2024.0114 – De Vrucht Van De Tong
Spreuken 18:21
[CC Haarlemmermeer, 14 januari 2024]
Alle Schriftreferenties zijn genomen van de Herziene Statenvertaling (HSV), tenzij anders aangegeven
INTRODUCTIE
Mijn beide zonen doen aan judo en ze doen dat in de gymzaal van het lokale buurtcentrum, wat letterlijk drie minuten lopen van ons huis is. Heerlijk dichtbij. En wat we dus vrijwel altijd doen is dat ze thuis al hun judo pak aantrekken, en dan op hun schoenen met de slippertjes in de hand naar judo lopen zodat ze daar alleen maar even hun schoenen uit hoeven te trekken en de slippers aan voor in de zaal. Nu heeft de judo school een aantal voor de hand liggende regels, zoals bijvoorbeeld dat de nagels kort moeten zijn en het judo pak schoon. Spreekt voor zich, en ook helemaal mee eens. Het blijkt echter dat men toch veelal met een vuil judo pak verschijnt, en dit komt vooral omdat men het judo pak thuis al aantrekt en dan op de fiets komt, of achter op de fiets. Bij droog weer prima, maar bij nat weer is dat een ander verhaal. Dus een paar weken geleden vertelde Heidi tijdens het diner dat de meester nu gezegd had dat niemand meer thuis z’n pak mocht aantrekken zodat het schoon blijft. En ik weet niet waarom maar ik kon mijn irritatie hierover niet onderdrukken en begon Heidi eens haarfijn uit te leggen waarom ik het daar helemaal niet mee eens was. In het kort: Ja, het is mijn verantwoordelijkheid als ouder dat het judo pak schoon aankomt. Hoe ik dat regel is irrelevant. Ja, de leraar mag eisen dat het judo pak schoon aankomt, maar kan niet voor mij bepalen hoe ik dat als ouder doe. Enfin, ik voelde mijn emoties oplaaien, was verontwaardigd, had het over schending van grenzen en trok het tot aan het ridicule door. Compleet nutteloos natuurlijk, want Heidi was slechts de boodschapper en ik was ook zeker niet boos op haar, maar uitte wel al mijn frustraties over de situatie op haar. En achteraf, als je bedaard bent, denk je ‘waarom liet ik me nu zo gaan?’
Ik denk dat we allemaal wel spijt of verdriet hebben gehad van een situatie waarin we de controle verloren over onze tong en daarmee andere kwetsten met onze woorden, toch? Situaties waarvan je achteraf dacht: dat had ik niet of anders moeten zeggen, dat kwam er niet lekker uit. Een situatie waarin je je misschien zelf aangevallen of niet begrepen of gekwetst of gefrustreerd voelde en voordat je het weet reageer je met woorden die de situatie er niet beter op maken.
God heeft behoorlijk veel te zeggen over ons gebruik van woorden, vooral in het boek Spreuken. Van de ruim negenhonderd verzen in dit boek hebben er bijna tweehonderd direct of indirect te maken met ons woordgebruik. Dat is best veel (bijna 20%), niet? Kan het zo zijn dat God ons kent en ons iets wil vertellen hiermee? Ik denk het wel. En in Spreuken 18:21 vinden we denk ik de kern van het gebruik en het effect van de woorden die we zeggen; alle woorden die we zeggen. Het zegt het volgende, “Dood en leven zijn in de macht van de tong, wie hem liefheeft, zal de vrucht ervan eten.” Dit is waar we vandaag naar gaan kijken. Hoe dood en leven in de macht van de tong zijn, en dat we de vruchten hiervan zullen eten ongeacht onze keuze hierin.
Laten we bidden.
