2023.1022 – Een Stem Uit De Woestijn
Wees Dienstbaar #2
Markus 1:2-8
[CC Haarlemmermeer, 22 oktober 2023]
Alle Schriftreferenties zijn genomen van de Herziene Statenvertaling (HSV), tenzij anders aangegeven
INTRODUCTIE
Vorige keer hebben we een begin gemaakt aan het evangelie van Markus door te kijken naar het eerste vers. En we hebben gezien dat dit evangelie gecentreerd is rondom twee belijdenissen. De eerste helft van het boek bouwt op naar de belijdenis van Petrus dat Jezus de Christus, de Messias, is, en de tweede helft van het boek bouwt op naar die enorme climax, de kruisiging van Jezus, waarna we direct de belijdenis van de hoofdman hebben dat Jezus de Zoon van God is. Deze twee belijdenissen zien we terug in het openingsvers van dit boek, en vormen de kern van Markus’ evangelie.
Vervolgens hebben we samen een reis gemaakt door het Nieuwe Testament om een beter en breder beeld te krijgen van wat het Evangelie nu eigenlijk is. Wat is dit goede nieuws, en waarom is het goed nieuws? Het is de komst van de levende God. Het is de komst van de soeverein heersende Koning, die is gekomen in de persoon van Jezus Christus als onze Redder. En Jezus is onze redder omdat Hij het zondeloze leven leidt dat wij hadden moeten leiden en de dood sterft die wij hadden moeten sterven. Jezus sterft in onze plaats voor onze zonde om zo voor onze zonde te betalen en de weg weer vrij te maken naar God de Vader. En Hij is begraven en is drie dagen later weer opgewekt en heeft zo de dood overwonnen en eeuwig leven mogelijk gemaakt voor ons op basis van geloof in Hem. Dat is in de kern het Evangelie.
En wij zijn tot de conclusie gekomen dat alhoewel er vele aspecten zijn aan het Evangelie, en we vele prachtige dingen krijgen als onderdeel van het Evangelie, dat uiteindelijk de kern is dat God Zelf het Evangelie is. Wat het goede nieuws ultiem goed maakt is dat we God krijgen. God is het Evangelie, en het is dus belangrijk dat we de giften niet boven de Gever stellen. Wij krijgen God. En als we het Evangelie zouden moeten samenvatten in een korte zin dan zouden we kunnen zeggen: het Evangelie is dat God door Jezus verzoening heeft mogelijk gemaakt met Hem.
We hebben ook gezien dat dit Evangelie een uitnodiging is, een oproep is, die naar een ieder uitgaat. Ook naar ons vandaag. Het vraagt om een reactie. Zowel initieel als continu. En het is een oproep tot geloof en bekering. En het is dit aspect van bekering dat we in onze tekst van vandaag ook weer gaan terugzien.
Dus sla je Bijbel open naar het eerste hoofdstuk van het evangelie van Markus en laten we samen vers twee tot en met acht lezen, en kijken naar de komst van Johannes de Doper.
“2Het is zoals er geschreven staat in de profeten: Zie, Ik zend Mijn engel voor Uw aangezicht, die voor U uit Uw weg gereed zal maken, 3en: De stem van iemand die roept in de woestijn: Maak de weg van de Heere gereed, maak Zijn paden recht. 4Johannes kwam in de woestijn en doopte en predikte een doop van bekering tot vergeving van zonden. 5En heel het Judese land en de inwoners van Jeruzalem liepen naar hem uit; en zij werden allen door hem gedoopt in de rivier de Jordaan, terwijl zij hun zonden beleden. 6En Johannes was gekleed in kameelhaar en had een leren gordel om zijn middel, en hij at sprinkhanen en wilde honing. 7En hij predikte en zei: Na mij komt Hij Die sterker is dan ik, bij Wie ik het niet waard ben neer te bukken en de riem van Zijn sandalen los te maken. 8Ik heb u wel gedoopt met water, maar Hij zal u dopen met de Heilige Geest.” (Mk. 1:2-8)
Laten we bidden.
[Openingsgebed]
DE HERAUT
Nadat Markus in zijn openingsvers de komst van het Evangelie, de komst van de Koning, heeft aangekondigd, gaat hij nu beginnen dit vorm te geven. Hoe gaat het Evangelie zich ontvouwen?
