We gaan vanochtend verder in onze studie van Filippenzen. In H1 hebben we gezien hoe Paulus ondanks omstandigheden volledig op het Evangelie gericht was, H2 dat het Evangelie eenheid hoort te brengen door de gezindheid van Christus. In H3 laat Paulus zien hoeveel beter het is om Jezus te kennen dan wat dan ook, Paulus vond wat hij zelf bereikt had en wat hem gegeven was allemaal minder dan Jezus kennen.
We pakken de studie op in Filippenzen 4, het meest praktische hoofdstuk van de brief. In dit hoofdstuk gaat Paulus uitleggen over ‘staande blijven, door het Evangelie’.
v1-9 Staande blijven
In de brief die Paulus schreef, zaten geen hoofdstukken of verzen. De gedachte die hier met “Daarom” begint, komt voort uit H3. Paulus heeft het daar gehad over hemels burgerschap, over de toekomst die ons wacht als christenen, in Jezus, door het Evangelie. Met die toekomst in het achterhoofd, gaat Paulus door.
Hij schrijft aan geliefde broeders (v1), agapētos; broeders van wie Paulus onvoorwaardelijk houdt. Broeders naar wie hij zeer verlangt. De liefde tussen Paulus en deze kerk mag echt niet onderschat worden, dit is ook de liefde die we als christenen onderling horen te hebben. Liefde voor de broeders en zusters, een zeer sterk verlangen om samen te komen met de broeders en zusters. Hij roept hen op staan te blijven in de Heere.
- Letterlijk staat hier dat ze rechtop moeten blijven staan, in hun fellowship met de Heere. Staande blijven ondanks omstandigheden, ondanks verleidingen, ondanks wat dan ook. De kerk moest, en moet, leren staande te blijven in deze wereld.
- Alleen
door het Evangelie, alleen door Jezus werk kunnen we staande blijven. Paulus
zegt namelijk dat we “in de Heere” staande moeten blijven. Niet in eigen
kracht, niet in wilskracht, niet door hulp van mensen, “in de Heere”.
- Hoe doe je dat? Je relatie met God opbouwen, zodat die sterk is. Bidden, Bijbel lezen, tijd met andere christenen doorbrengen, preken luisteren, christelijke muziek luisteren. Allerlei dingen om ervoor te zorgen dat je niet valt als christen.
Efeze 6:10-11 “Verder, mijn broeders, word gesterkt in de Heere en in de sterkte van Zijn macht. Bekleed u met de hele wapenrusting van God, opdat u stand kunt houden tegen de listige verleidingen van de duivel.”
- Ook de wapenrusting hebben we nodig (Efeze 6:12-18) om staande te blijven. En ook de wapenrusting is er alleen door het Evangelie, niet door eigen kunnen. Als we willen leven naar Gods wil, als we willen doen wat God van ons vraagt, kunnen we niet anders dan terugvallen op het Evangelie. Daar komt onze kracht vandaan, Jezus Die gestorven is voor onze zonden en weer opstond uit de dood.
In v2-3 zien we een situatie zoals die zich alleen 2000 jaar geleden voordeed, 2 vrouwen die een meningsverschil hebben, wat problemen veroorzaakte in de kerk. Dit is het enige in de brief wat corrigerend is, verder is het bemoedigend, vragend, etc.
- Deze
dames hadden met Paulus gestreden in het Evangelie (v3), en toch moesten
ze nu aangesproken worden. Specifiek spreekt Paulus hen aan op eensgezind zijn
(v2), dat waren ze uit het oog verloren. Letterlijk moesten ze één van
gedachten zijn.
- In elk meningsverschil waar iemand anders bij nodig is om het op te lossen, is er geen eenheid van gedachten. Deze dames waren het Evangelie en de eenheid die dat brengt uit het oog verloren. Het ging meer om henzelf, dan om Jezus.
- Paulus
wilde hen terugbrengen bij het Evangelie, waarbij ze een voorbeeld konden nemen
aan Clemens en de medearbeiders. Zij hielden vast aan het Evangelie, aan Jezus,
aan het kruis. Deze vrouwen moesten geholpen worden, wat de taak van de kerk is
(Galaten 6:1).
- Als je een meningsverschil hebt met een broeder of zuster, vraag je dan af of het Evangelie nog centraal staat, of je nog één van gedachten bent met die persoon. Anders moet je je bekeren en allebei terug naar Jezus, terug naar het kruis.