[Openingsgebed]
TWEE RICHTINGEN
De tong heeft macht. Het is niet zwak of onvermogend, maar heeft kracht, gezag, en potentieel. De tong is slechts een kleine spier, het weegt slechts een beetje, en zit verstopt in onze mond. Maar deze kleine spier heeft meer kracht dan de sterkste man ter wereld. En het is niet dat de tong meer gewicht kan tillen, maar dat de tong veel meer schade kan aanrichten. Als we lezen wat Jakobus in hoofdstuk drie van zijn brief over de tong te zeggen heeft, dan zouden we lezen dat de tong in staat is het hele lichaam in toom te houden als een bit in de mond van een paard, maar dat het ook in staat is het hele lichaam in een richting te dirigeren zoals een klein roer, gedreven door een sterke wind, richting geeft aan een groot schip. De tong is in staat om enorm op te scheppen en zoals een kleine vlam een hele bosbrand te veroorzaken. En we houden ervan! We houden van de macht van de tong. We houden ervan om te praten. We praten de hele dag door. Als we ’s ochtends wakker is het eerste wat we doen tegen onszelf praten. Ga ik die wekker negeren, of ga ik er toch uit? We zeggen wellicht goedemorgen tegen onze partner of kinderen. We praten op school, op werk, bij de bakker. We reageren op vragen. We geven presentaties. We praten om vriendschappen te verdiepen, kinderen op te voeden, om onszelf uit te leggen, onszelf te verdedigen, onze mening te geven, om liefde of genegenheid te uiten aan onze dierbaren. We praten met God in gebed. Elke dag van ons leven en elke relatie die we hebben is vol van woorden. Het schijnt dat we gemiddeld zo’n 16.000 woorden per dag spreken, of we nou man of vrouw zijn. En we houden ervan. We houden van praten en we houden van de macht van de tong.
Waarom? Het is hoe we zijn gemaakt. We zijn gemaakt in het evenbeeld van God, en God praat. God schiep de hemel en aarde door te spreken. God gebood Adam om niet van de vrucht te eten. God sprak tot Mozes vanuit een doornstruik, en onthulde Zijn Naam. God sprak door Zijn profeten. God sprak tot Jezus en zei, “Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb!”[1] God onthulde Zichzelf, Zijn plan, Zijn doel met woorden. En aangezien we in zijn evenbeeld zijn gemaakt spreken wij ook, en onthullen wij onszelf en onze bedoelingen ook met woorden.
En in Genesis hoofdstuk één was de wereld van communicatie een wereld van vrede, waarheid, en leven. Alles dat werd gesproken was een reflectie van de glorie van God. Elk woord dat werd gesproken was volgens Zijn standaard en norm en volgens Zijn ontwerp. De woorden van Adam en Eva waren geworteld in Gods glorie en heerlijkheid, en het was Zijn evenbeeld dat ze afgaven.
Maar dan in Genesis 3 horen we een andere stem, en spreekt Satan. En hij spreekt tot Eva. En voor het eerst wordt de positie en het gezag en de woorden van God betwist. Voor het eerst worden woorden gesproken die niet volgens Gods norm en ontwerp zijn, die niet de glorie van God reflecteren. Het gezag van God wordt uitgedaagd. Een leugen wordt gesproken. Satan probeert Eva te laten twijfelen aan de goedheid van God. Als God liegt hoe kan Hij dan goed zijn? Satan probeert Eva te laten twijfelen aan de slechtheid van zonde. Als die vrucht goed voor haar was, waarom wil God dan niet dat zij het heeft? Beschuldigende woorden worden gesproken en er wordt uitleg van het leven gegeven anders dan wat God getoond had. En als het gevolg van die woorden maakt Eva een keuze en kwam er zonde in de wereld. En het resultaat? Net zoals Satan God tegensprak zien we dat de mens elkaar tegenspreekt. Toen God Adam confronteerde en vroeg of hij van de boom had gegeten wijst hij onmiddellijk naar Eva. En Eva op haar beurt wijst naar Satan. Hun woorden waren een reflectie van Satan geworden, waren nu geworteld in Satan en ze gaven nu zijn evenbeeld af. De strijd om woorden begint. De strijd van twee stemmen, God en Satan.
Vroeger, lang geleden, zat ik op voetbal en als we dan in het weekend een wedstrijd speelde dan waren er natuurlijk altijd ouders, meestal vaders, die er ook bij waren om te kijken. Tijdens de wedstrijd stond de coach dan langs de lijn om aanwijzingen te geven. Maar er was ook altijd wel een vader die vond dat hij ook de coach was en stond net zo hard vanaf de zijlijn instructies te roepen, die vaak tegengesteld waren aan die van de coach. Mijn oudste zoon, Elias, deed eerder dit jaar mee met een schoolvoetbal toernooi, en ik was niet verbaasd te zien dat het nu nog steeds hetzelfde gaat trouwens. Er is altijd die ene vader. Maar het punt is, de spelers horen twee stemmen, maar welke volgen ze. En om de juiste stem, de stem van hun coach, te horen en te volgen moeten ze te midden van de strijd zijn stem kunnen herkennen.
