Goede voornemens of Gods voornemen
Hartelijk welkom in de Calvary Chapel. Allereerst wens ik jullie een gezegend en God erend nieuw jaar toe! Ik verwacht dat God ons dit jaar wederom zal gaan verassen met alles dat Hij in ons, onder ons en door ons heen gaat doen, tot eer en glorie van Zijn naam.
Ik geloof dat de Bijbelse waarheden in de preek van vandaag hierin een sleutelrol zullen gaan spelen, dus laten we vanmorgen alles dat ons in onze gedachten bezig houdt loslaten en laten wij oren hebben om te horen wat de Geest van God tot ons te zeggen heeft.
Persoonlijk ben ik niet zo’n voorstander van het nemen van goede voornemens bij de jaarwisseling, want na gemiddeld drie weken houdt de doorsnee mens zich toch niet langer aan zijn/haar goede voornemens.
Maar, bij God is dat anders. God heeft ook goede voornemens, alleen is God niet wispelturig zoals wij, Hij houdt zich voor 100% aan Zijn voornemens, Hij maakt af waaraan hij is begonnen.
Aan het begin van zijn tweede brief aan Timotheüs moedigt Paulus Timotheüs aan om standvastig te worden en blijven in het Evangelie. En in dit Schriftgedeelte schrijft Paulus o.a. over Gods voornemen.
2 Timotheüs 1:1-10 – “1Paulus, door de wil van God een apostel van Jezus Christus met het oog op de belofte van het leven dat in Christus Jezus is, 2aan Timotheüs, mijn geliefde zoon: genade, barmhartigheid en vrede zij u van God de Vader en van Christus Jezus, onze Heere. 3Ik dank God, Die ik van mijn voorouders aan dien met een rein geweten, terwijl ik zonder ophouden aan u denk in mijn gebeden, nacht en dag. 4Wanneer ik aan uw tranen denk, verlang ik er vurig naar u te zien, om met blijdschap vervuld te worden. 5Daarbij herinner ik mij het ongeveinsde geloof dat in u is en dat eerst gewoond heeft in uw grootmoeder Loïs en in uw moeder Eunike. En ik ben ervan overtuigd dat het ook in u woont. 6Daarom herinner ik u eraan de genadegave van God die in u is door de oplegging van mijn handen, aan te wakkeren. 7Want God heeft ons niet gegeven een geest van vreesachtigheid, maar van kracht en liefde en bezonnenheid. 8Schaam u dan niet voor het getuigenis van onze Heere, en ook niet voor mij, Zijn gevangene, maar lijd met mij verdrukking om het Evangelie, overeenkomstig de kracht van God. 9Hij heeft ons zalig gemaakt en geroepen met een heilige roeping, niet overeenkomstig onze werken, maar overeenkomstig Zijn eigen voornemen en genade, die ons gegeven is in Christus Jezus vóór de tijden der eeuwen, 10maar nu is geopenbaard door de verschijning van onze Zaligmaker, Jezus Christus, Die de dood tenietgedaan heeft, en het leven en de onvergankelijkheid aan het licht gebracht door het Evangelie,”
In vers 9 schrijft Paulus dat God de wedergeboren Christen gered en geroepen heeft met een heilige roeping overeenkomstig Gods eigen voornemen; en dit voordat de tijd begon.
Als God mij, voordat de tijd begon, overeenkomstig Zijn eigen voornemen, gered en geroepen heeft, dan betaamt het mij om daar heel goed en zeer serieus over na te denken, want dat is nogal wat.
Hierover valt ontzettend veel te zeggen, maar omwille van de tijd wil ik me nu slechts beperken tot wat dit vanuit Gods oogpunt betekent.
De Bijbel probeert nergens te bewijzen dat God bestaat, maar het laat ons wel weten wie God is en hoe Hij in elkaar zit. Om hier achter te komen is er een hele studie aan gewijd dat in het Engels ‘theology proper’ heet, waarin men de attributen en de karaktereigenschappen van God in de Bijbel onderzoekt. Vandaag wil ik slechts naar enkele eigenschappen kijken die voor dit onderwerp van belang zijn.
