Jesaja 53
De afgelopen weken hebben we samen een aantal Psalmen behandeld, vanochtend gaan we samen naar een ander heel bekend stuk tekst uit de Bijbel kijken. We gaan samen Jesaja 53 bestuderen. Dit is een zeer bekend stuk tekst, het wordt vaak geciteerd, maar het is ook een gedeelte dat God wil gebruiken om ons te vormen.
We gaan vanochtend naar 3 dingen kijken uit dit stuk: 1) over Wie hebben we het (v1-3)? 2) wat heeft de persoon in kwestie gedaan (v4-9)? 3) hoe kijkt God hier naar (v10-12)?
- Zoals met elk Bijbelgedeelte staat
dit hoofdstuk in een grotere context. Jesaja was een profeet, iemand die
woorden van God doorgaf aan Israël. Hij vervulde deze taak, o.a. door dingen op
te schrijven.
- Jesaja 1-39 is een beeld van het OT, Jesaja 40-66 is een beeld van het NT. Je ziet de overgang ook in Jesaja 40:1
Jesaja 40:1 “Troost, troost Mijn volk, zal uw God zeggen.”
- Jesaja 52 is als hoofdstuk gericht op de redding die Israël nodig had. Jesaja 53 pakt dat thema door en wijst de Persoon aan Die redding zou brengen. Dat was niet de redding die Israël nodig dacht te hebben, maar wel de redding die God wilde geven.
- Het einde van Jesaja 52 gaat over Gods knecht (Jesaja 52:13-15), de Persoon Die door God gebruikt wordt, de Persoon Die door veel mensen afgewezen werd.
Ironside: “De geïnspireerde schrijver geeft ons een grafisch portret van de lijdende Redder en vertelt ons over het glorieuze werk dat Hij moest ondernemen om het zonde vraagstuk voor eeuwig weg te doen, tot tevredenheid van de oneindig Heilige God. Deze geweldige Messiaanse profetie wordt verschillende keren aangehaald in het Nieuw Testament en elke keer wordt dit direct toegepast op onze Heere Jezus Christus.”
v1-3 over Wie hebben we het?
We weten dat dit over Jezus gaat, maar misschien niet zoals je je Jezus had voorgesteld. Jesaja begint dit gedeelte met 2 vragen (v1). De eerste vraag is wie zal geloven wat hij nu gaat zeggen, de tweede vraag is wie Gods kracht gaat zien door deze profetie heen? Profetie is het spreken van woorden van God, in sommige gevallen ook over de toekomst. Jesaja schrijft hier iets op, iets dat nog moet gaan gebeuren, iets dat hij meer dan 500 jaar voor Christus van God ontvangen heeft.
- Wat hij hier opschrijft gaat in
tegen alles dat men op dat moment, en later, over God dacht. Jesaja schrijft
over redding, over wat de mens nodig heeft. Mensen hebben altijd zelf een beeld
bij wat ze nodig hebben, bij wat ze nodig denken te hebben. Wat God aan Jesaja
gegeven heeft, voldoet op geen enkele manier daaraan.
- We gaan namelijk een Persoon zien Die sterft, Iemand Die gemarteld wordt, in de plaats van anderen. En er wordt over deze Persoon gesproken met Goddelijke aanduidingen.
- Dat is niet wat men in gedachten had, dat is niet hoe men redding door God voor zich zag. God zou in majesteit komen, Israël bevrijden, de vijand vernietigen, etc.
Waar is de “arm van de HEERE” in een Redder Die sterft? Waar is de macht en kracht, de glorie van de HEERE in een stervende Redder?
Dit hoofdstuk pakt allerlei denkbeelden aan die de luisteraars van Jesaja hadden, denkbeelden die vandaag de dag nog steeds bestaan.
Jezus (v2) was niet groot en machtig in uiterlijk, Hij was een loot, een jonge plant. Een plant op dorre grond, niet vol van zichtbare kracht. Hij was niet iemand die op de voorpagina van Men’s Health zou staan. We weten niet of Jezus ‘lelijk’ was naar maatstaven van die tijd, we weten wel dat Hij niet het uiterlijk had dat mensen verwachtten van Iemand Die door God gezonden was als Redder.
