2023.1112 – Een Stem In De Woestijn
Wees Dienstbaar #4
Markus 1:12-13
[CC Haarlemmermeer, 12 november 2023]
Alle Schriftreferenties zijn genomen van de Herziene Statenvertaling (HSV), tenzij anders aangegeven
INTRODUCTIE
Sla alsjeblieft je Bijbel open naar Markus hoofdstuk één, en we gaan vandaag kijken naar vers 12 en 13. Na het openingsvers van Markus zijn we inmiddels twee stemmen tegengekomen. De eerste stem was die van Johannes de Doper uit de woestijn die het volk Israël opriep om zich te bekeren en zich zo klaar te maken voor de komst van Koning. En eenzelfde oproep tot bekering gaat ook uit naar ons. De tweede stem was die van God de Vader uit de hemel bij de doop van Jezus die bevestigde dat Jezus de ware geliefde Zoon – het ware Israël – was in wie Hij Zijn welbehagen vindt. En als wij in Christus zijn dan zijn we net zo geliefd en vind God de Vader net zo Zijn welbehagen in ons.
Vandaag komen we bij de derde en laatste stem tegen in deze trilogie van gebeurtenissen in de openingsverzen van Markus. En we zullen zien dat dit een hele andere stem is. Een stem die niet voor Jezus, maar tegen Jezus is. Een stem die niet positief, maar juist negatief is. En het verandert de toon, en zet alles even op scherp. En het forceert ons de verandering van stem en situatie onder ogen te komen. Het warme bad van de doop wordt vervangen door de kille woestijn. De drukke menigte bij de doop wordt vervangen door de eenzame stilte. Echter dezelfde Geest is aanwezig bij beide. Wat gebeurt hier en waarom? En hoe worden wij geacht hier op te reageren? Dat is de vraag van vandaag.
Lees met mij vers twaalf en dertien.
“12En meteen dreef de Geest Hem uit, de woestijn in. 13En Hij was daar in de woestijn veertig dagen en werd verzocht door de satan; en Hij was bij de wilde dieren, en de engelen dienden Hem.” (Mk. 1:12-13)
Laten we bidden.
[Openingsgebed]
Om meer inzicht te krijgen in de verzoeking moeten we begrijpen waarom het moest gebeuren, en waarom het hier moest gebeuren. Wat hier namelijk direct aan voorafgaat is de doop van Jezus. En wat hier direct achteraankomt is dat Jezus Zijn bediening begint en Galilea in gaat en begint te prediken dat het Koninkrijk van God nabij is. En de vraag die we ons moeten afstellen is: waarom kon Jezus niet direct na Zijn doop aan Zijn bediening beginnen? Waarom moet Hij eerst verzocht worden? We moeten de verzoeking als het ware als het missende puzzelstuk zien tussen de doop en de aankondiging. De doop en de verzoeking moesten beide plaatsvinden voordat Jezus aan Zijn bediening kon beginnen. Maar waarom? Als we met de verzoeking in het achterhoofd terug kijken naar de doop dan zullen we zien dat de verzoeking logischerwijs volgt uit de doop. En als we dan vanuit de verzoeking verder kijken naar de aankondiging dan zullen we inzien dat de aankondiging logischerwijs volgt uit de verzoeking.
Met andere woorden, net als dat twee na één komt en drie na twee, zo volgt de verzoeking op de doop, en volgt de aankondiging op de verzoeking. We hebben namelijk bij de doop gezien dat Jezus Zelf zei dat Hij gedoopt moest worden om alle gerechtigheid te vervullen. Hij was gekomen om in complete gehoorzaamheid en afhankelijkheid van God te leven. Hij was gekomen om de wet te vervullen en aan alle rechtvaardige eisen te voldoen zodat Hij het perfecte Lam kon zijn die voor onze zonde kon betalen. We hebben ook gezien dat toen Jezus gedoopt werd dat de Heilige Geest op Hem neerdaalde en de stem van God de Vader uit de hemel klonk die zei, “Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb!”[1] om te laten weten dat Hij de Zoon van God was die het Koninkrijk kwam brengen.