Staande blijven gaat ook om hoe je in situaties bent (v4). We hebben door de brief heen Paulus gezien, die gevangen zat in Rome, maar toch continu zijn blijdschap liet zien. Hij was blij met Gods werk, blij met Gods kinderen, blij met het Evangelie en de verspreiding daarvan. Hij had geleerd om te zeggen “Verblijd u altijd in de Heere”. Dit had hij door situaties heen geleerd, door moeilijkheden, door goede dingen heen.
Spurgeon: “Mensen die blij zijn, vooral zij die blij zijn in de Heere, zijn niet geneigd om aanstoot te geven of te nemen (…) Vreugde in de Heere is het geneesmiddel voor alle onderlinge strijd.”
- Verblijden
is niet een gevoel, het is een actie. Het Griekse woord is actief en een
opdracht, het is een keuze. We kunnen ervoor kiezen om ons te verblijden in
elke situatie, omdat het verblijden in de Heere is. Het gaat hier niet om blij
zijn door omstandigheden, het gaat om blij zijn in de God Die nooit veranderen
zal.
- God vraagt niet van ons om blij te zijn met elke situatie, Hij wil dat we blij zijn in elke situatie, omdat Hij God is.
- Als
wij gaan zien Wie God is, hoe groot Hij is, hoeveel Hij van ons houdt, hoe
groot Zijn genade is, dan gaan we zien dat we in alles blij kunnen zijn. We
kunnen blij zijn in God, Wie Hij is. Dat is het beste dat ons kan overkomen.
- Veel mensen leven bij de waan van de dag, ook christenen. God wil dat we in de rust en constantheid van Wie Hij is leven. Daardoor kunnen we blij zijn in alles, elke dag weer.
Hebreeën 13:8 “Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde en tot in eeuwigheid.”
- Hierdoor kunnen we vreugde hebben, omdat Hij altijd zal zijn Wie Hij nu is. Omdat Hij altijd liefdevol en genadig zal zijn, altijd rechtvaardig en goed, altijd wraakzuchtig en barmhartig. Hij veranderd niet, Hij houdt van ons.
We horen niet alleen blij te zijn, maar ook welwillend (v5) naar mensen. Paulus gebruikt een specifiek Grieks woord hier.
Guzik: “Dit woord beschrijft het hart van een persoon die hun gevechten door de Heere laat vechten. Deze persoon weet ‘Mij komt de wraak toe’ (Romeinen 12:19). Het beschrijft een persoon die echt vrij is om alles angst en alles dat stress veroorzaakt los te laten, omdat deze persoon weet dat de Heere voor hem/haar strijdt.”
- Dit hoort bekend te zijn bij alle mensen, dat christenen zo zijn. Christenen staan tegenwoordig om veel bekend, maar om dit?
Bij staande blijven hoort ook een sterk gebedsleven (v6-7). Zonder gebed zal de christen vallen, i.p.v. staan. Gebed is iets prachtigs, het zorgt ervoor dat we niet bezorgd hoeven te zijn. Mensen hebben zoveel zorgen, geld, opleiding, kinderen, relaties, etc. Social media helpt dan niet, waarbij iedereen zijn/haar ‘perfecte leven’ laat zien.
- In
God, door het Evangelie, hoeven we niet bezorgd te zijn. God heeft ons gebed
gegeven, zodat we alles bij Hem kwijt kunnen. Een van de mooiste dingen van
gebed, is dat we alles aan God kunnen geven. Alles waar we mee zitten, alles
wat ons bezig houdt, wat ons zorgen geeft, kunnen we aan Hem geven in gebed.
- God wil dat ook, Hij wil dat we in alles onze verlangens bij Hem neerleggen. Het maakt niet uit in welke situatie je zit, God wil jouw gebeden horen. God wil dat je uitspreekt naar Hem waar je mee zit.
- Weet Hij dan niet alles? Jawel, zeker wel. Hij weet ook al wat we gaan zeggen vóór we het zeggen (Psalm 139:4). En toch wil Hij, als onze hemelse Papa, dat we alles tegen Hem zeggen.
Wiersbe: “We zijn geneigd om te bidden voor de zogenaamde ‘kleine dingen’- tot dat ze groeien en grote dingen worden! Met God praten over alles dat ons en Hem aangaat is de eerste stap richting zorgen overwinnen.”
Paulus gebruikt in v6 3 woorden om gebed te omschrijven: bidden, smeken en dankzegging. Alle 3 deze dingen horen onderdeel te zijn van onze gebeden.
