Psalm 61:1-3 Mijn God, hoor hoe ik smeek
Goedemorgen en hartelijk welkom op deze laatste livestream van het jaar 2020. Het lied dat we net gehoord hebben is geschreven op basis van Psalm 61, en het is geen toeval dat wij dit lied gehoord hebben. Wij gaan vanmorgen kijken naar de eerste drie verzen uit deze prachtige en leerzame Psalm van David.
André en zijn schoonvader hebben dit lied afgelopen donderdag op mijn verzoek geleerd te spelen, speciaal voor deze uitzending. Dank, André, Rob en Holly voor deze zegen!
2020 is een bewogen jaar geweest, en helaas houden de wereldomstandigheden en in het bijzonder de Coronacrisis geen rekening met de jaarwisseling. Ik vrees dat wat er begin 2020 met de eerste lockdown op gang is gezet, niet op 01 januari 2021 over zal zijn.
Derhalve is er in de wereld alleen maar onzekerheid. Onzekerheid over de toekomst, over wat we nu wel of niet moeten doen, over wat er met jou of je dierbaren gebeuren zal als je Covid-19 zal krijgen, over of jij je dierbaren die in het buitenland wonen ooit nog terug zal zien, over je baan, over je scholing, over òf je eigen zaak het zal overleven, over het vaccin, en nu er een vaccin is, hoe het zit met het gemuteerde virus dat in het Verenigd Koninkrijk naar verluidt geconstateerd is.
Ook hebben sommigen dit jaar een dierbare verloren, sommigen hebben dit jaar te horen gekregen dat zij een dierbare gaan verliezen.
Mensen zijn eenzamer dan ooit, het aantal mensen dat depressief is of die met andere psychische klachten rondlopen, zowel jong als oud ligt hoger dan ooit, en het aantal mensen dat zelfmoord pleegt ligt hoger dan ooit tevoren.
Ik weet het, 2020 zag er niet rooskleurig uit. En ik denk dat wij niet naïef moeten zijn door te denken dat volgend jaar alles weer ‘normaal’ zal worden. Niemand hier op aarde kan ons dat garanderen.
De vraag is dan, ga jij als wedergeboren christen mee in de onzekerheid en paniek dat in de ongelovige wereld heerst, of ga jij je zekerheid bij God zoeken, bij Jezus Christus onze Rots? Laten we kijken naar wat Koning David deed toen hij zich in een soortgelijke mentale en emotionele toestand bevond.
Psalm 61:1-2 – “1Een psalm van David, voor de koorleider, met een snaarinstrument. 2O God, luister naar mijn roepen, sla acht op mijn gebed. 3Van het einde van het land roep ik tot U, nu mijn hart bezwijkt; leid mij op een rots die voor mij te hoog zou zijn.”
Wij weten het niet zeker, maar een aantal theologen geloven dat Koning David deze Psalm schreef toen hij zijn thuis in Jeruzalem verliet en op de vlucht ging vanwege zijn zoon, Absalom.
Hoe dan ook, David bevond zich in een bedreigende situatie waarin zijn leven in gevaar was, waardoor hij geestelijk en mentaal en emotioneel zwaar onder druk kwam te staan. Zijn hart bezweek.
David stond niet slechts geestelijk, mentaal en emotioneel onder druk. Hij was ook nog eens fysiek uitgeput. Kortom, David was depressief!
Zijn smeekbede begint met ‘O God, luister naar mijn roepen’. Ondanks zijn ellende en depressiviteit gingen zijn gedachten meteen uit naar Zijn God, de God van de Bijbel.
Hij kende God omdat hij al jarenlang met God had gewandeld. Hij kende God omdat God Zichzelf aan David trouw had bewezen. Hij kende God omdat Hij Gods Woord liefhad en wist voor 100% zeker dat Gods Woord waar en betrouwbaar is. En omdat hij God zo kende, riep hij tot God vanuit het diepste van zijn wezen. Hij schreeuwde het letterlijk uit.
Maar hij wilde zijn pijn en verdriet en angst en benauwdheid niet alleen maar van zich afschreeuwen. Nee, David wilde dat God hem aanhoorde, hij zocht audiëntie bij God Almachtig. David schreeuwt uit: ‘sla acht op mijn gebed’.
David smeekt tot God in alle nederigheid, maar tegelijkertijd heeft David de vrijmoedigheid om zijn zaak bij God te bepleiten én God om hulp te vragen.