En het is precies deze twee claims die getest moesten worden voordat Jezus aan Zijn bediening kon beginnen. Het moest getest worden of Hij inderdaad in staat zou zijn om alle gerechtigheid te vervullen, en het moest getest worden of Hij Zijn goddelijke zoonschap voor de Vaders doeleinden zou gebruiken of niet. Met andere woorden, zou Jezus Zich in complete gehoorzaamheid en afhankelijkheid onderwerpen aan God de Vader en doen waarvoor Hij gestuurd was? Jezus was namelijk gekomen als Gods Zoon en met de kracht van de Heilige Geest om het Koninkrijk van God te komen brengen. En de komst van Gods Koninkrijk is in de eerste plaats de aankondiging van de komende nederlaag aan de satan, de vorst van deze wereld, wiens koninkrijk nu heerst. In 1 Johannes 3:8 lezen we, “Hiertoe is de Zoon van God geopenbaard, dat Hij de werken van de duivel verbreken zou.” Dat is de primaire bediening van Jezus. Dat is waar Hij voor gekomen is. Dat is wat Hij komt prediken. Dat is wat Hij komt aankondigen.
De verzoeking in de woestijn was als het ware een proefterrein, een test van trouw, en een belofte van bevrijding, van verlossing. En dus als gevolg van Zijn doop en voordat Hij Zijn bediening begint en Gods Koninkrijk kan aankondigen, wordt Jezus verzocht om voor Zichzelf, voor de satan, en voor ons onomstotelijk duidelijk te maken en te bevestigen wie Hij is en waar Hij voor gekomen is. Het volbrengen van de verzoeking geeft aan dat inderdaad God Zelf gekomen is in Jezus Christus, de ware Zoon die alle gerechtigheid zou vervullen om zo verlossing van iedereen te brengen, en zo ook Zijn Koninkrijk.
DE ROL VAN DE HEILIGE GEEST (12)
“12En meteen dreef de Geest Hem uit, de woestijn in.”
Jezus krijgt geen tijd om te blijven hangen in de heerlijkheid en glorie van de doop, maar wordt zonder ook maar op adem te komen direct in de strijd geworpen. Wat we zien is dat de Geest van vers acht waarin gedoopt wordt, is dezelfde Geest in vers tien die neerdaalt, is dezelfde Geest hier in vers 12 die Jezus de woestijn in drijft. En dit woord ‘uitdrijven’ is een krachtig woord. Het wordt veelal gebruikt voor het uitdrijven van demonen, of iets of iemand uitsturen met een doel (zoals we bijvoorbeeld moeten bidden dat God arbeiders in de oogst uitzendt), of met kracht iets verwijderen (zoals we bijvoorbeeld eerst de balk uit ons eigen oog moeten halen voordat we de splinter bij iemand anders eruit halen). Met andere woorden, Jezus werd als het ware de woestijn in geworpen. Hij werd “gedwongen” om daarheen te gaan. Niet dat Jezus terughoudend of niet welwillend was, maar eerder dat Hij vastbesloten was om te gaan in overeenstemming met de Geest. Hij moest gewoon gaan. Net zoals Paulus in Handelingen 16:6-7 juist werd verhinderd door de Geest om in Asia te spreken, zo is het hier de Geest die juist Jezus “dwingt” om de woestijn binnen te gaan.
En we kunnen hier een aantal observaties uit halen. Ten eerste kunnen we zeggen dat de Geest aan het werk is in het leven van Jezus. Het is de Geest die nu de drijvende kracht is in Jezus’ leven. En waarom dat is kunnen we lezen in Lukas 4:1 waar staat, “Jezus, vol van de Heilige Geest, keerde terug van de Jordaan en werd door de Geest naar de woestijn geleid.” Jezus is vol van de Heilige Geest. Jezus is vervuld met de Heilige Geest. Om de Geest aan het werk te zien in je leven is het een voorwaarde, is het minimaal noodzakelijk, dat we vervuld zijn met de Heilige Geest.