Ten eerste kan de God van de Bijbel niet liegen:
Numeri 23:19 – “God liegt niet, zoals de mensen, verandert niet van gedachten, zoals wij. Zou hij ooit iets beloven en het nalaten, iets aankondigen en het niet laten doorgaan?” (GNB96)
1 Samuël 15:29 – “En bedenk wel: de Heerlijkheid van Israël liegt niet en kent geen berouw; Hij is immers geen mens, dat Hij terug zou komen op een besluit!” (WV2012)
Titus 1:1-2 – “1Van Paulus, dienstknecht van God en apostel van Jezus Christus om Gods uitverkorenen te brengen tot het geloof en de kennis van de ware godsdienst, 2in de hoop op het eeuwig leven. Al lang geleden heeft God, die niet liegt, dat leven beloofd…” (WV2012)
Hebreeën 6:17-18 – “17God heeft ook een eed afgelegd om duidelijk te maken dat Hij niet anders kan dan zijn woord houden, Hij wilde dat de mensen aan wie Hij de belofte deed, niet zouden twijfelen. 18Omdat God een belofte heeft gedaan én een eed heeft afgelegd, valt er aan zijn woorden niet te twijfelen. Daarbij is het uitgesloten dat Hij zou liegen. Dat geeft moed en hoop aan ieder die naar Hem vlucht om gered te worden.” (Het Boek)
Zowel het O.T. alsook het N.T. leert ons dat God niet liegen kan.
Hoe heerlijk is dat! Dat wij een God mogen leren kennen en dienen die nooit tegen ons zal liegen!
Wij hoeven ons nooit af te vragen of God ons voor de gek houdt of dat God iets achter houdt. Nee, wij kunnen God voor 100% vertrouwen!
Nog een geweldige eigenschap van God dat ons gerust kan stellen én ons aanspoort om Hem te kennen en dienen is dat God nooit half werk doet:
Filippenzen 1:3-6 – “3Ik dank mijn God, telkens wanneer ik aan u denk 4– in elk gebed van mij voor u allen bid ik altijd met blijdschap – 5vanwege uw gemeenschap aan het Evangelie, van de eerste dag af tot nu toe. 6Ik vertrouw erop dat Hij Die in u een goed werk begonnen is, dat voltooien zal tot op de dag van Jezus Christus.”
Hebreeën 12:1-2a – “1Welnu dan, laten ook wij, nu wij door zo'n menigte van getuigen omringd worden, afleggen alle last en de zonde, die ons zo gemakkelijk verstrikt. En laten wij met volharding de wedloop lopen die voor ons ligt, 2aterwijl wij het oog gericht houden op Jezus, de Leidsman en Voleinder van het geloof.”
1 Korinthe 1:8 – “God zal u ook bevestigen tot het einde toe, zodat u onberispelijk zult zijn op de dag van onze Heere Jezus Christus.”
Johannes 10:27-30 – “27Mijn schapen horen Mijn stem en Ik ken ze en zij volgen Mij.28En Ik geef hun eeuwig leven; en zij zullen beslist niet verloren gaan in eeuwigheid en niemand zal ze uit Mijn hand rukken. 29Mijn Vader, Die hen aan Mij gegeven heeft, is meer dan allen, en niemand kan hen uit de hand van Mijn Vader rukken. 30Ik en de Vader zijn Één.”
Deze verzen verzekeren ons dat God bij machte is om de wedergeboren Christen te behouden, dat niemand Gods werk in de wedergeboren Christen kan tegenhouden, dat God Zijn werk in de wedergeboren Christen af zal maken totdat hij/zij overstapt naar de eeuwigheid of totdat Jezus de kerk opneemt.
Wat een heerlijke gedachte!
En in de tussentijd, zal God alles doen meewerken ten eeuwige goede, zelfs de meest afgrijslijke dingen die in het leven voorkomen.
