2023.1217 – Het Ongeloof van Zacharias
Lukas 1:5-25
[CC Haarlemmermeer, 17 december 2023]
Alle Schriftreferenties zijn genomen van de Herziene Statenvertaling (HSV), tenzij anders aangegeven
INTRODUCTIE
We nemen vandaag even een kleine pauze van onze Markus serie, dus sla alsjeblieft je Bijbel open bij Lukas hoofdstuk één, en we gaan kijken naar vers vijf tot en met vijfentwintig. Lukas introduceert ons hier aan een ouder echtpaar die tegen alle verwachtingen en hoop in deelgenoot worden van de mooiste gebeurtenis in de geschiedenis van de wereld. Maar we zullen ook zien dat een bericht soms moeilijk te geloven is, zelfs als we weten dat het waar is. De meeste van ons zullen wel ervaring hebben met momenten van ongeloof. We willen wel geloven, maar iets in ons houdt ons op dat moment tegen. Het ongeloof van Zacharias in deze tekst zal ons in die zin bemoedigen dat we niet alleen zijn, en tegelijk ook inzicht geven hoe er mee om te gaan.
Lees met mij Lukas 1:5-25…
“5In de dagen van Herodes, de koning van Judea, was er een priester van de afdeling van Abia, van wie de naam Zacharias was. En zijn vrouw behoorde tot de dochters van Aäron en haar naam was Elizabet. 6Zij waren beiden rechtvaardig voor God en wandelden onberispelijk volgens alle geboden en verordeningen van de Heere. 7En zij hadden geen kind, omdat Elizabet onvruchtbaar was en zij beiden op leeftijd gekomen waren. 8Terwijl hij het priesterambt bediende voor God, toen het de beurt van zijn afdeling was, gebeurde het 9dat hij, volgens de gewoonte van de priesterdienst, door loting werd aangewezen om de tempel van de Heere binnen te gaan en het reukoffer te brengen. 10En heel de menigte van het volk was buiten aan het bidden op het uur van het reukoffer. 11En er verscheen aan hem een engel van de Heere, die aan de rechterzijde van het reukofferaltaar stond. 12En toen Zacharias hem zag, raakte hij in verwarring en vrees overviel hem. 13Maar de engel zei tegen hem: Wees niet bevreesd, Zacharias, want uw gebed is verhoord en uw vrouw Elizabet zal u een zoon baren en u zult hem de naam Johannes geven. 14En er zal blijdschap en vreugde voor u zijn en velen zullen zich over zijn geboorte verblijden, 15want hij zal groot zijn voor de Heere. Geen wijn en geen sterkedrank zal hij drinken en hij zal al van de moederschoot af met de Heilige Geest vervuld worden, 16en hij zal velen van de Israëlieten bekeren tot de Heere, hun God. 17En hij zal voor Hem uit gaan in de geest en de kracht van Elia, om het hart van de vaderen te bekeren tot de kinderen en de ongehoorzamen tot de bedachtzaamheid van de rechtvaardigen, om voor de Heere een toegerust volk gereed te maken. 18En Zacharias zei tegen de engel: Hoe zal ik dat weten? Want ik ben oud en mijn vrouw is op leeftijd gekomen. 19En de engel antwoordde en zei tegen hem: Ik ben Gabriël, die voor God sta, en ik ben uitgezonden om tot u te spreken en u deze dingen te verkondigen. 20En zie, u zult zwijgen en niet kunnen spreken tot op de dag dat deze dingen gebeurd zijn, omdat u mijn woorden niet geloofd hebt, die vervuld zullen worden op hun tijd. 21En het volk stond te wachten op Zacharias; en ze waren verwonderd dat hij zo lang in de tempel bleef. 22Toen hij naar buiten kwam, kon hij niet tot hen spreken. Zij begrepen dat hij een verschijning in de tempel gezien had. Hij wenkte hun toe en bleef stom. 23En het gebeurde, toen de dagen van zijn dienstwerk voorbij waren, dat hij naar zijn huis ging. 24en na die dagen werd zijn vrouw Elizabet zwanger. En zij verborg zich vijf maanden en zei: 25Zo heeft de Heere voor mij gedaan in de dagen waarin Hij acht op mij geslagen heeft om mijn smaad onder de mensen weg te nemen.”
Laten we bidden.