En de vraag is dus: waar ben u mee vervuld? Bent u, zoals Paulus in Romeinen 1:29 zegt, “vervuld van allerlei ongerechtigheid” (vervuld met de wereld) of bent u, zoals Paulus in Efeze 5:18 zegt, “vervuld met de Geest”? Willen we de Geest in ons leven aan het werk zien dan moeten we er voor zorgen dat we met het juiste vervuld worden. Het enerzijds of anderzijds vervuld worden een gevolg[2], is een resultaat, van een keuze aan onze kant. Kijkend naar de context van deze twee verzen is het aan ons om God te erkennen in ons leven zodat onze gezindheid vernieuwd wordt zodat we de wil van God kunnen onderscheiden. Dus, de keuze is aan ons. Waar kies je mee vervuld te worden?
Ten tweede kunnen we zeggen Jezus ook geleid werd door de Geest. Het is omdat Hij gevuld met en vol is van de Heilige Geest dat Hij zich kan laten leiden door de Geest. Het is de Geest die bepaalde wat Jezus deed. Dat betekent niet dat Jezus onder dwang of met tegenzin de wil van de Geest onderging. Nee, juist niet. Jezus onderwierp Zich aan de wil van de Geest, en koos er voor om Zijn wil gelijk te maken aan de wil van de Geest. Als wij een nieuwe schepping in Hem zijn, begraven en opgestaan met Hem, dan kunnen wij ook in Zijn wil wandelen. Juist alleen dan kunnen wij er voor kiezen om onze wil gelijk te maken aan de wil van de Geest in ons leven, en zo ons te laten leiden door de Geest.
Paulus zegt in Romeinen 8:14, “Immers, zovelen als er door de Geest van God geleid worden, die zijn kinderen van God.” Het ons laten leiden door de Geest van God is een indicatie dat we inderdaad kinderen van God zijn. Net zoals bij de doop God de Vader zei, “Dit is Mijn geliefde Zoon”[3] en Jezus dat hier bewijst door Zich te laten leiden door de Geest, zo ook is dat wij ons laten leiden door de Geest bewijs dat wij een kind van God zijn. De vraag die we ons dus moeten afstellen is: wat is de rol van de Heilige Geest is ons leven? Laten we ons leiden door de Geest? Of anderzijds, wat weerhoudt ons ervan, wat staat ons in de weg, om ons te laten leiden door de Geest?
Ten derde zien we dat de Geest Jezus de woestijn in leidt. Laten we voor nu zeggen dat de Geest ons niet altijd leidt naar de mooiste en beste plekken onder de beste omstandigheden. Ja, de Vader zal goede gaven geven aan hen die tot Hem bidden[4], en elke goede gave en volmaakt geschenk is van boven[5]. En ja, alles draagt bij aan het goede voor wie God liefhebben[6], maar de weg er naar toe kan door een woestijn zijn. Het kan zijn dat dat is waar de Geest ons naar toe leidt.
En de vraag is of we de leiding van de Geest in ons leven ook willen accepteren als dat naar een plek van barre omstandigheden leidt? Vertrouwen we dan ook op de goedheid van God in ons leven? Onderwerpen we ons dan ook aan Zijn wil? Was het niet Job die zei, “Zouden wij het goede wel van God ontvangen en zouden we het kwade niet ontvangen?”[7] Wat als de goede gave van God komt als een resultaat van een tijd in de woestijn? We kunnen dit alleen ondervinden door ons over te geven aan de leiding van de Geest.
DE VIER ASPECTEN (13)
13En Hij was daar in de woestijn veertig dagen en werd verzocht door de satan; en Hij was bij de wilde dieren, en de engelen dienden Hem.”