#1 – De Belofte van de Heraut (2-3)
Je zou verwachten dat aangezien de komst van het Evangelie de komst van de Koning betekent, dat Markus hiermee begint. Hij begint echter met de belofte van de heraut, de boodschapper, van de koning. En dat is niet vreemd als je er over nadenkt, want Markus schrijft aan Heidenen in Rome en dit past binnen hun wereldbeeld, waarin het gebruikelijk is dat de komst van de Koning voorafgegaan wordt door een gezaghebbende, geloofwaardige heraut die de komst van de Koning zou aankondigen. Geen koning kwam ooit gewoon langs en zei, “Hoi, ik ben er; ik ben de koning.” De koning had altijd een voorloper. De koning had altijd een gevolg, een entourage. De koning had altijd iemand die vóór hem kwam om hem aan te kondigen, om de weg en de mensen voor te bereiden op zijn komst, en hij werd dan op gepaste wijze geïntroduceerd door iemand die authenticiteit en autoriteit bezat om zo een introductie te maken.
Dus Markus, in lijn der verwachting, gaat naar het Oude Testament, maar niet voor een profetie over de Koning, niet voor een profetie over Jezus, maar naar een profetie over de belofte van de heraut van de Koning, om hem op die manier de authenticiteit en autoriteit te geven om te mogen spreken. En hij zegt in vers 2-3, “2Het is zoals er geschreven staat in de profeten: Zie, Ik zend Mijn engel voor Uw aangezicht, die voor U uit Uw weg gereed zal maken, 3en: De stem van iemand die roept in de woestijn: Maak de weg van de Heere gereed, maak Zijn paden recht.”
Als we naar deze twee profetieën kijken dan zien we in vers 2 (uit Maleachi 3:1) dat God iemand voor Zich uit ging sturen, een heraut, en we zien in vers 3 (uit Jesaja 40:3) dat diegene die God voor Zich uit ging sturen de stem is van iemand die roept in de woestijn. Het gaat hier om een en dezelfde persoon wiens taak het zal zijn om de weg van de Heere gereed te maken. Met andere woorden, als we dus een stem van iemand uit de woestijn horen om de weg voor de Heere gereed te maken, dan weten we dus dat dit de persoon is die door God gestuurd is.
Niet alleen geven deze profetieën de nodige authenticiteit en autoriteit aan de heraut, maar de achtergrond van deze profetieën schetsen tegelijk ook een krachtig beeld van wat gaat komen. Als we kijken naar Jesaja 40:3 dan lezen we dat de Heere, Jahweh, gaat komen. De Jahweh[1] die hemel en aarde geschapen heeft, de Jahweh[2] die vanuit de doornstruik tot Mozes sprak, de Jahweh wiens heerlijkheid de tabernakel[3] vervulde en later de tempel[4], die gaat komen. En die Jahweh is God die gaat komen, en opnieuw zal Zijn heerlijkheid openbaard worden. Vandaar dat als Jezus straks komt, Johannes (de discipel, niet de doper) ook kan zeggen in Johannes 1:14 dat wij Zijn heerlijkheid gezien hebben. En net als in Jesaja komt God om herstel te brengen, om Zijn volk terug te brengen naar Hem. En dit is natuurlijk een bericht wat het Joodse volk dringend moest horen. En ook wij heden ten dage verlangen zo naar herstel. Herstel voor onszelf omdat we van onszelf weten dat we niet functioneren zoals bedoeld. Vandaar dat de boekwinkels ook vol staan met zelfhelp boeken. We zijn niet tevreden, we willen meer, beter. We zien dit ook in Maleachi 3:1 als in de verzen daarvoor Israël klaagt dat God de goddelozen lijkt te belonen en dat God Zijn gerechtigheid niet uitoefent in de wereld, dan reageert God op hun aanklacht door te zeggen dat Hij een heraut voor Hem uit zal sturen om vervolgens Zelf als “boodschapper van het verbond”, als Messias, Jezus, zelf te komen om alles recht te zetten. Woorden die voor een volk onderdrukt door de Romeinen natuurlijk als een muziek in de oren klinken. Wij worden niet onderdrukt maar zien de wereld om ons heen en hoe het gaat en zien het onrecht wat wordt aangedaan, en verlangen naar God die terugkomt om alles recht te zetten.