Hij dwingt als het ware Gods hulp af, en hij doet dit omdat hij er zeker van is dat God zijn God is en hij Gods geliefd kind.
Nogmaals, hij kent God en hij weet hoe God te benaderen. Ook weet David dat hij God in alle echtheid, met al zijn issues, al zijn rotzooi en al zijn zorgen mag benaderen. Hij weet dat God hem niet zal afwijzen. ‘O God, luister naar mijn roepen, sla acht op mijn gebed’.
Oh, dat jij en ik met diezelfde afhankelijkheid van God Hem zouden aanroepen. En dat jij en ik met diezelfde zekerheid dat God ook op onze smeekbeden acht zou slaan, Gods troon der genade zouden benaderen.
Wat kunnen wij toch veel van David leren op dit gebied.
Psalm 61:3 – “3Van het einde van het land roep ik tot U, nu mijn hart bezwijkt; leid mij op een rots die voor mij te hoog zou zijn.”
Als de theologen het goed hebben was David op het moment van schrijven niet in Jeruzalem. Hij was niet thuis en hij was niet in Gods huis, de tempel waar hij zo graag wilde zijn. Maar ondanks dat hij niet in de tempel tot God mocht bidden wist hij dat de God van de Bijbel alomtegenwoordig is, en dat waar David zich ook bevond, God hem zou horen en verhoren.
Mochten de theologen het niet goed hebben, dan is de uitdrukking: ‘van het einde van het land’ metaforisch bedoelt en zou het betekenen dat hij geestelijk radeloos en wanhopig zou zijn geweest, wat van geestelijke afstand spreekt.
David schreeuwt het uit: ‘nu mijn hart bezwijkt’. David geeft toe dat hij het niet meer kan. Hij is aan het eind van zijn latijn. Hij weet het echt niet meer; zijn hart bezwijkt.
En omdat zijn hart bezwijkt, omdat hij mans genoeg is om toe te geven dat hij het echt niet meer weet, smeekt hij God om hulp. Hij smeekt God om hem op een rots te leiden die voor hem te hoog zou zijn.
Dit is beeldspraak uit de oudheid. David vraagt God niet om hem te helpen een rotswand te beklimmen, nee hij vraagt God om hem geestelijk en mentaal en emotioneel boven zijn omstandigheden uit te tillen naar de plek waar hij zelf niet kan komen.
Zijn omstandigheden en de situatie waarin hij zich op dat moment bevindt schreeuwen van onzekerheid en hopeloosheid en machteloosheid. Hij wist donders goed hoe slecht hij eraan toe was.
En als iemand hem met men menselijke wijsheid raad had gegeven dan zou hij alleen maar met veel ‘ja, maars’ antwoorden, want er was menselijk gezien geen enkele mogelijkheid om uit zijn omstandigheden en situatie te komen. Hij was machteloos, hij kon geen kant uit!
Vandaar de smeekbede: ‘leid mij op een rots die voor mij te hoog zou zijn’. Breng mij naar die plek waar ik zelf, op eigen kracht, met mijn eigen middelen en met menselijke wijsheid en hulp niet kan komen?
In zijn ellende, hopeloosheid en machteloosheid gingen zijn gedachten uit naar de enige die hem zou kunnen helpen; God. Waar gaan jouw gedachten als eerste naar uit wanneer jij jezelf in omstandigheden of een situatie bevindt dat voor jou ellendig is? Waar ga jij naartoe met jouw hopeloosheid en machteloosheid?
Zijn smeekbede was dan ook: ‘leid mij op een rots die voor mij te hoog zou zijn’, oftewel, breng mij naar die plek waar ik zelf niet komen kan. Wat is die rots en hoe kan die rots jou en mij helpen om boven onze omstandigheden, situaties, ellende en machteloosheid uitgetild te worden?
Begrijp mij niet verkeerd. Deze Psalm leert ons niet dat God onze omstandigheden per se zal doen veranderen. Dus denk niet dat wanneer je God in alle oprechtheid smeekt om je omstandigheden te gaan veranderen, dat Hij dat zal doen.
Nee, dit heeft voornamelijk met ons geestelijke gemoedstoestand te maken. M.a.w. leidt mij in mijn gedachten en in mijn emoties weg van al het negatieve, weg van de leugen en naar het Bijbels positieve, naar de waarheid. Leidt mij in mijn hart, in mijn gemoedstoestand naar die plek waar ik zelf niet komen kan.