- Bidden
Dit wijst op bredere communicatie met God, niet alleen om dingen vragen (waar we vaak toe geneigd zijn). Dit wijst op vragen stellen, leiding zoeken, luisteren, aanbidden, zonde belijden, etc. Allemaal onderdelen van bidden die we niet horen te vergen, dingen die per situatie nodig kunnen zijn.
- We horen niet te vergeten dat deze dingen onderdeel horen te zijn van onze gebeden, gebed is veel meer dan God vragen om dingen op te lossen. Gebed hoort een dialoog, een gesprek met God te zijn.
- Smeken
Dit Griekse woord wijst op God om iets vragen, iets praktisch, iets geestelijks, iets dat je nodig hebt. In Lukas 1 zien we Zacharias en zijn vrouw Elizabeth die smeekten om een kind te krijgen, in Romeinen 10 smeekt Paulus God dat Israël gered zal worden. Zo kunnen we God smeken om dingen die wij of anderen nodig hebben.
- Dit is een belangrijk onderdeel van bidden, God Zelf zegt dat we dit mogen en horen te doen. In alles mogen we dit doen, er is niks te klein om bij God te brengen; Hij wil dat we alles bij Hem brengen. Dit houdt ons heel afhankelijk van Hem.
- Dankzegging
Als hemelse Papa wil God ook dat we dankbaar zijn, dankbaar voor wat Hij ons geeft. Het is niet dat Hij erkenning nodig heeft, maar Hij wil wel dat we dankbaar zijn voor wat we krijgen. Dat zorgt voor een verdieping in onze relatie met Hem, groeiende liefde en meer afhankelijkheid van Hem.
- Hoe vaak dank jij God voor wat Hij geeft? Niet alleen de grote dingen, maar ook de zonsopkomst, natuur, baan, auto, fiets, gezin, Bijbel, kerk, gezin, etc.? Mensen die God dankbaar zijn, zijn de beste mensen om bij in de buurt te zijn. Ze zien namelijk in alles God, ook op plekken waar jij en ik Hem niet zien bewegen.
Paulus draagt, geleid door de Heilige Geest, de kerk op om dit bekend te maken bij God. In de grondtekst staat dit in de passief gebiedende wijs. Dat betekent dat we passief zijn in bij God bekend maken, bij het actief bidden.
- Wij moeten bidden, God hoort elk gebed; is wat Paulus zegt. God hoort het, daar hoeven wij niet actief voor te zorgen, wij moeten actief bidden.
Het effect van zo’n gebedsleven (v7) is vrede. Paulus zegt hier niet dat God alles zal geven dat we willen, nee hij belooft vrede. In de Bijbel is er vrede met God, door Jezus’ offer aan het kruis; ook is er vrede van God, door Jezus’ offer aan het kruis. Allebei de vormen van vrede komen door het Evangelie en zijn heel belangrijk.
- Vrede met God is eeuwige redding; die is er alleen door Jezus.
- Vrede
van God is rust in elke situatie, vrede ondanks de omstandigheden. Die vrede
kan er alleen zijn als je weet Wie God is, als je ziet dat Jezus inderdaad alle
macht heeft (Mattheüs 28). Dan zal je vrede van God hebben, “die alle
begrip te boven gaat,”
- Deze vrede in je hart en je gedachten is wat gebed oplevert. Het verandert niet per se je situatie, het verandert jou in de situatie. Je gaat van rusteloos en opgefokt, naar vertrouwen op God; je gaat van wanhopig en angstig, naar volledige rust in Hem.
- Dit is iets dat deze wereld niet heeft, dit is iets dat alleen bij God te vinden is. Alleen Hij kan ons dit geven, Hij geeft het alleen door gebed. De enige manier om dit vast te houden is door aanhoudend gebed.
Nog een manier om staande te blijven (v8) is om de juiste dingen te denken. Paulus wil dat de kerk leert om hun gedachten op de goede dingen te richten en niet te blijven hangen in alles dat er op hen af komt. De lijst spreekt vrij voor zichzelf, deze dingen zijn in God, in Zijn Woord, te vinden.
- Toets jouw gedachten aan deze lijst. Zijn jouw gedachten dingen die hiermee overeen komen? Prijs de Heere. Als niet, lees 2 Korinthe 10:3-5 over het gevangen nemen van verkeerde gedachten (bolwerken), en vraag God om je gedachten te vullen met dingen waar Paulus het hier over heeft.