[Openingsgebed]
HET ECHTPAAR (5-7)
Als een goed historicus begint Lukas helemaal aan het begin van het verhaal van Jezus, en laat hij ons ook precies weten wanneer dat is. En ons verhaal van vandaag begint in de dagen van Herodes, de koning van Judea, die regeerde van zo’n 37 voor Christus tot zijn dood in 4 na Christus. Als Edomiet, een afstamming van Ezau en dus ook niet uit de koninklijke lijn van David, was hij geen vriend van Israël. Herodes mag dan bijvoorbeeld de tempel in Jeruzalem flink hebben uitgebreid, hij had ook een Romeinse adelaar boven de ingang gehangen. En wanneer hij de Joden hielp was dat meer voor politieke doeleinden dan dat hij het voor het volk of hun God deed.
En we ontmoeten Zacharias en Elizabet, een ouder echtpaar. We weten niet precies hoe oud, maar rond de zestig zeventig jaar is een goede schatting. En we lezen dat Zacharias, wiens naam “door God herinnerd” betekent, een priester is in de lijn van Aaron en in de afdeling van Abia. Voor ons klinkt dat misschien heel erg spannend, maar dat is het niet. Sinds de tijd van David waren de priesters verdeeld over vierentwintig groepen van zo’n duizend priesters elk, en elke groep diende twee keer per jaar voor een week in de tempel in Jeruzalem tijdens de grote feesten. Hun taken waren onder andere het voorgaan bij de eredienst, het branden van de wierook, het horen van bekentenissen, en vooral het slachten van dieren om te offeren. En Zacharias was getrouwd met Elizabet, wiens naam “Gods belofte” betekent, ook uit de lijn van Aaron. Als priester was je niet verplicht om iemand uit een priesterlijke familie te trouwen, dus Zacharias was zeker gezegend met een vrouw met zo’n achtergrond. Met andere woorden, dit waren twee mensen van goede afkomst.
En we leren twee belangrijke details over hen. Ten eerste waren ze allebei rechtvaardig voor God. Onberispelijk leven betekent niet dat ze zondeloos waren, maar dat ze God liefhadden en Hem gehoorzaamden, en leefden volgens alle geboden en voorschriften. Ten tweede hadden ze geen kinderen. En in die tijd was dat een schande om geen kinderen te hebben. Het hebben van kinderen werd gezien als een zegen en een geschenk van de Heer. Psalm 127:3 (NBV) zegt, “Kinderen zijn een geschenk van de HEER, de vrucht van de schoot is een beloning van God.” En het niet hebben van kinderen werd gezien als een straf van God en iets om voor te schamen. Denk bijvoorbeeld aan wat Lea zei toen ze beviel, “Lea werd zwanger en baarde een zoon. Zij gaf hem de naam Ruben. Want, zei zij, de HEERE heeft mijn verdrukking gezien. Voorzeker, nu zal mijn man mij liefhebben.”[1] Of Rachel, “22God dacht ook aan Rachel en God verhoorde haar. Hij opende haar baarmoeder 23en zij werd zwanger en baarde een zoon. Toen zei ze: God heeft mijn schande weggenomen!”[2]. Geen kinderen kunnen krijgen werd gezien als een schande en een straf. Een vloek van God voor het niet gehoorzamen van Zijn wet[3]. Echter, we lezen hier dat Zacharias en Elizabet rechtvaardig waren in de Gods ogen een onberispelijk leven leidde geheel volgens de geboden en geschriften. Hoe mooi om te zien dat ondanks dit alles ze allebei trouw blijven aan God, en dat ze hun omstandigheden niet bepalend laten zijn voor hun leven. Anderzijds, dit moet ons opvallen. Dit moet ons doen rechtop zitten als we dit lezen, en doen denken: ‘Hé, dit klopt niet. Hier is iets aan de hand? Wat gebeurt hier?’ Ons verhaal begint met een tegenstrijdigheid. Wat is God van plan hier?
HET GEBED (8-10)
De afdeling van Zacharias diende dus die week in de tempel, en elke ochtend en middag werd er in de tempel wierook gebrand. En dan rolde ze de dobbelsteen om te bepalen wie de eer kreeg voor de belangrijkste klus. En dat was om de tempel binnen te gaan, en in het heilige, de grote zaal, een reukoffer te brengen en te bidden[4]. Dat was het. En als je eenmaal uitgekozen was dan was je klaar voor het leven en mocht je het nooit meer doen. Je had je grote dag gehad, en werd je heilig en gezegend verklaard. En de mensen waren buiten op hun knieën aan het bidden terwijl een priester naar binnen ging. En zo ging het te werk. Dus elk jaar voor ik weet niet hoe lang ging Zacharias twee keer per jaar naar Jeruzalem, werd de dobbelsteen gerold, en werd hij niet gekozen. En inmiddels is hij oud en denkt hij wellicht, “Zal ik ooit gekozen worden?”. En dan op een dag rolt de dobbelsteen, en is het de beurt aan Zacharias. Het is de grote dag van Zacharias. Misschien wel de mooiste dag in zijn leven.