Hoe gaat Jezus om met waar de Geest Hem leidt? De Geest leidt Hem naar een tijd van veertig dagen in de woestijn waar Hij continu verzocht werd door de satan en omringd was door wilde dieren. Dat is waar de Geest Hem leidt. Dat is waar de Geest Hem wilt hebben. Als we weer teruggaan naar Lukas 4 dan lezen we in vers twee dat Jezus “door de Geest naar de woestijn [werd] geleid, 2waar Hij veertig dagen verzocht werd […]. En Hij at niets in die dagen…” Waarom leidde de Geest Hem de woestijn in? Om veertig dagen lang blootgesteld te worden aan continue verzoekingen onder de meest barre omstandigheden van een kille woestijn en geen voedsel. Dat is waar de Geest Hem naar toe leidde. Dat is waar de Geest Hem wilde hebben.
Maar houdt het doel in gedachten! Wat zijn de verzen die direct hierna komen? Jezus kon Zijn bediening beginnen en de komst van het Koninkrijk van God aankondigen, wat leidde tot Zijn dood en wederopstanding, waardoor Hij de Redder van de wereld is voor een ieder die in Hem geloofd. Kunnen we zeggen dat het volgen van de leiding van de Geest door Jezus tot iets goeds leidde? Zeker! Sterker nog, dit is het meest perfecte en volmaakte geschenk kan geven! Maar om daar te komen moest Jezus door de woestijn. We zien hier in dit vers vier elementen: Hij was in de woestijn voor veertig dagen. Hij werd verzocht door de satan. Hij was bij de wilde dieren. En Hij werd gediend door de engelen.
#1 – Hij Was Veertig Dagen In De Woestijn
Veertig dagen is een veelal terugkerend iets in Gods Woord. Denk aan Mozes die tot twee keer toe veertig dagen op de berg verbleef (Exo. 24:8; 34:28), de veertig dagen lange tocht van Elia naar de berg (1 Kgn. 19:8), de regen die bij zondvloed veertig dagen viel (Gen. 7:12), de veertig jaar dat Israël in de woestijn verbleef als gevolg van het niet gehoorzamen van degenen die veertig dagen het Beloofde Land verkenden (Num. 14:34), de boodschap van Jona dat Ninevé na veertig dagen ondersteboven zou worden gekeerd (Jon. 3:4), en Jezus die Zichzelf na Zijn lijden veertig dagen lang heeft vertoond aan de discipelen (Hnd. 1:3). En nu hier Jezus veertig dagen in de woestijn als een tijd van beproeving.
Wellicht dat we hier een parallel moeten zien met Israël in de woestijn (als we ook naar het Mattheus evangelie kijken). We lezen tenslotte in Deuteronomium 8:2-3 Mozes die tegen het volk zegt, “2Ook moet u heel de weg in gedachten houden waarop de HEERE, uw God, u deze veertig jaar in de woestijn geleid heeft, opdat Hij u zou verootmoedigen, en u op de proef zou stellen om te weten wat er in uw hart was, of u Zijn geboden in acht zou nemen of niet. 3Hij verootmoedigde u, Hij liet u hongerlijden en Hij liet u het manna eten, dat u niet kende en ook uw vaderen niet gekend hadden, om u te laten weten dat de mens niet alleen van brood leeft, maar dat de mens leeft van alles wat uit de mond van de HEERE komt.”
#2 – Hij Werd Verzocht Door De Satan
En voor veertig dagen wordt Jezus verzocht door de satan. Wellicht dat we over dit punt een hele preek kunnen houden. Maar laat ik er twee dingen over zeggen die in de context van deze preek van belang zijn denk ik.