Paulus wil dat het voorbeeld dat hij gegeven heeft de Filippenzen aanzet tot daden. Alles dat onderwezen is, ontvangen is, gehoord en gezien in Paulus; dat zijn de dingen die zij horen te doen.
- Dit is Paulus’ leven, een geweldig voorbeeld van Jezus navolgen. Een geweldig voorbeeld van het Evangelie leven. Dat is wat de Filippenzen hoorden te doen, dat is wat wij horen te doen. Ons leven hoort na te volgen te zijn.
- Het resultaat van dit voorbeeld volgen is geweldig: “de God van de vrede zal met u zijn.” Denk daar eens over na, dit is niet vrede, dit is de God van de vrede. God Zelf zal met je zijn. Waarom? Omdat dit voorbeeld volgen alleen kan zoals Paulus dat deed, in afhankelijkheid van God.
Galaten 2:20 “Ik ben met Christus gekruisigd; en niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij; en voor zover ik nu in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, Die mij heeft liefgehad en Zichzelf voor mij heeft overgegeven.”
- Alleen door God, door Jezus en Zijn werk kon Paulus doen wat hij deed. Alleen door diezelfde Jezus kunnen wij zo leven. God moet het werk doen, wij moeten beschikbaar en bereid zijn.
v10-20 Gevend staande blijven
In dit stuk gaat Paulus in op de daden van de Filippenzen richting hemzelf. Deze daden getuigen van dat ze onderweg waren in het navolgen van Jezus, samen met Paulus. Paulus is blij (v10) met hun daden, ze dachten aan Paulus in woord en daad.
- Dat is hoe christenen onderling horen te zijn, liefde naar elkaar (Johannes 13:35) die praktisch wordt.
Galaten 6:10 “Laten wij dus, terwijl wij gelegenheid hebben, goeddoen aan allen, maar vooral aan de huisgenoten van het geloof.”
- Paulus had het hier specifiek over wat Epafroditus had gebracht (Filippenzen 2:25), namelijk geld om in zijn levensonderhoud te voorzien. Ze toonden de liefde die ze konden, wanneer ze konden.
Dit deden ze niet omdat Paulus hen er om vroeg (v11), maar omdat ze van hem hielden en liefde een werkwoord was voor hen. Paulus zeurde niet over zijn omstandigheden, hij had geleerd tevreden te zijn in elke situatie.
- Het Grieks wijst erop dat dit leren is door ervaring. Paulus had rijkdom en armoede ervaren, in alles had hij geleerd tevreden te zijn.
In v12 legt hij uit wat hij allemaal heeft meegemaakt aan omstandigheden: vernedering, overvloed, verzadiging, honger, overvloed en gebrek. Hij heeft het allemaal meegemaakt. De belangrijkste les die hij hier doorheen leerde is: alles is mogelijk in Christus (v13).
- De enige reden dat Paulus in alles tevreden kon zijn, was dat hij in alles op Jezus vertrouwde. Rijkdom of armoede trok hem dichter naar Jezus toe; geen van beide zette hem aan tot wegrennen bij God.
- In wat voor situatie jij ook zit, alleen door Gods kracht kan je daarin tevreden zijn. Niet tevreden met je situatie, maar in je situatie. Jezus is namelijk bij je in de situatie en dat is het beste dat je kan overkomen.
Geven is altijd een beladen onderwerp; hoeveel, wanneer, aan wie, etc. Paulus legt uit aan de Filippenzen dat het geven (v14-18) goed was voor hen, ondanks dat hij de ontvanger was. Hij was blij met de gave, maar nog meer met de gevers.
- Als
wij met een blij hart God zoeken hoeveel, wanneer en aan wie we mogen geven,
dan is het aanbidding van God. 2 Korinthe 9:7 leert dat ook, geven met
een blij hart, dat is wat God zoekt.
- Het is volgens het Woord goed om aan de voorganger te geven als kerk (2 Timotheüs 5:17-18), de kerk in Filippi laat zien dat het goed is om aan zendelingen te geven. Er zijn nog allerlei andere manieren om geld in te zetten voor Gods koninkrijk, e.g. eten kopen voor mensen, kleren kopen, etc.
- Zoek God wat Zijn wil voor jou is op het gebied van geven. Dat is tussen jou en God, maar geef wel, niet voor de ontvanger, maar voor jou als gever.
Guzik: “Dit laat een van de belangrijkste principles rond geven in het Woord zien: we zijn nooit armer wanneer we gegeven hebben. God zal nooit een schuld bij ons hebben, en we kunnen nooit meer geven dan God.”