De vraag is hoe doet God dit? Hij doet dit d.m.v. Zijn bovennatuurlijke kracht dat op een doodgewone en natuurlijke wijze tot ons komt.
Toen mijn neefje op 20-jarige leeftijd botkanker kreeg en op 21-jarige leeftijd zijn been boven de knie verloor door amputatie en op 22-jarige leeftijd aan de kanker overleed.
Toen mijn zus vijf jaar geleden aan kanker overleed, toen mijn vader overleed, toen mijn broer aan kanker overleed, toen mijn moeder in februari dit jaar overleed, gingen mijn eerste gedachten uit naar Jezus. In dankbaarheid voor wie zij waren, in dankbaarheid dat zij door Jezus gered zijn, in dankbaarheid dat ik niet bedroefd hoef te zijn zoals de ongelovigen die geen hoop hebben.
Maar ook gingen mijn gedachten en emoties naar een duistere plek.
Bijv. toen mijn zus Peggy overleed gingen mijn gedachten uit naar m’n zus Leny omdat ik me zorgen maakte over haar die haar tweelingzus van 60 jaar had verloren. Die twee waren zo close, dat ze net zo goed een Siamese tweeling had kunnen zijn.
Toen mijn moeder overleed gingen mijn gedachten uit naar m’n zus Leny die 8 jaar lang de zorg droeg voor m’n ouders. Na het verlies van haar tweelingzus was mijn moeder alles voor Leny en ik dacht dat zij zich zo verloren zou voelen zonder mijn moeder. Het woog behoorlijk zwaar.
Ook gingen mijn gedachten uit naar mijn persoonlijk gemis. Mijn moeder was ooit mijn eerste liefde, daarna werd het Marnie en nu is het Christus. Maar toch, niemand kan mijn moeders plaats innemen, ik mis haar nog elke dag.
Maar in dit alles werden mijn emoties en mijn gedachten bepaald door de waarheden in Gods Woord. Mijn hart en mijn gedachten werden meteen gevuld met Gods waarheid en met het karakter van God; wie Hij is en wie Hij als de grote IK BEN voor mij wilde zijn. Ik moest denken aan:
Psalm 119:25 – “Mijn ziel kleeft aan het stof; maak mij levend overeenkomstig Uw woord.”
M.a.w. ik lig emotioneel en mentaal verzonken in het stof en ik kom er zelf niet uit. Denk aan hulpeloos vastzitten in drijfzand. Ik kom er zelf niet meer uit, maar U God kan mij reanimeren, u kan mijn ziel opwekken met Uw leven, overeenkomstig Uw Woord.
Psalm 119:28 – “Mijn ziel weent tranen van verdriet; richt mij op overeenkomstig Uw woord.”
Idem dito. Richt mij op, oftewel, til mij hierboven uit overeenkomstig Uw Woord.
Psalm 119:50 – “Dit is mij tot troost in mijn ellende: dat Uw belofte mij levend heeft gemaakt.”
Wanneer ik depressief ben, dan voel ik me ontzettend ellendig. Dan wil ik niemand zien of spreken, dan wil ik het huis niet uit, dan wil ik me niet aankleden, dan blijf ik liefst in m’n bed liggen.
Depressiviteit dood heel veel in een mensenleven. Maar hier schrijft de Psalmist dat Gods belofte, Gods Woord hem uit zijn ellende en zijn depressie heeft gehaald en hem weer levend heeft gemaakt.
Psalm 119:162 – “Ik ben verblijd over Uw Woord, als iemand die een grote buit vindt.”
Waar mijn situatie of de omstandigheden waarin ik mij bevind het uitschreeuwen van ellende, hopeloosheid, en machteloosheid, kan ik me verblijden in het Woord van God. Zelfs zo, als iemand die een grote buit vindt.
Stel je voor dat je zoals Jacques Cousteau de Franse onderzoeker en ontdekkingsreiziger van de vorige eeuw opzoek bent naar gezonken schepen uit de 16e of 17e eeuw en dat je dan zo’n schip ontdekt waarin grote schatkisten vol goudstukken en gouden munten geborgen zijn.
Zo blij als deze Jacques Cousteau zou zijn bij het vinden van zo’n schat, zo blij was de Psalmist bij het ontdekken van de waarheden in Gods Woord.