Ten eerste, degene die Jezus verzocht is de satan (wiens naam ‘tegenstander’ betekent), en wordt in Gods Woord beschreven als een gevallen engel en vijand van God, en dus een vijand en tegenstander voor diegenen die God volgen. Alhoewel oorspronkelijk goed, koos hij ervoor om te rebelleren tegen God en vele engelen in zijn val mee te nemen. Hij is dus geschapen en niet gelijk aan God[8], is een persoonlijk wezen, met een geest, emoties en een wil[9], en kan alleen doen wat God hem toestaat te doen[10]. Hij regeert niet over hel noch leeft hij daar, en hij is niet alomtegenwoordig. Hij kan dus maar op een plaats tegelijk zijn. Hij heeft wel een hele horde gevallen engelen en demonen tot zijn beschikking die in Efeze 6:12 worden beschreven als “de wereldbeheersers van de duisternis van dit tijdperk” en “de geestelijke machten van het kwaad in de hemelse gewesten.” En alhoewel Gods Woord zegt dat hij rondgaat als een brullende leeuw om te verslinden[11] en dat we hem kunnen weerstaan[12], zullen het dus eerder deze geestelijke machten van het kwaad zijn waar wijzelf tegenaan lopen dan de satan zelf, omdat hij maar op een plaats tegelijk kan zijn.
Hier echter bij Jezus is het de satan zelf, en kunnen we in Mattheus 3 lezen dat hij alles uit de kast haalt in het verzoeken van Jezus. Een strijd die begonnen is in Genesis 3:15 waar staat dat het nageslacht van Eva (Jezus) de kop (van de satan) zal vermorzelen bereikt hier in zekere zin een hoogtepunt. Zoals Bijbel commentator Bruce Barton[13] zegt, “De Geest dwong Jezus de wildernis in te gaan, waar God Jezus op de proef stelde – niet om te zien of Jezus er klaar voor was, maar om te laten zien dat hij klaar was om de missie te volbrengen. Satan had echter andere plannen; hij hoopte Jezus te verleiden kwaad te doen en daardoor zijn missie te dwarsbomen.”
Ten tweede, Jezus wordt verzocht of getest. Hij wordt verleid door de satan. En we kunnen in Mattheus 4:11 lezen dat de satan Hem uiteindelijk laat gaan, waaruit we kunnen afleiden dat Hij succesvol weerstand geboden had, want Jakobus 4:7 zegt, “Bied weerstand aan de duivel en hij zal van u wegvluchten.” Nu weten uit verzen zoals bijvoorbeeld 2 Korinthe 5:21 en 1 Petrus 2:22 dat Jezus nooit heeft gezondigd. 1 Petrus 2:22 zegt bijvoorbeeld, “Hij, Die geen zonde gedaan heeft…” Maar de vraag is er wellicht of Jezus gezondigd kon hebben. Was het überhaupt mogelijk geweest dat de satan Hem dusdanig verleidt had dat Jezus inderdaad gezondigd kon hebben? De meningen zijn hier uiteraard over verdeeld.
Maar als we naar Gods Woord kijken laat het duidelijk zien dat Jezus onberispelijk was en dus niet kon zondigen. Als Hij wel had kunnen zondigen, dan zou Hij momenteel nog steeds in staat zijn om te zondigen (en wat voor redding biedt dat dan werkelijk?). Want ook na Zijn wederopstanding heeft Jezus Zijn essentie, Zijn wezen, behouden zoals hier op aarde. Hij is de Godmens en dat zal voor eeuwig zo blijven, waarbij volledig God en volledig mens onscheidbaar verenigd zijn in één persoon. Kolossenzen 2:9 zegt, “Want in Hem woont heel de volheid van de Godheid lichamelijk.” Met andere woorden, geloven dat Jezus kon zondigen is geloven dat God kon zondigen.