Alan Redpath: “Vandaag de dag lijkt het er op dat we het Evangelie mooi aan moeten kleden, om het aantrekkelijk te maken. We moeten technieken gebruiken die slim, goed gepresenteerd en gestroomlijnd zijn. Er moet iets aan de presentatie van het Evangelie zijn dat mensen aantrekt (…) Ik vraag me of we er wel eens bij stil staan dat in onze pogingen om het Evangelie ‘aantrekkelijk’ te maken, we een gordijn voor Jezus’ gezicht hangen, in Zijn vernedering? De Enige Die Hem aantrekkelijk kan maken is de Heilige Geest.”
Jezus was zelfs veracht (v3) door de mensen, verworpen. Zijn leven was niet alleen maar rozengeur en maneschijn, Hij was “een Man van smarten”, “bekend met ziekte”. Jezus had van alles meegemaakt vóór Hij op het wereldtoneel verscheen. Hij was veracht en mensen keken niet naar Hem om.
- Dat is de Redder Die God stuurde, dat is de Knecht (Jesaja 52) van God. Dat is niet hoe mensen Hem zich voor hadden gesteld. Jezus werd niet herkend en erkend als door God gezonden. Dit is voorspeld door Jesaja en uitgekomen in Jezus. Dit is over Wie we het hebben.
v4-9 Wat heeft Jezus gedaan?
Nu we weten dat alles in dit hoofdstuk vooruitkijkt naar wat Jezus aan het kruis heeft gedaan, kunnen we gaan bekijken wat Hij precies gedaan heeft. Jesaja legt uit dat Jezus voor ons van alles gedaan heeft. In v4-6 komt 8x het woord ‘ons’ of ‘onze’ voor. Jezus deed allerlei dingen voor ons.
- “onze ziekte heeft Hij op Zich genomen” (v4)
- “ons leed heeft Hij gedragen” (v4)
- “Hij is om onze overtredingen verwond” (v5)
- “om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld” (v5)
- “De straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem” (v5)
- “door Zijn striemen is er voor ons genezing gekomen” (v5)
- “de HEERE heeft de ongerechtigheid van ons allen op Hem doen neerkomen” (v6)
Dat is wat Jezus deed en voor wie, voor ons. Jesaja spreekt in de context van Israël, maar de boodschap, Jezus’ werk is ook voor hen die geen Joden zijn.
Romeinen 1:16 “Want ik schaam mij niet voor het Evangelie van Christus, want het is een kracht van God tot zaligheid voor ieder die gelooft, eerst voor de Jood, en ook voor de Griek.”
- Voor zowel Jood en Griek, alle niet-Joden in het Koine Grieks, is het Evangelie van Christus. Het ene deel van dat Evangelie is dat Jezus dit voor ons deed. Het andere deel is de vraag waarom Hij dat deed. Jesaja beantwoordt deze vraag ook voor ons.
Jezus droeg onze straf (v5), onze ongerechtigheid (v6). Er werd betaling geëist voor onze zonde (v7) en Hij betaalde de prijs. De overtreding van het volk (v8) is de reden dat Jezus dit alles onderging, dat omvat ook onze overtredingen.
- Het gaat hier om het overtreden van Gods wet. Gods wet is de standaard, Gods wet is de lat voor de mens. Die lat is te hoog, want de lat ligt op perfectie (“Wees heilig, want Ik ben heilig”). Doordat wij de wet overtreden hebben moet daar een gevolg aan zitten.
Deuteronomium 32:4 “Hij is de rots, Wiens werk volmaakt is, want al Zijn wegen zijn een en al recht. God is waarheid en geen onrecht; rechtvaardig en waarachtig is Hij.”
God is perfect rechtvaardig, wat betekent dat Hij overtredingen van de wet niet onbestraft kan laten. Elke zonde is een overtreding van de wet en verdient straf.