Dus als Spreuken 18:21 zegt, “Dood en leven zijn in de macht van de tong, wie hem liefheeft, zal de vrucht ervan eten” dan lezen we dat de macht van de tong ons in één van twee richtingen kan leiden: de richting van leven of de richting van dood. Maar dat welke richting we ook kiezen, we zullen de vruchten er van plukken, positief of negatief. Als het woord dat we spreken gegrond is in de stem van God dan brengt het leven en goede vrucht. Als het woord dat we spreken gegrond is in de stem van Satan dan brengt het dood en slechte vrucht. Twee stemmen, twee richtingen, twee vruchten.
Laten we verder kijken naar deze twee richtingen.
DE TONG BRENGT DOOD VOORT
Laten we eerst kijken naar hoe de tong dood voortbrengt. Hier is het probleem. Sinds de val van Adam en Eva zijn we niet alleen de heerschappij over aarde kwijtgeraakt, maar zijn we ook de heerschappij over dit kleine instrument, de tong. Vanwege de zondeval luisteren we nu, bewust of onbewust, naar de stem van Satan in ons leven, zijn al onze woorden geworteld in hem, en reflecteren we zijn evenbeeld. Jakobus zegt in zijn brief in hoofdstuk drie vers zes en acht dat onze tong een vuur is, “een wereld van ongerechtigheid, die onze lichaamsdelen in brand steekt. Want hij besmet het hele lichaam, en zet onze levensloop vanaf het begin in vlam, en ze wordt zelf door de hel in vlam gezet. […] Ze is een niet te bedwingen kwaad, vol dodelijk vergif.” Heftige woorden, dit is onze natuurlijke, zondige staat.
Onze woorden brengen een wereld vol ongerechtigheid voort, want ze zijn in vlam gezet door de hel. En net als Satan willen we zijn als God en over alles en iedereen heersen; of we dat nu altijd realiseren of niet. En we gebruiken onze woorden om dat voor elkaar te krijgen. En dus liegen we, en roddelen we, en vleien we om onze zin te krijgen. We worden boos als we onze zin niet krijgen, of we zeggen helemaal niets meer (denkend dat dat wijsheid laat zien). We spreken zonder te luisteren, omdat we toch niet echt geïnteresseerd zijn in wat de ander te zeggen heeft omdat we het op onze manier willen. We zeggen vaak te veel omdat we er zeker van willen zijn dat we gehoord en begrepen worden. Mensen sterven als gevolg van het gesproken woord. De tong kan een massavernietigingswapen zijn dat oorlogen begint. Maar de tong kan ook zorgen voor de dood van een huwelijk, kan families uit elkaar rukken, vriendschappen verbreken, kerken uit elkaar doen vallen, carrières doen eindigen, en reputaties vernietigen.
Zoals ik al eerder zei heeft God in het boek Spreuken veel te vertellen over het gebruik van woorden, dus ook over het dodelijke gebruik van de tong. Een paar voorbeelden die denk ik redelijk voor zich spreken. Spreuken 18:2 (NBV) zegt, “Een dwaas is niet geïnteresseerd in inzicht, hij wil alleen zijn eigen mening kwijt.” In Spreuken 29:20 (NBV) lezen we, “Heb je wel eens iemand gezien die altijd met zijn woorden klaarstaat? Voor een dwaas is er meer hoop dan voor hem.” En Spreuken 16:28 zegt, “Een vals karakter zaait voortdurend tweedracht, een lasteraar drijft vrienden uit elkaar.” God is overduidelijk als het gaat om het gebruik van de tong als het tot doel heeft dood voort te brengen, want Hij zegt in Spreuken 6:16 (NBV), “Zes dingen haat de HEER, zeven dingen zijn hem een gruwel” en van die zeven dingen gaan er drie over het foute gebruik van woorden: een valse tong (vers 17), een valse getuige die leugens blaast (vers 19), en iemand die tussen broeders twisten teweegbrengt (vers 19).