#2 – De Komst van de Heraut (4a,6)
En dan lezen we in de eerste woorden van vers 4, “4Johannes kwam in de woestijn…” en als we naar het Evangelie van Johannes gaan dan staat daar in vers 1:23 als de priesters en Levieten uit Jeruzalem komen om hem te vragen wie hij is dan staat er, “Hij zei: Ik ben de stem van iemand die roept in de woestijn: Maak de weg van de Heere recht, zoals Jesaja, de profeet, gesproken heeft.” Met andere woorden, deze Johannes ís de heraut die beloofd is. Wat een monumentale gebeurtenis! Vierhonderd jaar na de woorden van Maleachi, na al die tijd, is er niet alleen geen stilte meer, maar wordt de stilte onderbroken met de woorden dat de heraut van de Heer gekomen is. En dat is goed nieuws, want dat betekent dat de Koning, dat God, niet ver achterblijft. De komst van Johannes is niet alleen voor het volk Israël, maar voor de hele wereld een monumentale gebeurtenis, want het is het begin van het ontvouwen van het Evangelie, het begin van het ontvouwen van Gods grote reddingsplan voor de wereld.
En oh, wat hebben wij vandaag deze woorden ook nodig om te horen. We hebben het niet alleen nodig om te horen dat we redding nodig hebben en dat God door Jezus deze redding verzorgd heeft voor ons, en dat we een God hebben die zoveel om ons geeft en zo voor ons zorgt dát Hij ons wil redden en weer terug bij Hem wilt hebben, en ons wilt herstellen naar Zijn evenbeeld. Maar we hebben het ook nodig om te zien dat God Zijn beloften nakomt, en dat Hij dit doet in Zijn timing en op Zijn manier. Dat we een God hebben die te vertrouwen is omdat dat Zijn karakter is, en dat we op Hem en Zijn Woord, Zijn beloften, kunnen bouwen. We mogen weten dat Hij een vast en onwrikbaar anker voor de ziel is. God zegt wat Hij meent, en meent wat Hij zegt. Als je in gebed iets hebt gevraagd aan God en Hij heeft met ‘ja’ beantwoord, dan gaat Hij dit ook doen, in Zijn timing en op Zijn manier. Als de stormen in ons leven opsteken, dan mogen we weten en ervaren dat we op Hem kunnen leunen op basis van wat Hij zegt in Zijn Woord. Keer op keer spreken bijvoorbeeld de psalmen hoe God een toevlucht is, en hoe dat ook zo ervaren wordt. “God is ons een toevlucht en kracht; Hij is in hoge mate een hulp gebleken in benauwdheden.” (Ps. 46:2) “Ik echter zal van Uw macht zingen en ’s morgens vrolijk zingen van Uw goedertierenheid. Want U bent voor mij een veilige vesting geweest, een toevlucht in de dagen dat angst mij benauwde.” (Ps. 59:17) Oh, hoe kostbaar zijn de beloften van God, en hoe kostbaar is het dat we ze in Zijn Woord ook mogen zien uitkomen.
Er is veel wat we over deze Johannes kunnen zeggen, of wat Markus had kunnen zeggen, en de andere Evangeliën vertellen ook veel over hem. We kunnen het hebben over het prachtige verhaal van Zacharias en Elizabet, zijn ouders, en hoe ze zwanger werden. We kunnen het hebben over hoe Johannes reeds in de baarmoeder vervuld was met de Heilige Geest. Of dat hij familie was van Jezus. We kunnen het hebben over dat de moeder van Johannes en de moeder van Jezus toen ze beide zwanger waren elkaar hadden ontmoet en beide wisten dat God een wonder in hun gedaan had. We kunnen het hebben over hoe Johannes de culminatie is van de Oud Testamentische profeten. Je zou kunnen zeggen dat het Oude Testament niet eindigt bij Maleachi, maar bij Johannes. Of we kunnen de woorden van Jezus zelf over Johannes aanhalen in Mattheus 11:11 waar Hij zegt dat, “Onder hen die uit vrouwen geboren zijn, is niemand opgestaan die groter is dan Johannes de Doper”. Waarom? Omdat hij de grootste verantwoordelijkheid en eer had van iedereen ooit: namelijk om de komende Koning, de Messias aan te kondigen en de weg voor Hem gereed te maken. Maar Markus zegt niets van dit alles.