En terwijl de andere priesters en de mensen buiten wachten loopt hij naar binnen naar de grote zaal. Slechts het voorhangsel scheidt hem van het in de aanwezigheid te zijn van God. Dichterbij bij God op aarde zou hij nooit komen. Dit is zijn grote moment. En hij doet wat wierook en mirre op de kolen als een teken van gebed. En de geur van de rook stijgt op als een reukoffer voor God. En als de priesters en de mensen buiten de rook zien gaan ze op hun knieën en bidden ze in stilte. En zo ook Zacharias sluit zijn ogen en bidt. En minutenlang is er een doodste stilte in de tempel en daar buiten. Voor Zacharias was dit waarschijnlijk een van de meest plechtige ervaringen in zijn hele leven. En als een goed priester bad hij zeer waarschijnlijk, “God, verlos onze natie en stuur ons degene die Maleachi ons beloofde; stuur onze verlosser.”
DE ENGEL (11-17)
En hij opent zijn ogen en er staat een engel voor hem. Is dat even schrikken, niet? En de engel zegt in vers 13, “Wees niet bevreesd, Zacharias, want uw gebed is verhoord en uw vrouw Elizabet zal u een zoon baren en u zult hem de naam Johannes (wat ‘God is genadig’ betekent) geven. 14En er zal blijdschap en vreugde voor u zijn en velen zullen zich over zijn geboorte verblijden, 15want hij zal groot zijn voor de Heere. Geen wijn en geen sterkedrank zal hij drinken en hij zal al van de moederschoot af met de Heilige Geest vervuld worden, 16en hij zal velen van de Israëlieten bekeren tot de Heere, hun God. 17En hij zal voor Hem uit gaan in de geest en de kracht van Elia, om het hart van de vaderen te bekeren tot de kinderen en de ongehoorzamen tot de bedachtzaamheid van de rechtvaardigen, om voor de Heere een toegerust volk gereed te maken.”[5]
Zacharias bidt en opent zijn ogen, en een engel verteld hem dat zijn gebeden verhoord zijn. Dit is een goede dag, niet? Niet alleen mag Zacharias eindelijk de tempel binnen om een reukoffer te brengen. Niet alleen mag hij zo dicht bij God komen als ooit zou kunnen komen. Maar zijn gebed is verhoord! En niet zomaar verhoord. Dubbel verhoord! Niet alleen het gebed van daar ter plekke voor de verlossing van Israël en de komst van de Messias, maar ook zijn jarenlange gebed voor een kind! Zeker, God herinnerd Zijn belofte, en God is genadig! Door de geboorte van deze zoon was God niet alleen genadig naar Zacharias en Elizabet, maar ook genadig naar alle mensen, want deze zoon zou de harten van de mensen voorbereiden op de Messias. Zie hier de goedheid en genade van God in volle glorie! Zie hier ook de kracht van gebed! Alleen al die kleine zin “uw gebed is verhoord” mag ons vullen met blijdschap en met hoop. God hoort onze gebeden en God verhoord onze gebeden. God beantwoordt gebeden op zijn eigen manier en op zijn eigen tijd. Hij werkt in en door ‘onmogelijke’ situaties. Sterker, liever juist, want al de meer glorie en eer voor Hem. Dus wacht en verwacht wat God in onmogelijke situaties kan doen.
HET ONGELOOF (18)
Maar wat een dag voor Zacharias! En wat doet hij? Hij gelooft de engel niet. Je zou denken dat hij wellicht een moment van verstandsverbijstering had. Hier was hij in de tempel waar maar weinig priesters mochten komen. Hij was aan het praten met een engel. De engel zegt dat zijn gebed verhoord is, en hij gelooft het niet. Hij twijfelt aan de woorden van de engel. Hij vraagt, “Hoe zal ik dat weten?” Zijn reactie lijkt een goede vraag, maar het toont zijn ongeloof. Hij wilt een teken. Iets meer dan alleen woorden om zeker te weten dat dit waar is. Het was voor hem niet genoeg dat God het had gezegd. Hij wilde wat extra bewijs om de waarheid van het woord van de Heer te garanderen. En hij herinnerd de engel nog even aan hun situatie en hoe een kind krijgen op die leeftijd echt onmogelijk is. Alsof de engel dat niet wist. Zacharias keek naar het probleem. Hij staarde in het gezicht van iemand die in de aanwezigheid van God leeft en het enige wat hij kon zien was zijn probleem. Hij keek alleen met menselijke ogen naar wat mogelijk was, maar niets is onmogelijk met God!