Romeinen 8:28 – “En wij weten dat voor hen die God liefhebben, alle dingen meewerken ten goede, voor hen namelijk die overeenkomstig Zijn voornemen geroepen zijn.”
Gods voornemen om mij te roepen om een discipel van Jezus Christus te zijn heeft als gevolg dat alle dingen in mijn leven meewerken ten goede.
Ook dit is een gigantische geruststelling! Vooral wanneer er dingen gebeuren die het potentieel hebben om een mens helemaal kapot te maken.
Wat mogen wij die wedergeboren zijn toch dankbaar zijn voor Gods voornemen om ons te redden en te roepen.
Omdat het Gods voornemen is om mij te redden is het zo dat Gods redding een eenzijdige transactie is. God zoekt mij, God roept mij, God schenkt Zijn genade aan mij, God geeft mij het geloof, God brengt mijn wedergeboorte tot stand, en God vervult mij met Zijn Heilige Geest waardoor ik een Christen kan zijn.
Dit is alleen mogelijk omdat God het initiatief genomen heeft om Zijn Zoon, Jezus Christus naar de aarde toe te sturen om mijn zonde op Zich te nemen en voor mijn zonden aan het kruis te sterven, waardoor ik als Zijn discipel geheel vrijgesproken ben van al mijn zonden.
Dit alles is omdat God een goed voornemen had om mij te redden.
Ik heb totaal geen inbreng in dit redding proces. Het komt geheel uit God.
2 Timotheüs 1:9 – “9Hij heeft ons zalig gemaakt en geroepen met een heilige roeping, niet overeenkomstig onze werken, maar overeenkomstig Zijn eigen voornemen en genade, die ons gegeven is in Christus Jezus vóór de tijden der eeuwen,”
Gods heeft mij niet alleen zalig gemaakt, oftewel gered, maar God heeft mij ook geroepen met een heilige roeping overeenkomstig Zijn eigen voornemen.
En waar ik zelf geen inbreng heb in Gods redding proces, vereist Gods heilige roeping, waarmee ik door God geroepen ben, een respons!
Nu is het zo dat God de mens tot velerlei dingen roept of oproept.
God roept ons bijvoorbeeld tot geloof, God roept ons om Jezus na te volgen, God roept ons om Hem trouw te zijn, God roept ons tot vruchtbaarheid, God roept ons tot gehoorzaamheid, tot heiligheid, enz.
Maar waar ik nu naar wil kijken is het allereerste en het voornaamste waartoe God een discipel van Jezus Christus roept.
Romeinen 12:1 – “1Ik roep u er dan toe op, broeders, door de ontfermingen van God, om uw lichamen aan God te wijden als een levend offer, heilig en voor God welbehaaglijk: dat is uw redelijke godsdienst.”
De apostel Paulus roept ons er dan toe op. Het woord ‘dan’ wijst terug op wat er hiervoor geschreven werd. In de bredere context is dat hoofdstuk 1-11 waarin Paulus tot in groot detail Gods reddingsplan heeft uitgelegd. In de directe context is het wat er in de laatste verzen van hoofdstuk 11 geschreven staat.
Romeinen 11:32-36 – “32Want God heeft hen allen in hun ongehoorzaamheid opgesloten om Zich over allen te ontfermen. 33O, diepte van rijkdom, zowel van wijsheid als van kennis van God, hoe ondoorgrondelijk zijn Zijn oordelen en onnaspeurlijk Zijn wegen! 34Want wie heeft de gedachten van de Heere gekend? Of wie is Zijn raadsman geweest? 35Of wie heeft Hem eerst iets gegeven en het zal hem vergolden worden? 36Want uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen. Hem zij de heerlijkheid, tot in eeuwigheid. Amen.”
Nadat Paulus uitgelegd heeft hoe God Israël op dit moment even op de plank heeft gelegd om het Evangelie ook aan de niet Joden beschikbaar te maken, barst Paulus uit in lofprijs en aanbidding. En dan schrijft hij in hoofdstuk 12:
Romeinen 12:1 – “1Ik roep u er dan toe op, broeders, door de ontfermingen van God, om uw lichamen aan God te wijden als een levend offer, heilig en voor God welbehaaglijk: dat is uw redelijke godsdienst.”