Het enige wat Markus zegt is iets over zijn uiterlijk en zijn eten. “6En Johannes was gekleed in kameelhaar en had een leren gordel om zijn middel, en hij at sprinkhanen en wilde honing.” Vreemd, niet? Wil hij ons alleen laten weten dat Johannes een vreemde snuiter was? Ik denk het niet. Ik denk dat het in lijn is met wat Markus tot nu toe probeert te doen, en dat is namelijk Johannes neerzetten als een belangrijk persoon. We hebben reeds gezien dat hij door de profeten is aangekondigd en door God Zelf is gestuurd, en in dit vers leren we een ander belangrijk aspect over Johannes.
Gekleed gaan in kameelhaar en een leren gordel zegt niet alleen iets over dat als je alleen in de woestijn je niet bezig houdt met de mode van de dag. In Zacharia 13 wordt gesproken over valse profeten en in vers 4 worden valse profeten die willen misleiden in verband gebracht met het dragen van een haren mantel. Waarom zou een valse profeet die wilt misleiden een haren mantel aantrekken? Omdat in die tijd een haren mantel werd gedragen door een ware profeet! Als Jezus zegt in Mattheus 7:15 om op onze hoede te zijn voor valse profeten in schapenvacht, dan is dat woord voor vacht hetzelfde als Mattheus een paar hoofdstukken eerder in 3:4 gebruikt om de kleding van Johannes mee te omschrijven, een ware profeet. Dezelfde omschrijving wordt tevens ook in 2 Koningen 1:8 gegeven voor Elia, en het wordt gezegd in Lukas 1:17 dat Johannes zal komen in de geest en kracht van Elia. Met andere woorden, Markus geeft niet veel informatie over Johannes, maar wat hij geeft is precies dat wat nodig is om hem én wat hij te zeggen heeft serieus te nemen als heraut voor de Koning en een ware profeet.
#3 – De Bediening van de Heraut (4-5)
Dus, Johannes is de heraut die de weg van de Heer gereed komt maken. Maar wat betekent dit en hoe doet hij dit? We lezen in vers 4-5, “4Johannes kwam in de woestijn en doopte en predikte een doop van bekering tot vergeving van zonden. 5En heel het Judese land en de inwoners van Jeruzalem liepen naar hem uit; en zij werden allen door hem gedoopt in de rivier de Jordaan, terwijl zij hun zonden beleden.”
Het gereedmaken van de weg is in dit geval het gereedmaken van de mensen om de Koning te ontvangen. Hoe deed hij dit? Hij “predikte een doop van bekering tot vergeving van zonden.” De mensen hadden vergeving van hun zonden nodig. En om vergeving van hun zonden te krijgen, moesten ze zich van hun zonden bekeren. En om hun berouw, hun bekering, te tonen moesten ze bereid zijn zich te laten dopen. De doop zelf bracht geen vergeving van zonden, maar maakte slechts duidelijk dat ze zich bekeerd hadden.
Dit was echt een radicale boodschap, want de Joden kenden in principe geen doop in die tijd. In het Oude Testament zien we dat het wassen bijna altijd bestemd was voor de Joodse gelovigen. Ze symboliseerden de reiniging van zonde en schuld. Terwijl offers vaak bedoeld waren om zonden te verzoenen, was wassen of baden vaak meer bij het reinigen van een zondige of onheilige toestand. We lezen bijvoorbeeld dat in Exodus 19 het hele volk hun kleding moest wassen om zo op de derde dag voor God te verschijnen als Hij van de berg naar beneden komt. We lezen in Leviticus 8 hoe onderdeel van het wijden van Aäron en zijn zonen Mozes hen met water waste. En we zien bijvoorbeeld in Leviticus 14 dat voor de reiniging van melaatsheid die persoon zijn kleren moest wassen en zichzelf met water moest wassen. Hetzelfde zien we in Leviticus 16 bij de Grote Verzoendag, dat onderdeel van de voorbereidingen van de hogepriester om in het heiligdom binnen het voorhangsel te komen, is dat hij zijn lichaam met water gewassen heeft. Dus ze kenden ceremoniële reinigingen, maar geen doop. Het is pas in de periode tussen het Oude en Nieuwe Testament (dus zeg maar vlak voor de komst van Johannes) dat er werd gedoopt als een Heiden zich bekeerde tot het Judaïsme.