Ezechiël 18:20 “De mens die zondigt, díe zal sterven. De zoon zal de ongerechtigheid van de vader niet dragen, en de vader zal de ongerechtigheid van de zoon niet dragen. De gerechtigheid van de rechtvaardige zal op hemzelf zijn, en de goddeloosheid van de goddeloze zal op hemzelf zijn.”
- Ieder mens moet zijn/haar eigen zonde dragen, inclusief de straf die daarbij hoort. Deze straf is de doodstraf. Het goede nieuws, het Evangelie van Christus, is dat Jezus is gekomen. Jezus leefde perfect op aarde, zonder zonde, en kwam om jouw en mijn zonde te dragen aan het kruis, om jouw en mijn straf van de zonde op Zich te nemen.
Dat is wat we lezen in Jesaja 53, dat is de liefde die Jezus voor jou heeft. Dat is de grootheid van Gods hart voor de mens, voor jou en voor mij. God houdt zoveel van jou, dat Hij jouw en mijn probleem wil oplossen, het zonde-probleem. Zonde vereist straf, Jezus droeg die straf; en God stuurde Hem, omdat Hij zoveel van jou en mij houdt. Dat is Gods hart.
De grootheid van wat Jezus gedaan heeft moeten we niet onderschatten. Jesaja 53 geeft een heel precies beeld van hoe ver Jezus gegaan is in het dragen van onze straf.
- Jezus droeg onze pijn aan het kruis (v4). Onze ziekte en ons leed heeft Hij gedragen. Aan de buitenkant zagen we dat Hij geslagen en verdrukt was. Dit was wat God Hem aandeed, omdat Hij onze straf droeg, de straf die God aan ons hoorde te geven.
- Jezus werd doorboord (verwond) om onze overtredingen (v5). Hij kreeg spijkers in Zijn handen en voeten, er werd een speer in Zijn zij gestoken; allemaal omdat wij gezondigd hebben.
Hij werd verbrijzeld voor ons, versplinterd, verpletterd is waar het Hebreeuws op wijst. Dat onderging Hij voor jou en mij, terwijl Hij niks fout had gedaan.
Hij droeg onze straf, zodat wij vrede konden hebben. Hij werd met een zweep geslagen, voor ons. Door Zijn striemen kunnen wij genezen worden van het zonde probleem.
- Jezus werd met een zweep geslagen,
een zweep met stukjes glas, bot en steen er in. De Romeinse soldaten die dit
deden, waren universeel wreed en vonden het een sport om zoveel mogelijk vlees
van bot te trekken met de zweep. Dat onderging Jezus voor jou en mij.
- Sommigen halen dit vers aan om lichamelijke genezing te ‘claimen’. Jezus heeft ons ten eerste geestelijk genezen, van de zonde; uiteindelijk zal Hij ook iedereen genezen van lichamelijke zaken, in de hemel. Hier op aarde is het aan God om te bepalen wie welke fysieke staat heeft.
David Guzik: “Wat christenen niet moet doen, is dwaas ‘claimen’ dat ze genezen zijn, terwijl ‘symptomen’ het tegendeel bewijzen, en geloven dat ze op de belofte van Jesaja 53:5 staan. Wat christenen wel moeten doen, is vrijmoedig bidden en vertrouwen op Gods goedheid en barmhartigheid in het nu geven van genezing, zelfs vóór de ultieme genezing bij de opstanding.”
- Jezus heeft de ongerechtigheid van alle mensen gedragen (v6). Jezus had Zelf nooit gezondigd en nu kreeg Hij alle zonde, van alle mensen, van alle tijden op Zijn schouders. En Hij deed dat terwijl wij “dwaalden allen als schapen, wij keerden ons ieder naar onze eigen weg.” Jezus stierf voor ons, deed dit allemaal voor ons toen wij Hem nog pijn deden door onze zonde (Romeinen 5:8), toen wij nog vijanden van God waren door ons gedrag.