De oproep is op basis van Gods voornemen en op alles dat God voor ons gedaan heeft door Zijn ontferming over ons. En het is om onze lichamen aan God te wijden als een levend offer.
Wij hebben in de afgelopen paar maanden gezien dat God in het O.T. het offersysteem in het leven geroepen heeft. Het eerste offer dat genoemd wordt is het brandoffer. Elke ochtend en elke avond werd door de priesters een brandoffer gebracht.
Het dier werd geheel op het brandofferaltaar verbrand en ging op in rook wat een aangename geur voor de HEERE was.
Alhoewel de priesters twee keer per dag een brandoffer brachten, konden de gewone mensen vrijwillig ook brandoffers brengen aan de HEERE. Zij deden dit om aan te tonen dat zij zichzelf geheel aan de HEERE gaven. Dit is dan ook precies wat Paulus voor ogen heeft.
Zoals het hele dier geofferd werd zodat er niets van overbleef roept God ons als wedergeboren Christenen op om onszelf geheel aan de Heere over te geven, opdat ook niets van ons eigen ik overblijft.
Het beeld van het aan God wijden van onze lichamen als een levend offer laat ons zien dat wij alles aan God moeten wijden. Ik kan hier vandaag niet al te diep op ingaan, maar als je aan je lichaam denkt, wat houdt het offeren daarvan dan in?
Denk bijvoorbeeld aan onze zintuigen. Als wij onze ogen aan God wijden, waar moeten wij dan niet naar kijken? Als wij onze oren aan God wijden, waar moeten wij dan niet naar luisteren?
Ons offer moet heilig zijn, dus geheel anders dan de wereld om ons heen. Ons offer moet voor God welbehaaglijk zijn, oftewel, wij moeten God met ons offer een plezier doen.
De vraag is dan, is het gebruik van mijn ogen en mijn oren heilig en is God blij met wat mijn ogen zien en mijn oren horen?
Het is tegenwoordig bijna onmogelijk om bijvoorbeeld naar de bioscoop toe te gaan zonder dat ik me moet afvragen of Jezus met mij mee zou kunnen gaan om welke film dan ook te zien.
Kijk, ik wil hiermee absoluut niet wettisch zijn, maar velen van ons zijn dusdanig in onze gewetens afgestompt dat wij de dingen die Hollywood voorschotelt niet eens zo erg vinden.
Wij moeten ons dus elke keer afvragen voordat wij die keus maken om een film te zien of een serie of welke media dan ook of het bij Jezus door de beugel kan, of dat God er ook van zou kunnen genieten.
Dit is slechts één voorbeeld van hoe wij onze lichamen aan God horen te wijden; dat wij bewust zijn van wat wij zien en horen en dan vervolgens heilig te gaan handelen.
Denk ook aan onze voeten, waar zij ons naartoe brengen. Of onze handen, wat wij met onze handen doen. Dit zijn dingen waar wij eigenlijk nooit over nadenken, maar God roept ons wel op om heel ons wezen aan Hem te wijden, dus ook onze handen en voeten.
Denk aan onze monden. Hoe is jouw taalgebruik in het dagelijks leven? Ga je mee met je schoolgenoten of je collega’s in hoe zij praten of is je taalgebruik geheiligd? Denk vooral ook aan hoe je taalgebruik is wanneer dingen tegenzitten of wanneer je boos bent.
Onze lichamen wijden aan God als een levend offer, heilig en voor God welbehaaglijk is onze redelijke godsdienst.
Ik krijg regelmatig te horen dat men niet weet wat God van hun wil, of dat men niet weet waartoe God hem/haar geroepen heeft, of dat men niet weet wat hij/zij met zijn/haar leven moet doen om God te dienen.