Een aantal jaren geleden was ik zeer actief op Facebook en spendeerde ik veel tijd aan niet alleen iets zelf te plaatsen, maar ook veel tijd om te reageren op anderen. Mijn focus hierin was altijd Gods Woord. Ik wilde mensen wijzen op wat God zei in Zijn Woord, maar daarmee was ik mensen ook vaak terecht aan het wijzen met Gods Woord. Ik had ellelange discussies met mensen die ik kende of niet kende om ze te overtuigen van wat Gods Woord zei over iets. En het heeft echt tijd gekost om tot inkeer te komen dat ik niet goed bezig was, niet de waarheid in liefde sprak, niet woorden van leven sprak. De pen, en ook de digitale pen, is een machtig wapen en social media is een prachtig platform om achter te verschuilen. De vrucht van al mijn inzet, van al mijn geschreven woorden, was dood. Het had een negatief effect op relaties met broeders en zusters en hoe mensen mij zagen, want je bent wellicht in een discussie met één persoon, maar er is een hele wereld van mensen die meeleest zonder te reageren, maar waar je ook naar getuigd.
DE TONG BRENGT LEVEN
Dus, hoe zorgen we er nu voor dat onze woorden leven voortbrengen in plaats van dood? Hebben we eigenlijk wel een keuze? Kunnen we überhaupt kiezen of we onze woorden dood of leven voortbrengen? Nee, helaas. Eerder las ik uit Jakobus hoofdstuk drie vers 6 en het eind van vers 8, maar luister wat er tussen in staat in vers 7 en het begin van 8. “7Want elke natuur, zowel van wilde dieren en vogels als van kruipende dieren en zeedieren, wordt getemd en is getemd door de menselijke natuur. 8Maar de tong kan geen mens temmen…”
Iedereen die wel eens naar het circus is geweest of naar het Dolfinarium weet dat dieren te temmen zijn. We zijn dan vaak ook verbaasd over wat allemaal mogelijk is. Ik bedoel, hoeveel tijd en energie kost het om een leeuw dusdanig te temmen dat je je hoofd in zijn bek doet en dat die leeuw dan niet denkt: lunch! We weten dat dieren getemd kunnen worden, en het resultaat is vaak spectaculair en sensationeel. De mens is ook tot veel in staat en heeft een enorme capaciteit tot opoffering en zelfbeheersing. De fitnesscentra lopen over van mensen die hun fysieke lichaam proberen te temmen, bijvoorbeeld. Of denk in het extreme aan mensen die de Mount Everest beklimmen en zichzelf blootstellen aan de vlieghoogte van een 747 en hun lichaam letterlijk afsterft. Wij keken laatst naar een documentaire op Netflix over een Nepalese bergbeklimmer die alle veertien bergen boven de acht kilometergrens wilde beklimmen. Een persoon was hem daarin voorgaan de jaren 70-80 en heeft er toen zestien jaar over gedaan, maar deze man was in 2019 van plan om dit in zeven maanden te doen, en het is hem uiteindelijk gelukt in iets meer dan zes maanden. En dit jaar heeft iemand het in slechts 92 dagen gedaan. De mens kan veel temmen, maar er is geen mens die de tong kan temmen. Begrijp me niet verkeerd, we proberen het wel natuurlijk. En soms gaat het misschien goed voor een tijdje, dat krampachtig jezelf inhouden en beloven niks te zeggen, maar temmen, nee.
Geen mens kan de tong temmen. Het is een niet te bedwingen kwaad, door de hel in vlam gezet. Geen mens kan de tong temmen. Dus wat doen we? We kijken naar Jezus. Het is alleen door de dood van Jezus aan het kruis dat we dit rusteloze kwaad kunnen uitroeien en dit hellevuur kunnen blussen. Het is alleen door Jezus die mishandeld werd, maar Hij “…verzette zich niet en deed zijn mond niet open. Als een schaap dat naar de slacht wordt geleid, als een ooi die stil is bij haar scheerders deed hij zijn mond niet open.”[2] Waarom was Jezus stil? De Schotse predikant Sinclair Ferguson zegt hierover het volgende, “Jezus was stil vanwege elk woord wat van nature over onze lippen is gekomen, en wat voldoende reden is voor God om een ieder van ons voor alle eeuwigheid te verdoemen omdat we Hem en Zijn beeld hebben vervloekt met onze woorden. En Jezus is in deze wereld gekomen om het oordeel van God te dragen tegen de zonde van onze tongen. Dus toen Jezus voor de hoge priester stond, bleef Hij stil, en Hij droeg aan het kruis de zonden van onze lippen en onze tong.”[3] Het is vanwege Jezus’ dood aan het kruis dat de zonden van onze tong voor altijd betaald zijn. En het is vanwege Zijn wederopstanding dat we hoop hebben om weer leven met onze tong te brengen, om weer woorden te spreken die geworteld zijn in God, en Zijn glorie weerspiegelen.