Dat is het beeld wat de Joden op dat moment met de doop hadden: het was voor de Heidenen en hun bekering tot het Judaïsme. En hier komt Johannes en roept alle Joden op om zich te laten dopen! Dat is echt een radicale boodschap, want hij roept de Joden op om zichzelf niet als beter dan de Heidenen te zien, om zichzelf op gelijke voet te stellen met de rest van de wereld, en toe te geven dat zij, net als de Heidenen, uit zichzelf niet klaar waren om de komende Koning te ontmoeten, voor de komende Koning om Zijn koninkrijk te vestigen. En dat was een enorme bekentenis voor de Joden omdat ze de heidenen als minderwaardig zagen want zij hadden immers geen verbond met God.
Hij roept de Joden dus op tot een radicale bekering. En het bewijs van deze bekering was een radicale doop. Vandaar dat hij bekend stond als Johannes de Doper, omdat hij een radicale doop predikte voor alle mensen. Maar deze oproep tot bekering van Johannes was een oordeel! Hij predikte oordeel. Bekeer je, anders ben je niet klaar voor de komst van de Koning! Hij was een oordeelsprediker, een felle oordeelsprediker. Dat is wat de mensen ertoe aanzette met hun zonden af te rekenen. De angst dat wanneer de Messias eindelijk kwam, toen de nieuwe Koning Zijn troon besteeg en Zijn koninkrijk vestigde, zij van buitenaf naar binnen zouden kijken. En dus was hij een oordeelsprediker. Het oordeel was op komst. Maar hoewel God een God van oordeel was, was Hij ook een God van genade, en Hij bood vergeving van zonden aan voor degenen die zich bekeerden. En omdat praktisch iedereen deel wilde uitmaken van het koninkrijk van de Messias en niet buitengesloten wilde worden, trokken ze in grote getale naar Johannes om gedoopt te worden. Ze kenden de zondigheid van hun eigen hart en beleden deze in de doop.
#4 – De Houding van de Heraut (7-8)
Maar Johannes was slechts de heraut, slechts de voorloper. Hij was niet het hoofdprogramma, maar slechts het voorprogramma. Hij stond in de schaduw van wie er na hem kwam. Vandaar dat we lezen in vers 7-8, “7En hij predikte en zei: Na mij komt Hij Die sterker is dan ik, bij Wie ik het niet waard ben neer te bukken en de riem van Zijn sandalen los te maken. 8Ik heb u wel gedoopt met water, maar Hij zal u dopen met de Heilige Geest.”
Hij wijst naar Jezus. Hij die sterker is, is Jezus, Heer, Jahweh, God geopenbaard in het vlees, de Koning. Hij die na Johannes komt is op elke manier zoveel mooier, groter, beter dan Johannes dat er geen vergelijk is. Johannes zegt dat hij het niets eens waard is om de riemen van Jezus’ sandalen los te maken. Dit was echt de laagste taak die er voor een dienaar bestond. In oude Joodse bronnen[5][6] staat dat “een Hebreeuwse slaaf […] de voeten van zijn meester niet [mag] wassen, noch zijn schoenen aandoen” en “alle diensten die een slaaf voor zijn meester doet, moet een leerling voor zijn leraar doen, met uitzondering van het uittrekken van zijn schoenen.” Zo klein en onbenullig zag Johannes zichzelf ten opzichte van Jezus. En één van de redenen daarvoor is dat Johannes slechts met water kon dopen. Johannes doopte mensen die uitwendig aangaven gedoopt te willen worden, maar hij had geen inzicht noch invloed op wat er inwendig afspeelde in het hart. Het was een doop die mensen niet alleen kozen uit eigen wil, maar ook besloten op eigen kracht. Maar dat was alles wat Johannes kon doen. Dat was alles wat hem gevraagd was te doen als voorloper. Zoals Paulus zegt in Handelingen 19:4, “Johannes doopte met de doop van bekering en zei tegen de mensen dat ze moesten geloven in Degene die na hem zou komen, namelijk Jezus.” (ESV)
Maar Johannes zei dat Jezus zal dopen met de Heilige Geest. Zonder hier af te dwalen in allerlei theologieën over het dopen met de Heilige Geest; nee, Johannes heeft het hier niet over een charismatische tweede doop. Hij zegt slechts dat Jezus kan zorgen voor echte verandering van binnenuit. Dit is wat we bijvoorbeeld later in Johannes 3:3,5 lezen waar Jezus tegen Nicodemus zegt, “Als iemand niet opnieuw geboren wordt, kan hij het Koninkrijk van God niet zien. […] Als iemand niet geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk van God niet binnengaan.” De doop van Johannes kon dit niet bewerkstelligen, maar Jezus maakt “ons zalig […] door het bad van de wedergeboorte en de vernieuwing door de Heilige Geest.” (Tit. 3:5). Dit is waar de doop van Johannes naar verwees en wat de doop van Johannes heeft vervangen: de doop die complete innerlijke reiniging en vernieuwing geeft door de Heilige Geest, kijkend in geloof naar het voltooide werk van Jezus aan het kruis.