Dit is wat David bedoelde met: ‘leid mij op een rots die voor mij te hoog zou zijn’. En dit is waarom Paulus aan de Kolossenzen schreef: ‘Laat het woord van Christus in rijke mate in u wonen’.
Idealiter hoort het niet zo te zijn dat wanneer wij ons in nood bevinden dat wij naarstig in de Bijbel op zoek gaan naar die ene Bijbeltekst dat ons hoop en zekerheid kan geven.
Nee, de levensbelangrijke waarheden van het Woord van God horen reeds in ons te wonen. Het moet reeds op onze harde schijven, onze harten opgeslagen zijn, zodat op het moment dat een crisis zich voordoet, het in ons opgeslagen Woord van God, direct in ons opkomt en ons kracht en leven en leidinggeeft.
Kijk, wat ik hierbij ook wil zeggen is dat wanneer God ons op die rots leidt die voor ons te hoog zou zijn, wij niet per se zullen begrijpen wat er alzo gaande is, of dat wij begrijpen waaróm dit ons overkomt.
Jesaja 55:8-9 – “8Want Mijn gedachten zijn niet uw gedachten, en uw wegen zijn niet Mijn wegen, spreekt de HEERE. 9Want zoals de hemel hoger is dan de aarde, zo zijn Mijn wegen hoger dan uw wegen en Mijn gedachten dan uw gedachten.”
God belooft ons niet dat wij alles gaan begrijpen, maar Hij belooft ons wel dat Hij ons vooral in die situaties vrede zal geven:
Filippenzen 4:6-7 – “6Wees in geen ding bezorgd, maar laat uw verlangens in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God; 7en de vrede van God, die alle begrip te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten bewaken in Christus Jezus.”
Dus nee, wij zullen niet alles begrijpen, maar God is bij machte om ons Zijn vrede te geven die alle begrip te boven gaat, oftewel, een vrede dat ons meer bevredigd dan dat wij snappen wat er gaande is; en dat geeft ons rust in onze ziel.
Wat ik al zei kende Koning David God persoonlijk en zeer intiem. Davids kennis van God was niet puur theoretisch.
David had hiervoor al zo veel samen met God meegemaakt en doorleefd dat God voor hem zo echt was als de hemel, blauw is.
En omdat God voor hem niet theoretisch was had hij de volledige zekerheid dat God hem zou helpen; hoe dan ook. De vraag is dan, hoe is David tot dat niveau van de kennis van God gekomen? Psalm 119:71 beantwoord die vraag:
Psalm 119:71 – “Het is goed voor mij dat ik heb geleden, opdat ik Uw verordeningen zou leren.”
De Psalmist geeft aan dat als hij niet had geleden, als hij niet uit ervaring wist wat verdrukking was, dan had hij God nooit in de praktijk leren kennen.
Het leren kennen van God en Zijn Woord hoort niet slechts theoretisch te zijn. Wij horen niet slechts verstandelijke kennis van het Woord op te doen. Nee, wij moeten het doorleven want dan pas hebben wij het Woord van God beproeft en dan pas zal God Zich aan ons bewezen hebben.
Dus, als jij en ik God echt willen leren kennen, als jij en ik het Woord van God echt willen leren kennen, als jij en ik God willen leren smeken om ons te leiden tot die rots dat voor ons te hoog zou zijn, dan moeten wij samen met God een lijdensweg gaan.
Dan en dan alleen zal God Zichzelf aan ons bewijzen. Dan en dan alleen zal God Zijn Woord aan ons waarmaken. Dan en dan alleen zullen wij God gaan leren kennen en zullen wij het volledige vertrouwen op God gaan krijgen. Zolang onze kennis van God theoretisch blijft, blijft God abstract.
Zoals wij theoretisch in de wet van de zwaartekracht geloven gaan wij het heel anders zien wanneer wij van de trap zijn afgevallen.
Alleen de persoon die God door persoonlijke ervaring heeft leren kennen zou het volgende kunnen schrijven en menen:
Psalm 62:6-7 – “6Alleen bij God is mijn ziel gerust, alleen van Hem komt mijn verwachting; 7Hij alleen is mijn rots en redder, mijn hoge vesting – ik zal niet vallen.”
Dus, wat is het beste advies dat ik jou kan meegeven om 2020 af te sluiten en om 2021 met al haar onzekerheden in te gaan?
Om zoals Koning David, te leren om God aan te roepen met de volledige zekerheid dat Hij jou zal leiden naar de rots die voor jou te hoog zou zijn.