Romeinen 12:1 is het antwoord op al deze vragen. Het is onze redelijke, onze logische godsdienst, oftewel ons dienen van God.
Dus, als je vanmorgen met de vraag zit van hoe kan ik de Heere dienen, dan is Romeinen 12:1 het voornaamste. Alle bediening, alle goede werken, alles van eeuwigheidswaarde dat jij voor God kan doen vloeit voort vanuit het wijden van jouw lichaam als een levend offer aan God.
Totdat dit bij jou land, totdat jij dit toe-eigent en dit doet en bent, zal je je blijven afvragen wat God nou van jou wil en wat God nou van jou vraagt. Dit is de voorwaarde, dit is de eerste vereiste.
Romeinen 12:2 – “2En wordt niet aan deze wereld gelijkvormig, maar word veranderd door de vernieuwing van uw gezindheid om te kunnen onderscheiden wat de goede, welbehaaglijke en volmaakte wil van God is.”
Wanneer wij onszelf geheel en heilig aan God offeren dan zullen wij per definitie anders worden dan de wereld om ons heen. En met de wereld bedoeld de Bijbel het wereldsysteem dat recht tegenover God staat, de wereld dat volgens 1 Johannes 5:19 in de macht van de duivel is. Jezus Zelf noemt de duivel de vorst van deze wereld.
Het is dus logisch voor de wedergeboren Christen om niet aan deze wereld gelijkvormig te zijn.
Hoe wij niet aan deze wereld gelijkvormig kunnen zijn is door veranderd of hervormd te worden door het vernieuwen van ons denken.
Er is maar één manier om ons denken te vernieuwen en dat is door het Woord van God de Bijbel ons eigen te maken. Niet voor niets schrijft Paulus in Kolossenzen 3:16 om het Woord van Christus in rijke mate in ons te laten wonen.
En dit alles doen wij om te kunnen onderscheiden wat de goede, welbehaaglijke en volmaakte wil van God is.
Dit wordt vaak vertaald en onderwezen als het kunnen onderscheiden of het kunnen ontdekken wat Gods wil is voor ons leven. Maar in de grondtekst heeft het woord ‘onderscheiden’ een andere betekenis dat niet in alle vertalingen tot uiting komt.
In de grondtekst betekent het woord dat hier vertaald wordt in ‘onderscheiden’ beproeven of bewijzen.
Dus, wanneer wij van binnenin veranderd worden, wanneer ons denken vernieuwd wordt, dan wordt dat naar buiten toe bewezen.
M.a.w. het werk van de Heilige Geest en van het Woord van God in mijn binnenste zal tot uiting komen in bewijzen van dat werk.
Dus, wanneer ik mezelf geheel aan God wijd door mijn lichaam aan God te offeren, wanneer ik niet gelijkvormig word aan deze wereld, wanneer ik hervormd word door het vernieuwen van mijn denken, dan zal het bewijs daarvan zijn dat in en door mijn leven heen, Gods goede welbehaaglijke en volmaakte wil zichtbaar wordt.
Oh, wat ben ik dankbaar voor Gods voornemen!
Wij vieren vandaag het Heilig Avondmaal waarbij wij stilstaan bij Gods voornemen, het offer van Jezus Christus aan het kruis.
Jezus is in jouw plaats en in mijn plaats aan het kruis gestorven voor onze zonden. Hij heeft onze straf voor onze zonden op zich genomen waardoor wij die in Hem geloven, die Hem navolgen verzoend zijn met God de Vader, waardoor wij een persoonlijke relatie met de Schepper van hemel en aarde hebben, waarop Gods voornemen van toepassing is.
Als jij hierin geloofd en als jij Jezus Christus aangenomen hebt als Redder en Heer van jouw leven, dan ben je van harte welkom om deel te nemen aan het Heilig Avondmaal, ook al doe je dat vandaag voor het eerst.
1 Korinthe 11:23-26
Hebreeën 13:20-21
Een gezegend nieuw jaar! Laat de stof van jouw Rabbi jou geheel bedekken!