DE WOESTIJN
We zijn nu door de verzen heen gegaan en hebben ingezoomd op Johannes de heraut, de profeet: hoe hij beloofd was, hoe hij gekomen was, wat zijn bediening was, en naar wie hij verwees. Maar ik wil even uitzoomen om naar het grotere geheel te kijken. En als we uitzoomen dan zien we niet alleen Johannes, maar we zien ook dat hij in de woestijn is. En dat is significant. God en Israël hebben namelijk een hele bijzondere band met de woestijn die in uiting komt hier in deze verzen, maar ook in de verzen hierna als Jezus Zelf in de woestijn is.
We zien dit beeld van de woestijn voor het eerst in het boek Exodus en het was slechts bedoeld als een doortocht vanuit Egypte[7] naar het Beloofde Land. De woestijn was niet bedoeld als een plek om lang in te verblijven, maar dat werd het uiteindelijk wel. En zowel positieve als negatieve aspecten van de tijd in de woestijn zijn van belang hier.
Het Bijbelse concept van bekering is diepgeworteld in het beeld van de woestijn. Als we kijken naar wat de profeten te zeggen hebben over het bekeren van Israël als volk, dan is dat bekeren altijd een beeld van een terugkeer naar de oorspronkelijke relatie met de Heer. En dit betekent een terugkeer naar de woestijn en het begin de relatie van God met Zijn volk. Denk bijvoorbeeld aan Exodus 4:22 waar God Israël Zijn Zoon noemt, of Exodus 19 waar Israël Gods eigendom wordt, of Exodus 24 waar God een verbond sluit met Israël. Profeten zoals Hosea refereren aan Israëls tijd in de woestijn in positieve zin als een tijd van het ware zoonschap aan God, en verwijzen daarbij naar de toekomst waarin God opnieuw zo aan Zijn volk zal refereren. De oproep van bekering van Johannes is een oproep aan het volk om terug te keren naar de oorspronkelijke relatie met de Heer, een terugkeer naar het ware zoonschap.
In 1 Korinthe 10:2 zegt Paulus dat de tocht van Israël door de zee om uit Egypte te komen symbolisch een doop was in de zin dat het hen scheidde van hun oude leven. Deze uittocht en doop leidde tot het sluiten van het verbond in de woestijn. De oproep van Johannes voor de doop is een oproep tot opnieuw een uittocht uit hun oude leven als voorbereiding tot het sluiten van een nieuw verbond met God.
De woestijn was ook een plek van oordeel voor Israël. We kunnen lezen in Numeri dat uit angst het volk weigerde het Beloofde Land binnen te trekken en God veroordeelde hen hiervoor. De oproep van Johannes om naar de woestijn te komen betekent dat het volk gewillig moet zijn om haar eigen geschiedenis van ongehoorzaamheid en rebellie onder ogen te komen, en een nederig verlangen te uiten om opnieuw te beginnen. Dat Johannes vergeving van zonden predikt geeft de zekerheid dat God naast oordeel ook genade schenkt.