Wat is hier aan de hand? Dit is niet zo maar iemand; dit is Zacharias. Rechtvaardig en onberispelijk. Een man vol geloof. Als Zacharias vandaag de dag in onze gemeente zou zitten zouden we zeggen dat hij een wedergeboren volwassen christen is en iemand met diepe kennis van het Woord. Het is mogelijk om te veel bewijs te eisen voordat je Gods belofte geloofd. En ik denk niet dat het is dat hij hem niet wilde geloven, maar dat hij dacht dat het gewoon te mooi was om waar te zijn. We kunnen wellicht zo gewend raken aan het wachten dat we de verwachting verliezen dat ons gebed ooit verhoord gaat worden. En mocht dat momenteel je situatie zijn, hoor dan deze woorden en houdt moed. Wellicht wilde Zacharias zichzelf beschermen tegen teleurstelling. Wellicht wilde hij zijn verwachtingen niet te hoog instellen. Het is zeker niet verkeerd om bewijs te willen voor ons geloof. Wij hebben geen blind geloof, maar ik denk dat we ook om te veel bewijs kunnen vragen voordat we Gods belofte geloven. Ik denk dat het niet goed is om meer te eisen dan wat een nederig en open hart nodig heeft voor geloof.
Ik denk dat dit een waarschuwing voor ons kan zijn. Hoe vaak is het niet zo dat als we neergehaald worden door moeilijke omstandigheden dat we moeite hebben het weten dat God aan het werk is voor ons oneindige goed, totdat we een klein lichtstraaltje van bewijs zien wat ons weer hoop geeft dat alles toch goed gaat komen? Hoe vaak hebben we er moeite mee God te geloven op Zijn Woord of op Zijn karakter? Maar God zegt hier simpelweg: “Vertrouw me! Ik kan en Ik hou ervan om het menselijk onmogelijke te doen. Geef niet op te bidden. Geef niet op te geloven.”
Ik heb in een recente preek het verhaal van mijn ouders verteld en dat het veertien jaar duurde voordat ze zwanger raakte van mij, hun enige kind. Toen Heidi en ik trouwde hing dat als een soort donkere wolk in mijn achterhoofd. Wat als…? Echter, wij raakte na zo’n vijf maanden al zwanger van Elora. De cyclus was verbroken, zeg maar. Wat een vreugde! Echter, het duurde vervolgens zo’n vijf jaar voordat we weer zwanger raakten. En ondanks wat we God hadden zien doen, en ook echt Zijn hand zagen in de timing, was het voor ons een moeilijke tijd van twijfel, zorgen, en ongeloof, en was het echt een weg om God te leren vertrouwen, of we nu wel of niet nogmaals een kind zouden krijgen. En inmiddels hebben we drie kinderen mogen ontvangen van Hem.
Zacharias stelt een vraag, en het is prima om vragen te stellen, maar het is mogelijk op de verkeerde manier vragen te stellen. Zacharias vraagt, “Hoe kan ik daar zeker van zijn?” terwijl als we ter vergelijk later in dit hoofdstuk lezen hoe Maria reageert op een soortgelijke situatie dan vraagt ze, “Hoe zal dat mogelijk zijn?”[6] Zowel Zacharias als Maria erkennen dat het menselijk onmogelijk is. Echter, waar Zacharias twijfelde en meer zekerheid wilde, wees Maria de mogelijkheid niet af, maar vroeg ze simpelweg hoe. Zacharias reageerde sceptisch, terwijl Maria in geloof reageerde.
