God wil dat we die keuze maken, dat we voor Hem kiezen. Niet alleen omdat Hij dat wil, maar ook omdat dat het beste leven is dat je als mens kan hebben. Totale afhankelijkheid van de almachtige, alwetende, liefdevolle God.
- Jij moet bereid zijn, je eigen wil ondergeschikt wíllen maken aan die van Hem. Jij moet de keuze maken of je Hem tegemoet komt in Zijn ‘verlangens en interesses’, of dat je vast blijft houden aan je eigen wil.
Door geloof kan je Hem behagen, leef dus uit geloof, i.p.v. eigen kunnen. Kies om geloof je leven te laten leiden, i.p.v. je eigen wil. Dat zal niet altijd makkelijk zijn, je zal dingen van jezelf moeten opgeven, het is niet altijd leuk. Maar het is wel het leven waar God je voor gemaakt heeft.
- Kies je comfortabel of kies je voor God? Kies je om je eigen wil te doen en een beetje van God te hebben? Of kies je voor álles van God en dat je zelf gaat sterven? Dat is het leven waar Paulus het over heeft, het leven dat Jezus ons heeft laten zien.
“heilig en voor God welbehaaglijk: dat is uw redelijke godsdienst”. Paulus zegt dat zo’n offer voor God zijn, ‘redelijk’ is, ‘logisch’, ‘in overeenstemming met het Woord’. Het is dus niet een vraag, het is een logisch gevolg van onze redding, van heiliging, van Gods trouw aan ieder mens.
- Het is logisch om dan jezelf volledig aan God te wijden. Het is logisch om álles van jezelf over te geven aan Hem en 100% voor Hem te leven. Het is logisch, matchend met Gods Woord, om “heilig” te willen zijn zoals Hij heilig is.
- We moeten leren inzien dat dít logisch is, niet wat de wereld tegen ons zegt. We hebben nog te vaak redenen om níet zo voor God te leven. We hebben nog te veel excuusjes om onszelf belangrijker te maken dan we zijn.
Paulus keek naar zichzelf (H1-3), naar Jezus’ werk aan het kruis waardoor we kunnen geloven (H4-6). Hij keek naar Gods werk van heiliging (H7-8) en Gods trouw aan Israël (H9-11). De enige logische conclusie was totale overgave, “een levend offer, heilig en voor God welbehaaglijk” leven.
- Kijkend naar Wie God is, wat Hij gedaan heeft, hoe groot en geweldig Hij is; is dit voor Paulus de enige logische conclusie. Hij ziet dat hij niet anders kan dan zijn lichaam “aan God te wijden”. Dat is Jezus’ voorbeeld, dat zien we in de apostelen, dat is wat wij horen te doen.
“redelijke godsdienst” kan ook vertaald worden als ‘logische aanbidding’, ‘logisch God dienen’. Dat is wat de oproep is: God dienen, God aanbidden. En dat doe je, o.a., door jezelf op deze manier over te geven aan Hem en voor Hém te leven. Tegelijk kan er van alles in de weg zitten:
- Zonde: Zonde brengt afstand tussen jou en God (Jesaja 59:2). Als jij vasthoudt aan zonde, vastzit in een patroon van zonde, als jij niet doorhebt dat je zondigt, zal dit in de weg zitten. Daarom moeten we God vragen onze ogen te openen, zodat we de zonde gaan zien.
- Zonde moet dan beleden worden (1 Johannes 1:9). Dan kunnen dingen recht gezet worden met God, en waar nodig met mensen, en kunnen we terug naar Hem dienen. God wil geen lippendienst, Hij wil het hart.
Psalm 139:23-24 “Doorgrond mij, o God, en ken mijn hart, beproef mij en ken mijn gedachten. Zie of er bij mij een schadelijke weg is en leid mij op de eeuwige weg.”
- Comfortabel leven: zeker in het rijke Westen zijn we heel comfortabel. We zijn gewend om bepaalde dingen te hebben en willen dat comfort vasthouden. Dat zit in de weg van een offer voor God zijn, van 100% voor Hem leven. We moeten bereid zijn alles op te geven voor Hem.
Galaten 2:20 “Ik ben met Christus gekruisigd; en niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij; en voor zover ik nu in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, Die mij heeft liefgehad en Zichzelf voor mij heeft overgegeven.”
- In ons comfort willen wij bepalen wat nodig is, wat God wel en niet mag doen. Wij zitten dan op de troon, wij gaan voor god spelen. Maar we horen onszelf aan God te wijden, alles over te geven aan Hem en Hem boven alles te dienen.
- God niet zien voor Wie Hij echt is: Zolang je God niet gaat zien voor Wie Hij is, zal je Hem niet dienen zoals hoort. Paulus had een groeiend beeld van God, daardoor diende hij. Jezus wist Wie God was, daarom diende hij. Jesaja laat zien dat hoe beter je God ziet, dienen logisch is.
Jesaja 6:8 “Daarna hoorde ik de stem van de Heere. Hij zei: Wie zal Ik zenden? Wie zal er voor Ons gaan? Toen zei ik: Zie, hier ben ik, zend mij.”
- Het logische gevolg van God zien, is “heilig en voor God welbehaaglijk” willen leven. Hem dienen is dan de stap die past, die “redelijk” is. Daarom horen we God beter te leren kennen en Hem te gaan dienen als logisch gevolg daarvan.
Hoe zit het met jouw hart? Wil jij? Dit is puur een zaak van willen, van een keuze. Paulus laat zien dat deze keuze het logische gevolg is van alles dat hij eerder gezegd heeft, van Wie God is, van wat Hij doet. Laat Zijn wil jou leiden en bepalen, laat Zijn verlangens jouw verlangens worden.
- Als je nog niet gelooft, weet dat God van je houdt. Hij heeft dat bewezen door Zijn Zoon naar de aarde te sturen. Jezus kwam om voor jouw en mijn zonde te sterven en op te staan. Hij droeg jouw en mijn straf. Geloof in Hem, bekeer je van je zonde en je bent eeuwig gered.
Christen, wat leeft er in jouw hart?
- Wil jij heilig leven voor God, omdat dat is Wie Hij is?
- Je kan alleen heilig zijn “in Hem”, door de waarheid, door Zijn werk
- Wil jij Hem "welbehaaglijk” zijn en leven?
- Laat zonde, comfort en God niet juist zien niet in de weg zitten.
Romeinen 12:1 “Ik roep u er dan toe op, broeders, door de ontfermingen van God, om uw lichamen aan God te wijden als een levend offer, heilig en voor God welbehaaglijk: dat is uw redelijke godsdienst.”