Ook het dopen met de Heilige Geest heeft een oorsprong in de woestijn. Jesaja beschrijft Israëls tocht door de woestijn als onder de leiding van de Heilige Geest[8] en dat dit het volk rust gaf[9]. Johannes roept het volk de woestijn in in afwachting van een belofte van een nieuwe uitstorting van de Heilige Geest[10] die de ultieme rust zal geven.
APPLICATIE
De woestijn als beeld van oordeel, bekering, en verbond is sterk denk ik, en dat beeld is in zekere zin ook op ons van toepassing. Wij delen niet dezelfde geschiedenis als Israël heeft met God, maar we delen wel in hun zwakheden en zonden, en dus delen we ook in dezelfde oplossing. Dus ik wil afsluiten met vier vragen. Vier vragen die ons denk ik brengen tot de kern van deze tekst.
#1 – Ben Je Bereid Gehoor Te Geven Aan De Stem Uit De Woestijn?
De eerste vraag is: ben je bereid gehoor te geven aan de stem uit de woestijn? Net als toen Johannes te horen was en opriep tot bekering, zo gaat de stem van God nog steeds uit en roept Hij op tot bekering. En de vraag is: hoor je die stem en geef je er gehoor aan? Onze wereld is zo vol geluid, zo vol met ruis. Wekkers, huisgenoten, koffiezetapparaat, muziek, buren, medereizigers, collega’s, echtgenoot, kinderen, etc. We kunnen ons bijna geen wereld zonder geluid voorstellen. Als het stil is worden we vaak onrustig; worden we geconfronteerd met onze eigen gedachten. In al dat is het vaak moeilijk om de stem van de Heer te verstaan. Kost het moeite om Zijn stem te onderscheiden van de ruis.
Maar hier hebben we een oproep om bedacht te zijn op Zijn stem. Zijn stem die ons roept en oproept om terug te keren naar Hem, om terug te keren naar hoe onze relatie met Hem hoort te zijn. Misschien ken je of herken je Zijn stem nog helemaal niet, dan is misschien vandaag de dag dat je Hem voor het eerst hoort met de uitnodiging om er gehoor aan te geven. Misschien hoor je Zijn stem, maar probeer je deze te onderdrukken omdat je Hem niet wilt horen, dan is dit het moment om je hiervan te bekeren en weer gehoor te geven aan Zijn stem. En misschien geef je al gehoor aan Zijn stem, dan is dit wellicht een moment om dankbaar te zijn dat je Zijn stem mag horen en gehoor aan geeft. God roept en roept ons terug naar Hem. Hij roept ons terug naar een plek van verzoening en herstel en liefde en genade. Geef gehoor aan Zijn stem.
#2 – Ben Je Bereid Om Egypte Te Verlaten?
De tweede vraag is: ben je bereid om Egypte te verlaten? Om aan de oproep van God tegemoet te komen moeten we in beweging komen. Moeten we keuzes maken. Moeten we voor Hem kiezen in plaats van ons. Egypte is altijd een beeld van zonde, van de wereld, van duisternis. Dat is waar we van nature zijn en in vast zitten. En dat is waar God ons uit vandaan roept, maar zijn wij bereid om die plek te verlaten? Als we eerlijk zijn naar onszelf zijn we zo van nature zo comfortabel in onze zonde. De reden dat we zondigen is simpelweg omdat we ervan houden. In Johannes 3:19 staat dat het licht in de wereld is gekomen, maar dat mensen de duisternis meer liefhebben dan het licht. Dit geeft aan hoeveel we van onze zonde houden. Maar Kolossenzen 1:13 zegt dat God ons uit de macht der duisternis heeft getrokken en overgezet heeft in het Koninkrijk van de Zoon. De vraag is of we handelen vanuit die waarheid of dat we liefst stiekem toch nog met één been in Egypte willen blijven staan. Het kostte niet veel tijd om Israël uit Egypte te krijgen, maar het kostte veertig jaar om Egypte uit Israël te krijgen. Zijn er nog zonden waar je maar al te graag aan vasthoudt, of ben je bereidt om Egypte echt achter je laten?
#3 – Ben je Bereid Om Je Rebellie En Ongehoorzaamheid Onder Ogen Te Komen?