Maar, als Jezus niet kon zondigen, was Hij dan wel echt verzocht? Is niet het hele principe van verzoeking, van verleiding, dat het kan leiden tot zondigen? En als Hij niet kon zondigen, kon Jezus Zich dan wel werkelijk inleven in onze worstelingen en verleidingen tegen de zonde? Ik wil drie verzen geven die hierin kunnen helpen. Jakobus 1:13 zegt, “God immers kan niet verzocht worden met het kwade…”. Hebreeën 2:17a-18 zegt, “Daarom moest Hij in alles aan Zijn broeders gelijk worden… Want waarin Hij Zelf geleden heeft, toen Hij verzocht werd, kan Hij hen die verzocht worden, te hulp komen.” En Hebreeën 4:15 zegt, “Want wij hebben geen Hogepriester Die geen medelijden kan hebben met onze zwakheden, maar Een Die in alles op dezelfde wijze als wij is verzocht, maar zonder zonde.” Als we deze drie verzen samen nemen dan kunnen we zeggen dat Jezus, de Godmens (nogmaals, volledig God en volledig mens onscheidbaar verenigd zijn in één persoon), als God niet verzocht kan worden en dus niet kan zondigen (Jak. 1:13), maar als mens in alles in ons gelijk is (Heb. 2:17), en in alles op zelfde wijze als wij is verzocht (Heb. 4:15), en daadwerkelijk geleden heeft toen Hij verzocht heeft (Heb. 2:18).
Met andere woorden, Jezus weet hoe het is om verzocht te worden, en Hij wist hoe het is om verzocht te worden in de meest barre omstandigheden, maar Hij weet niet hoe het is om te zondigen. En die twee spreken elkaar dus niet tegen.
#3 – Hij Was Bij De Wilde Dieren
Markus is de enige die de aanwezigheid van wilde dieren benoemd. Dit kan verschillende redenen hebben. Hij benoemde al twee keer de woestijn en dus het benoemen van wilde dieren in die woestijn zouden we kunnen zien als een logisch detail. Mocht Markus inderdaad in de tijd van Nero geschreven zijn dan schetst het een beeld dat Jezus, net als de Christenen in die tijd, voor de wilde dieren geworpen werd, en dus als zodanig met hen in hun strijd kon identificeren. Het benoemen van de wilde dieren verscherpt ook het beeld van waar Jezus doorheen ging gedurende de veertig dagen van vasten en verzoeking, en laat zien dat de satan inderdaad alles uit de kast haalde om Jezus te dwarsbomen. Hij was echt op vijandig grondgebied. Wellicht kunnen we het ook zien als een scherp contrast dat de eerste Adam zondigde in een prachtige vredige tuin, en de laatste Adam niet zondigde in een dorre vijandige woestijn.
#4 – Hij Werd Gediend Door De Engelen
Als laatste noemt het dat Jezus gediend werd door de engelen. Net zoals de satans verzoekingen veertig dagen duurde, werd Jezus ook voor veertig dagen gediend door engelen. Net als dat we in het boek Exodus zien dat een engel het volk Israël door de woestijn leidde, zo ook hier leiden engelen Jezus door de woestijn. Ze ondersteunen en dienen Hem geestelijk. In Hebreeën 1:14 staat dat engelen “dienende geesten” zijn. Ze staan in dienst van iemand anders. Hoe dienden ze Jezus in deze zware strijd? Er wordt niets over gezegd, maar als we naar de rol van engelen kijken kunnen we wellicht een mogelijke indruk krijgen.
Soms dienen engelen door gestuurd te worden als antwoord op gebed. We zien dit bijvoorbeeld in Handelingen 12 als Petrus in de gevangenis zit en de gemeente voortdurend voor hem bid, en er een engel gestuurd wordt om hem uit de gevangenis te bevrijden. Soms dienen engelen door gestuurd te worden om te bemoedigen en versterken. We zien bijvoorbeeld in Lukas 22 met Jezus in de tuin van Getsemane, of in Handelingen 27 bij Paulus tijdens de zware storm op zee. Soms dienen engelen door gestuurd te worden om te beschermen. In 2 Koningen 6 wordt Elisa door een leger van engelen beschermt. Daniel wordt in de leeuwenkuil beschermt door een engel die de muil van de leeuwen toegesloten had. We weten niet in welke hoedanigheid de engelen Jezus dienden, maar wat we wel kunnen zeggen is dat God de Vader Jezus niet verlaten had in de woestijn, maar naar Hem omkeek door Hem te omringen met Zijn engelen, en alles ter beschikking stelde voor Jezus om de verzoekingen te weerstaan.