Weten we nog wat er gebeurde tijdens het Pinkerfeest in Handelingen 2? In de eerste vier verzen van dat hoofdstuk lezen we, “Toen de dag van het Pinksterfeest aanbrak waren ze allen bij elkaar. Plotseling klonk er uit de hemel een geluid als van een hevige windvlaag, dat het huis waar ze zich bevonden geheel vulde. Er verschenen aan hen een soort vlammen, die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten, en allen werden vervuld van de heilige Geest en begonnen op luide toon te spreken in vreemde talen, zoals hun door de Geest werd ingegeven.” De Heilige Geest werd uitgestort als tongen van vuur, en een ieder werd gedoopt met de Heilige Geest en met vuur. Het idee van het beeld van vuur is vaak zuivering, zoals een goudsmid vuur gebruikt om goud puur te maken, of zoals vuur het tijdelijke kan wegbranden waardoor alleen wat zal duren overblijft. We kunnen ook lezen in Mattheus 3:11 dat een ieder die in Jezus gelooft en wedergeboren is, ook gedoopt is in het vuur van de Heilige Geest. Geen mens kan de tong temmen, maar de tong kan onder de macht en controle van de Heilige Geest worden gebracht. Alleen als we wandelen in en ons laten leiden door de Heilige Geest kunnen we woorden spreken die leven brengen.
APPLICATIE
Maar hoe pakken we dit aan? Hoe kunnen we de Heilige Geest de teugels over onze tong geven zodat het tot leven leidt?
Ik denk dat we als eerste moeten inzien hoe vernietigend onze woorden kunnen zijn. Zolang we niet serieus zijn in ons gebruik van woorden zal er niks veranderen. Als ik alleen al denk aan de hoeveelheid gedachteloze, onaardige, geïrriteerde, en klagende woorden er elke dag in glippen, thuis en op het werk, dan realiseer ik zelf dat ik er nog niet serieus genoeg mee bezig ben. We moeten onszelf als doel stellen evenveel waarde aan woorden te hechten zoals de Bijbel dat doet, en niet vergeten dat Mattheus 12:36 zegt dat we van elke nutteloos woord dat we spreken eens rekenschap zullen moeten afleggen. En dit is een werk van de Heilige Geest dat we niet kunnen forceren. Hij moet ons overtuigen van de zonde van woorden in ons leven. Onze gezindheid moet vernieuwd worden, onze gedachten over onze woorden moeten veranderen. We moeten op een andere manier over woorden nadenken. We moeten net zoals Jezus nadenken over onze woorden, en Hij zei bijvoorbeeld in Johannes 12:49-50, “49Want Ik heb niet uit Mijzelf gesproken, maar de Vader, Die Mij gezonden heeft, Hijzelf heeft Mij een gebod gegeven wat Ik zeggen en wat Ik spreken moet. 50En Ik weet dat Zijn gebod eeuwig leven is. Wat Ik dan spreek, spreek Ik zoals de Vader Mij gezegd heeft.” Jezus zei wat de Vader Hem opdroeg te zeggen. Hij stelde Zijn woordgebruik volledig in dienst van Zijn Vader, want Hij wist dat de woorden van de Vader eeuwig leven brachten. Dat de vrucht van Zijn tong op die manier leven was.
Als tweede denk ik dat we onze vrijheid in Jezus moeten inzien. In Galaten 5:1 zegt Paulus, “Sta dan vast in de vrijheid waarmee Christus ons vrijgemaakt heeft, en laat u niet weer met een juk van slavernij belasten.” Jezus heeft ons gered en gerechtvaardigd en we zijn nu vrij om te kiezen naar welke stem we luisteren; die van God of die van Satan. We hebben nu de vrijheid om eindelijk te leven zoals Jezus dat van ons verlangt en dus ook de woorden te spreken die Jezus van ons verlangt door naar Zijn stem te luisteren. Dus waarom zouden we opnieuw er voor kiezen door te gaan met het luisteren naar de stem van Satan? Laten we onze vrijheid niet misbruiken! Als we door de Geest wandelen, als we ons laten leiden door de Geest, dan is het resultaat de vrucht van de Geest, en de vrucht van de Geest is woorden van leven die voortkomen uit een hart en karakter dat zich onderworpen heeft aan Hem.