De derde vraag is: ben je bereid om je rebellie en ongehoorzaamheid onder ogen te komen? Voor Israël om naar de woestijn te komen betekende haar zonden onder ogen komen en een verlangen uiten opnieuw te willen beginnen. In Gods aanwezigheid komen betekent geconfronteerd te worden met Zijn heiligheid. Van alle karaktereigenschappen van God is Zijn heiligheid het enige wat in de overtreffende trap genoemd wordt: heilig, heilig, heilig. En in de aanwezigheid van Zijn heiligheid worden we geconfronteerd met hoe zondig we zijn. Denk maar aan Jesaja toen hij oog in oog kwam met Gods heerlijkheid en zei, “Wee mij, want ik verga!”[11]. Echter aan het kruis heeft Jezus de prijs voor onze zonden betaald en de macht over de zonden overwonnen, waardoor we in staat zijn een andere keuze te maken en voor Hem te kiezen in plaats voor de zonde. In Jezus zijn we dagelijks en van moment tot moment in staat om opnieuw te beginnen. In Romeinen 8:13 zegt Paulus, “Want als u naar het vlees leeft, zult u sterven. Als u echter door de Geest de daden van het lichaam doodt, zult u leven.” Zijn we bereid om onze zonden onder ogen te komen, en er aan continu aan te sterven? “Als wij onze zonden belijden, dan zal hij, die trouw en rechtvaardig is, ons onze zonden vergeven en ons reinigen van alle kwaad.”[12] Hoe ontzettend mooi is het dat we zonder oordeel onze zonde onder ogen mogen komen, omdat deze aan het kruis betaald zijn door Jezus, en daarna dus nu juist de genade van God mogen ervaren?
#4 – Ben Je Bereid Om Door De Heilige Geest Geleid Te Worden?
De vierde en laatste vraag is: ben je bereid om door de Heilige Geest geleid te worden? Net zoals de Heilige Geest Israël door de woestijn leidde, is de leiding van de Heilige Geest beschikbaar in ons leven. Jezus zei dat Hij ons niet alleen achter zou laten, maar dat Hij een andere Trooster, een andere helper, een andere pleiter, zou sturen. En dat heeft Hij gedaan door de Heilige Geest te sturen. En als we in Christus zijn dan zijn wij gedoopt in de Heilige Geest en mogen we dagelijks vervuld zijn met de Heilige Geest om zo door Hem geleid te worden en door Hem te wandelen en te leven. En net zoals Johannes wijst naar Jezus, wijst de Heilige Geest ons naar Jezus. De Heilige Geest komt niet alleen langszij om ons te helpen, maar Hij zal ons ook helpen om onze ogen op Jezus gericht te houden. Als we ons door Hem laten leiden dan leidt Hij ons naar Jezus, dan leidt Hij ons naar vrijheid die alleen in de Jezus te vinden is. Dan leidt Hij ons naar rust die alleen in Jezus te vinden is. Dan leidt Hij ons naar leven dat alleen in Jezus te vinden is, want “het denken van de Geest is leven en vrede.”[13]
CONCLUSIE
Dus, wat hou je tegen om ‘Ja’ te zeggen op elk van deze vragen? Ben je bereid gehoor te geven aan de stem uit de woestijn naar een plek van verzoening en herstel? Ben je bereid om Egypte te verlaten en niet vast te houden aan je zonde? Ben je bereid om je rebellie en ongehoorzaamheid onder ogen te komen en vernieuwd te worden? Ben je bereid om door de Heilige Geest geleid te worden en rust te vinden?
Dit is waar Johannes het volk toe opriep in de woestijn toen hij een doop van bekering predikte, en deze oproep gaat nog steeds uit naar ons vandaag. De vraag is: zijn we bereid?
Laten we bidden.
[1] Gen. 1:2
[2] Exo. 3:4
[3] Exo. 40:34
[4] 1 Kgn. 8:11
[5] https://reformjudaism.org/learning/torah-study/torah-commentary/laws-behind-laws
[6] https://www.blueletterbible.org/comm/guzik_david/study-guide/mark/mark-1.cfm
[7] Exo. 3:8, 13:17-18
[8] Jes. 63:11
[9] Jes. 63:14
[10] Jes. 32:15, 44:3
[11] Jes. 6:5
[12] 1 Joh. 1:9 (HSV, NBV)
[13] Rom. 8:6ff