ZEVEN BEMOEDIGINGEN IN DE STRIJD
Kijkend naar deze twee verzen wil ik jullie als afsluiting zeven korte bemoedigingen meegeven die kunnen helpen in de dagelijkse strijd omtrent verzoekingen. Bemoedigingen om ter harte te nemen, in te berusten, of onze ogen op richten.
- De Geest leidt ons naar meer vrucht. Jezus werd door de Geest de woestijn in geleid om verzocht te worden, maar overwinning in die woestijn betekende dat Hij nu vrucht kon dragen voor God de Vader. Dit is hoe de Geest ook in ons leven aanwezig wil zijn. Om ons steeds door een dorre woestijn te leiden naar een plek waar we meer en meer goede vrucht mogen dragen. “Elke rank die in Mij geen vrucht draagt, neemt Hij weg; en elke rank die vrucht draagt, reinigt Hij, opdat zij meer vrucht draagt.” (Joh. 15:2). Dus, wees bemoedigd!
- God de Vader beproeft ons uit liefde. Net als dat Jezus wist dat het de Vader was die Hem de woestijn instuurde, mogen ook wij weten dat het God de Vader is die ons beproefd. En mogen we weten dat Hij dat doet uit liefde en voor onze bestwil zodat we mogen weten dat ons geloof echt is, dat we echt Zijn kinderen zijn, en dat niets te groot is door ons geloof in Hem. 1 Johannes 5:4-5 zegt, “4Want al wat uit God geboren is, overwint de wereld; en dit is de overwinning die de wereld overwonnen heeft: ons geloof. 5Wie anders is het die de wereld overwint dan hij die gelooft dat Jezus de Zoon van God is?” Dus, wees bemoedigd!
- Beproeving doet ons groeien in karakter. Jezus moest in Zijn beproeving Zichzelf onder ogen komen; wie Hij was en waar Hij voor stond. Albert Einstein[14] heeft ooit gezegd, “Tegenslag introduceert een persoon aan zichzelf.” Beproeving bouwt karakter en scherpt onze overtuigingen en vormt ons meer naar wie we echt zijn, meer naar wie Hij wilt dat we zijn. In Romeinen 5:3-4 zegt Paulus, “Wij roemen ook in de verdrukkingen, omdat wij weten dat de verdrukking volharding teweegbrengt, 4en de volharding ondervinding…” ‘Ondervinding’ betekent dat we een beproefd karakter hebben, en dat is goed en nodig. Dus, wees bemoedigd!
- Jezus voelt met ons mee. Jezus werd verzocht net als wij, en ervaarde die verzoekingen ook net als wij, want Hij is mens net als wij. Hij kan dus in al onze zwakheden meevoelen. Hij weet waar je doorheen gaat en kan je dus bijstaan. Je bent niet alleen. “Laten wij dan met vrijmoedigheid naderen tot de troon van de genade, opdat wij barmhartigheid verkrijgen en genade vinden om geholpen te worden op het juiste tijdstip.” (Heb. 4:16). Dus, wees bemoedigd!