God is er nooit op tegen dat we Hem iets vragen. Hij is onze Vader en Hij vindt het fijn als we Zijn aanwezigheid opzoeken en van Hem willen leren. Maar ik denk dat Hij het niet fijn vindt als we twijfelen aan Zijn karakter; als we twijfelen aan Zijn goedheid. Het is niet aan ons om alles te begrijpen wat Hij doet. Zijn wegen zijn niet onze wegen[7]. Hij hoeft zichzelf niet altijd uit te leggen. Hij hoeft zichzelf zeker niet te verantwoorden tegenover ons. Het is de goedheid en genade van God dat Hij zichzelf aan ons heeft geopenbaard, en door Jezus kunnen we een diepe relatie met Hem hebben en Hem mogen ervaren als Vader. Maar ons kennen is beperkt; we zien nog niet van aangezicht tot aangezicht[8]. Het is denk ik niet aan ons om meer te begrijpen dan wat God ons heeft verteld. Ik denk dat we ervoor moeten waken om dieper te gaan en meer te willen weten dan God van ons vraagt. Daar komt geloof bij kijken. Een sceptische houding tegenover God zou verkeerd zijn, maar een nederig verlangen om meer van Hem te horen en te leren is goed. De manier waarop Zacharias zijn vraag stelt, de motivatie van zijn hart, is niet goed. Het is de verkeerde houding.
HET ANTWOORD OP ONGELOOF (19-20)
En wat is het antwoord van de engel op de vraag van Zacharias? Twee dingen. Ten eerste, de engel herinnerd Zacharias aan wie hij is en waar hij vandaan komt. En het contrast kan niet groter zijn! Zacharias, de oude man. En Gabriël, de engel in de aanwezigheid van God. De oude priester had niet moeten twijfelen aan wat de engel zei. En door Zacharias te wijzen op voor wie de engel spreekt, wijst hij hem op God en de autoriteit van Gods Woord. En dat is een goede les voor ons in onze momenten van ongeloof. Gabriël wijst op Gods Woord als het tegengif op ongeloof. Als ongeloof betekent dat we de woorden en het karakter van God niet vertrouwen, wat beter dan ons te richten op Gods Woord waarin juist het tegendeel wordt bewezen; namelijk dat we de woorden van God en Zijn karakter juist wél kunnen vertrouwen. Zegt het niet in Romeinen 10:17 dat het geloof voortkomt uit horen, en het horen door het woord van God? We groeien in geloof als we mediteren op Gods Woord. Gods Woord is het tegengif op ongeloof.
Ten tweede, de engel legt Zacharias het zwijgen op, en Zacharias zal niets kunnen zeggen totdat zijn zoon geboren wordt. We zien hier in vers 20 hoe buitengewoon zondig de zonde van ongeloof is in de ogen van God. Minstens negen maanden lang werd Zacharias tot zwijgen veroordeeld, en werd hij er dagelijks aan herinnerd dat hij door ongeloof God had beledigd. Kan je je voorstellen hoe dat geweest moet zijn voor Zacharias? Ondanks zijn ongeloof zal hij ongelofelijk blij zijn geweest met het nieuws dat hij een zoon kreeg, en wilde dat natuurlijk van de daken schreeuwen en iedereen die hij tegenkwam vertellen, maar dat kon hij niet. Het was tegelijkertijd ook een teken, want stomheid was in het Oude Testament een teken. We lezen bijvoorbeeld in Ezechiël 24:27, “Op die dag zal uw mond met die van hem die ontkomen is, geopend worden, zodat u zult spreken en niet langer stom zijn. Zo zult u voor hen een wonderteken zijn. Dan zullen zij weten dat Ik de HEERE ben.”
NA AFLOOP (21-25)
En buiten wachten de mensen op hem, biddend. Waar blijft hij? Dit moet allemaal niet zo lang duren. Toen hij naar buiten kwam had hij een zegen en een gebed moeten zeggen, en de menigte voorgaan in een lied, maar niks. Hij was stil. Dus wisten ze dat er iets aan de hand was en dat hij iets van een verschijning gezien had. Maar Zacharias kon niemand erover vertellen. Alleen hij wist dat God op het punt stond om de Messias naar Zijn volk te brengen. En aan het einde van zijn week van tempeldienst gaat Zacharias terug naar huis. En daar zal hij ongetwijfeld het hele verhaal aan Elizabet verteld hebben. Waarschijnlijk door een fijn staaltje Hints of Pictionary, gok ik. En Elizabet wordt inderdaad zwanger zoals voorspeld, en verbergt zich voor vijf maanden. Hoe kon ze haar gewone gang weer gaan? Alles was zo radicaal anders dat ze niets anders kon dan zich terugtrekken en pas na de vijfde maand, wanneer het onbetwistbaar duidelijk zou zijn dat de woorden van de engel in vervulling waren gegaan, weer tevoorschijn om iedereen te laten weten wat God had gedaan.