Als derde denk ik dat we moeten inzien dat we nee kunnen zeggen tegen onze oude zelf. Romeinen 6:12-13 zegt, “12Laat de zonde dan niet in uw sterfelijk lichaam regeren om aan de begeerten daarvan te gehoorzamen. 13En stel uw leden niet ter beschikking aan de zonde als wapens van ongerechtigheid, maar stel uzelf ter beschikking aan God…” En in onze context betekent dat we de tong als lid niet langer ter beschikking hoeven te stellen als wapen van ongerechtigheid dat dood brengt, maar juist als een wapen van gerechtigheid voor God, dat leven brengt. Dat betekent niet dat we geen fouten mogen maken, maar als ons leven nog steeds primair gekenmerkt wordt doorat we onze een tong als wapen van ongerechtigheid gebruiken, dan hebben we nog niet ingezien dat we in geloof door de Heilige Geest nee kunnen zeggen tegen onze oude zelf, tegen die stem van Satan. We dienen onszelf namelijk als dood voor de zonde te rekenen, maar levend voor God in Christus (Rom. 6:11). We dienen onszelf als dood te zien voor de stem van Satan, maar levend voor de stem van God in ons leven.
Hoe groeien we in inzicht in deze punten? Gebed. Gebed is zeker geen magisch woord, maar het stelt God in staat om tot ons te spreken en onze inzichten en gedachten te herzien en vernieuwen, en het stelt ons in staat om ons kwetsbaar op te stellen en te leren. Het resultaat? De Heilige Geest krijgt de ruimte om in ons en door ons Zijn werk te doen. We leren Zijn stem te herkennen en verstaan, en we leren te vertrouwen op Zijn stem wanneer we iets moeten zeggen en wat we moeten zeggen, maar ook wanneer we gewoon stil moeten zijn. Als onze tong onder de macht van de Heilige Geest staat geeft het leven en brengt het goede vrucht voort. “Een zacht antwoord keert woede af…”[4] En, “het juiste woord op de juiste tijd is als een gouden appel op een zilveren schaal,” zegt Spreuken 25:11 (NBV). En Spreuken 12:25 zegt, “Bezorgdheid in iemands hart drukt het terneer, maar een goed woord verblijdt het.” Spreuken 15:23 (NBV) zegt zelfs, “Een mens vindt vreugde in een goedgekozen antwoord, de juiste woorden op de juiste tijd – hoe voortreffelijk is dat.” Woorden van leven brengen goede vrucht voort, want het betekent dat we luisteren naar de stem van Jezus in ons leven en ons laten leiden door de Geest.
CONCLUSIE
In Lukas 6:45 (NBV) zegt Jezus, “waar het hart vol van is daar loopt de mond van over”. Een kritisch hart produceert een kritische tong. Een zelfingenomen hart produceert een veroordelende tong. Een bitter hart produceert een bijtende tong. Een ondankbaar hart produceert een mopperende tong. Maar een liefdevol hart produceert een genadige tong. Een trouw hart produceert een eerlijke tong. Een vreedzaam hart produceert een verzoenende tong. Een vertrouwend hart produceert een bemoedigende tong.
Waar loopt onze mond van over? In Handelingen 4 staat een mooi verhaal hoe Petrus en Johannes vervuld van de Heilige Geest voor de leiders van het volk staan en vrijmoedig over Jezus spreken. En na afloop waren die leiders zo verbaasd dat deze gewone ongeletterde mannen zo vrijmoedig kon spreken dat ze zich realiseerden dat ze samen met Jezus waren geweest. Wie heeft er wel eens in een lift gestaan met allemaal niet-rokers, en dat er dan een roker instapt? Wat valt je op? Niet alleen verandert de geur in de lift, maar zelfs als de roker de lift weer uitstapt blijft die geur hangen, toch?
Laat dit de vrucht van de tong zijn, dat onze tong zo getemd is door de Heilige Geest dat Gods woorden zo rijkelijk uit ons vloeien dat we met geen andere geur kunnen spreken, en dat als we een ruimte verlaten dat de mensen zich afvragen, “Waar kwam die persoon vandaan?” en dat ze dan concluderen dat dit iemand geweest moet zijn die samen met Jezus is geweest.
Laten we bidden.
[1] Mat. 3:17
[2] Jes. 53:7 (NBV)
[3] https://www.desiringgod.org/messages/the-tongue-the-bridle-and-the-blessing-an-exposition-of-james-3-1-12
[4] Spr. 15:1