God zal nooit een schuld bij ons hebben staan (v19). God zal altijd voorzien in dat wat nodig is en Hij zal belonen wat we doen in Zijn Naam. Ik zeg niet dat als je €100,- geeft dat je €1000,- terugkrijgt; God beloont op manieren die veel beter zijn dan geld.
- Hij geeft rust, vrede, meer ervaring met Hem. Hij geeft dat wat we nodig hebben, als we ons alles aan Hem toevertrouwen; dus ook ons geld. God is zo lief, zo genadig, zo gul dat Hij geeft en blijft geven.
Klaagliederen 3:22-24 “Het is de goedertierenheid van de HEERE dat wij niet omgekomen zijn, dat Zijn barmhartigheid niet opgehouden is! Nieuw zijn ze, elke morgen; groot is Uw trouw! Mijn deel is de HEERE, zegt mijn ziel, daarom zal ik op Hem hopen.”
- Dat is wat de Filippenzen mochten blijven leren, op God vertrouwen voor alles dat ze nodig hadden. Als ze staande wilden blijven, konden ze alleen op God leunen. En dat kan alleen door het Evangelie, Jezus’ werk aan het kruis voor elke zondaar.
Alles dat Paulus doet, alles dat hij bespreekt over het geven van de Filippenzen is tot heerlijkheid van God (v20). Paulus had heel goed door dat de mens geschapen is om God te eren (Jesaja 43:7). Alles dat we doen hoort dat doel te dienen. Dat is wat Paulus wilde zien in de kerk in Filippi.
v21-23 Afscheid en groet
Paulus moedigt de kerk in zijn afscheidswoorden aan tot onderlinge liefde. Groeten is tegenwoordig iets heel anders dan vroeger (v21). Men nam echt de tijd om elkaar te groeten; omhelzen, >1 zoenen (niet op de mond). Allemaal onderlinge liefde en respect.
- Dit
soort liefde en respect hoort onder de heiligen in Christus te heersen. Dit is
wat het Evangelie hoort te doen in de kerk, liefde die tot uiting komt naar
elkaar.
- Paulus zegt niet dat we dit moeten doen naar mensen die we aardig vinden, maar naar alle heiligen. Ook de mensen die ons niet liggen, de mensen die we lastig vinden, de mensen in de kerk die we liever ontlopen. Onze houding en hart hoort liefde te zijn, liefde naar en voor elkaar. Actieve liefde die de eerste stap zet.
De christenen bij Paulus hadden veel liefde voor deze kerk (v22), ook de huisgenoten van de keizer. Deze mensen waren tot geloof gekomen door Paulus’ bediening als gevangene, zij hadden geleerd lief te hebben.
Paulus sluit af met genade, zijn favoriete eigenschap van God.
Guzik: “Paulus zei dit niet om ruimte te vullen aan het einde van zijn brief. Voor hem begint en eindigt het christelijk leven met de genade van onze Heere Jezus Christus, dus was het passend dat zijn brieven begonnen en eindigden met genade.”
- Ontvangen van God wat we niet verdienen, dat is waar alles mee begint en eindigt. Dat is waar de kerk naar terug moest grijpen, dat is het Evangelie.
Ken jij deze Jezus, ken jij deze genade? Weet dat je een zondaar bent, net als Paulus, die genade nodig heeft. Jezus houdt van jou, daarom stierf Hij voor jou, om jouw zonde te dragen. De straf voor de zonde kon je zelf niet dragen, daarom deed God het voor je. Neem Zijn offer vandaag aan, zodat je staande zal blijven door het Evangelie; en eeuwig bij God zal zijn.
Ken je God al, blijf jij staande in deze wereld? Of overmannen zonde, zorgen, etc. jou? Hoe is je gebedsleven? Verblijd jij je in God en Zijn werk? Zijn jouw ogen op God gericht? Heb jij vrede, de God van de vrede? Al deze dingen zijn alleen mogelijk voor ons als we terug gaan naar Jezus en Zijn kruis. Ga terug naar dat kruis en geef je leven opnieuw aan Hem, niet voor redding, maar om weer afhankelijk van Hem te zijn, i.p.v. eigen kunnen.
Mattheüs 11:28-30 “Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast zijn, en Ik zal u rust geven. Neem Mijn juk op u, en leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en u zult rust vinden voor uw ziel; want Mijn juk is zacht en Mijn last is licht.”