- We hebben alles om de strijd te winnen. Jezus ging niet ongewapend de woestijn in. Hij ging vol van de Geest en met Gods Woord in Zijn hart, en God had Zijn engelen gestuurd. Zelfs als we op ons meest kwetsbaar zijn (zoals Jezus hier) hebben we alles tot onze beschikking om niet alleen de strijd aan te gaan, maar ook te winnen. Het is aan ons om te wandelen in de Geest en ons door Hem te laten leiden, en vervuld te zijn met Hem. En het is aan ons om ons te bekleden “met de hele wapenrusting van God, opdat u stand kunt houden tegen de listige verleidingen van de duivel”[15] en met “het zwaard van de Geest, dat is Gods Woord”[16] in de hand en hart te hebben. Dit is hoe Jezus de strijd aanging en won, en dit is hoe wij de strijd mogen aangaan om ook te winnen. Dus, wees bemoedigd!
- De strijd is al gewonnen! Jezus mag dan in de woestijn de strijd zijn aangegaan met de satan, maar wij weten dat Jezus niet alleen de strijd won in de woestijn, maar ook later in de tuin en daarna aan het kruis. Jezus heeft de satan verslagen door het kruis en de wederopstanding. De strijd is al gewonnen! Dood en zonde zijn reeds verslagen, en vanuit die waarheid mogen we leven, ook in onze verzoekingen. Denk voor jezelf terug aan hoe je verzocht bent sinds je je leven aan Christus hebt gegeven en hoe God je daar doorheen geholpen heeft, je karakter beproefd is, en nu meer gelijkvormig bent aan Hem. “Ik vertrouw erop dat Hij Die in u een goed werk begonnen is, dat voltooien zal tot op de dag van Jezus Christus.”[17] Dus, wees bemoedigd!
- Laten we onze ogen gericht houden op Jezus. Mocht Jezus Zelf al niet Zijn ogen op de Vader hield in Zijn tijd van verzoeking dan zullen het ongetwijfeld de engelen zijn geweest die Hem daarin ondersteunden. Zo ook wij mogen onze ogen “gericht houden op Jezus, de Leidsman en Voleinder van het geloof”[18]. Hij hield Zijn ogen gericht op de vreugde die ging komen als gevolg van Zijn voltooide werk aan het kruis. Wij mogen niet alleen terugkijken op het kruis dat zegt ‘het is volbracht’, maar ook reikhalzend vooruitkijken op de heerlijkheid die ons geopenbaard zal worden. Dit zijn de boekeinden waarbinnen wij onze huidige verzoekingen en beproevingen mogen plaatsen en moeten zien. “Wij houden onze ogen immers niet gericht op de dingen die men ziet, maar op de dingen die men niet ziet; want de dingen die men ziet, zijn tijdelijk, maar de dingen die men niet ziet, zijn eeuwig.” (2 Kor. 4:18). Dus, wees bemoedigd!
CONCLUSIE
We mogen zeggen, “God zij dank, Die ons de overwinning geeft door onze Heere Jezus Christus.”[19] Niet alleen is Jezus zegevierend de woestijn uitgekomen, maar Jezus is ook zegevierend het graf uitgekomen. Hij heeft de ultieme overwinning voor ons behaald, en door geloof in Hem mogen we in Zijn overwinning staan.
Laten we bidden.
[1] Mat. 3:17
[2] In zowel Rom. 1:29 en Efe. 5:18 is het werkwoord ‘vervullen’ in de grondtekst in de passieve stem.
[3] Mat. 3:17
[4] Mat. 7:11
[5] Jak. 1:17
[6] Rom. 8:28
[7] Job. 2:10ff
[8] Eze. 28:15
[9] Job 1, Mat. 4:1-12
[10] Job 1:12
[11] 1 Pet. 5:8
[12] Jak. 4:7
[13] “The Spirit compelled Jesus into the wilderness where God put Jesus to the test—not to see if Jesus was ready, but to show that he was ready for the mission to be accomplished. Satan, however, had other plans; he hoped to tempt Jesus to do evil and thereby thwart his mission.” ~ Bruce Barton
[14] “Adversity introduces a person to himself.” ~Albert Einstein
[15] Efe. 6:11
[16] Efe. 6:17
[17] Fil. 1:6
[18] Heb. 12:2
[19] 1 Kor. 15:57