CONCLUSIE
Wat we zien in dit verhaal, in deze aankondiging, is dat God op een absoluut unieke manier aan het werk is in de geboorte van Johannes. Het is God die dit volledig gearrangeerd heeft. Van de tegenstrijdigheid van het heilige maar onvruchtbare leven van Zacharias en Elizabet tot het exacte moment dat Zacharias wordt uitgekozen om de tempel binnen te gaan, en alles er omheen. God is aan het werk. God is betrokken. Dit was niet een of ander vreemd toeval. Maar dit was de soevereine wil van God in zijn volle glorie. Gods doel hierin is om ons te laten zien dat niets te moeilijk is voor Hem. Hij heerst over alles en iedereen, en heeft een plan dat Hij aan het uitvoeren is in Zijn tijd en op Zijn manier.
Maar er is ook een bemoediging in het ongeloof van Zacharias. Lukas laat ons heel duidelijk aan het begin van dit verhaal weten dat Zacharias een rechtvaardige en onberispelijke man was in de ogen van God. Hij hield van God, en hij hield van Gods geboden en voorschriften, en volgde deze met heel zijn hart, en toch was er dat moment van ongeloof. We kunnen dus zeggen dat zelfs de beste van ons weleens een moment van ongeloof hebben. Niemand van ons vertrouwt Gods beloften dag na dag perfect. Maar ondanks het ongeloof van Zacharias hield God zich aan Zijn woord. Zijn gebed werd desalniettemin beantwoord! Gods genade en karakter spreekt boekdelen hier, en daar mogen we bemoediging in vinden. Het kan zijn dat onze ongeloof consequenties heeft (Zacharias kon negen maanden niet praten), maar God verstoot ons niet als we ons bekeren en onze hoop op Hem blijven richten. Lees in vers 64 wat er namelijk negen maanden later, acht dagen na de geboorte, gebeurd als ze de jongen Zacharias willen noemen, maar hij zelf Johannes opschrijft zoals de engel had gezegd, “En onmiddellijk werd zijn mond geopend en zijn tong losgemaakt; en hij sprak en loofde God.”[9] Hij prees direct God en meteen daarna lezen we dat Zacharias vervuld werd met de Heilige Geest en profeteerde[10]. Laten we niet wanhopen als we een moment van ongeloof hebben, maar laten we de tucht van God accepteren en ons bekeren, en de Heer prijzen, net als Zacharias.
Geloof is nu eenmaal geen eenmalige inenting die ons voor altijd tegen twijfel beschermt. Het is een spier die we elke dag moeten gebruiken en trainen. Gebruik het of verlies het. Op dit moment gebruikte Zacharias het niet. Laten we niet hard zijn tegen Zacharias, want we zijn allemaal op een bepaald moment in ons leven zoals hij.
Ik denk dat dit een prachtig verhaal is waarin we enerzijds zien dat wij een God hebben die zich bekommert om Zijn kinderen, en die ons wil laten weten dat Hij intiem betrokken is bij ons leven, onze gebeden hoort, en in staat is om boven menselijke verwachting in te grijpen. En anderzijds zien we dat we voorzichtig moet zijn in wat we van God vragen, en hoe we aan God vragen, maar dat we niet hoeven te wanhopen als we een moment van ongeloof hebben, zolang we het ons realiseren en onze ogen wederom richten op Hem. God is aan het werk ondanks ons ongeloof!
Als je niet een moment van ongeloof hebt, maar simpelweg nog helemaal niet geloofd in deze God, dan is vandaag de dag om te geloven. Werp al je ongeloof af en vertrouw op Hem die wonderen kan doen ook in jouw leven. En het grootste wonder wat Hij kan doen in jou leven is je een nieuwe schepping in Hem maken door je geloof in Jezus Christus als Redder. Stel het niet uit, vertrouw God op Zijn Woord.
Als je al wel geloofd, geloof dan God je gebeden hoort en verhoort. Bidt en blijf bidden in volle verwachting. En bidt ook tegen de zonde van ongeloof. “Ik geloof, Heere! Kom mijn ongeloof te hulp.”[11]
Laten we bidden.
[1] Gen. 29:32
[2] Gen. 30:22-23
[3] Deut. 28:15-18
[4] Ex. 30:7-8
[5] Lk. 1:13-17
[6] Lk. 1:34
[7] Jes. 55:8-9
[8] 1 Kor. 13:12
[9] Lk. 1:64
[10] Lk. 1:67
[11] Mk. 9:24