- Betaling werd geëist voor onze zonde, Jezus betaalde toen de prijs (v7). Hij onderging alles wat wij hadden verdiend. De doodstraf, door onze zonde tegen een heilig en perfect God. Hij onderging alles in stilte, “als een schaap dat stom is voor zijn scheerders,”
- Hij werd vastgehouden, na een
belachelijke ‘rechtszaak’ veroordeeld, Hij heeft geen fysiek nageslacht
achtergelaten (v8). Jezus onderging iets dat geen mens zou moeten
ondergaan in Zijn situatie.
- Valselijk vastgehouden, belachelijke rechtszaak en Hij had geen kinderen. Letterlijk staat er ‘wie zal Zijn generatie overdenken’? Jezus onderging dingen die onmenselijk zijn, omdat Hij van jou en mij houdt.
Jezus werd afgesneden uit het land van de levenden. Hij droeg de plaag die wij hebben verdiend, door onze overtredingen, door onze zonde.
- Dit is het punt waar de Redder, de Messias, sterft. Joodse Rabbijnen zeggen dat Jesaja 53 over Israël gaat, er is nog nooit een moment in de geschiedenis geweest dat Israël als volk werd “afgesneden uit het land van de levenden.”
- Jezus stierf (v9) tussen 2
criminelen in (Lukas 23:32-33), Hij werd in het graf van Jozef van
Arimathea gelegd (Lukas 23:50-56).
- In die tijd, als je een eigen graf had, uitgehouwen in de rotsen, dan was je rijk. Jezus stierf tussen de goddelozen en lag in het graf van een rijke.
De reden dat Hij al deze dingen onderging: “geen onrecht gedaan” en “geen bedrog in Zijn mond geweest”. Jezus stierf onschuldig, voor een schuldige (jij en ik). Jezus stierf zondeloos, voor de zondaar (jij en ik).
Wiersbe: “De begrafenis van Jezus is net zo zeer een onderdeel van het Evangelie als Zijn dood, want de begrafenis is het bewijs dat Hij echt stierf. De Romeinse autoriteiten zouden Zijn lichaam nooit vrijgegeven hebben aan Jozef en Nicodemus als het slachtoffer niet dood was.”
Jezus onderging dit allemaal, vrijwillig, omdat Hij van jou en mij houdt. God wilde dat jij en ik de mogelijkheid hadden om bij Hem te komen, God wilde ons zonde-probleem oplossen. De enige manier was de straf dragen, de dood sterven die wij verdienen. Dat is wat Jezus deed, dat is waarvoor Hij naar de aarde kwam.
- Jezus kwam om te sterven, Hij leefde om gedood te worden, Hij was zondeloos om voor ons zonde te worden. Dat is de ultieme uiting van Zijn liefde voor jou, voor mij en voor ieder mens. Deze redding is voor iedereen, niemand heeft te veel gezondigd. Ieder mens mag dit aannemen, je hoeft alleen te geloven.
v10-12 Hoe kijkt God hier naar?
Tot nu toe hebben we gezien over Wie dit gaat (v1-3) en wat Hij gedaan heeft (v4-9). Vanaf nu gaan we Gods perspectief zien op wat er gebeurde aan het kruis van Golgotha. Dit is een blik in de hemel, in het hart van God Zelf.
Johannes 3:16 “Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.”
- God Zelf was het Die Zijn Zoon naar de aarde stuurde. Hij wist wat dat zou betekenen, en toch deed Hij dit voor ons.
Jesaja laat ons zien (v10) dat God Degene was Die de straf over Jezus uitgoot. God Zelf verbrijzelde Jezus, God de Vader maakte Hem ziek; en het behaagde Hem om dit te doen. Dit is op het eerste gezicht misschien onbegrijpelijk, maar als we wat dieper graven wordt dit duidelijk.
- Het behaagde de HEERE, betekent dat God vreugde vond in wat er gebeurde. Niet in het feit dat Hij dit Jezus aandeed, maar dat Jezus de straf droeg, waardoor alle mensen de mogelijkheid zouden krijgen om bij God te komen.
Hebreeën 12:2 “terwijl wij het oog gericht houden op Jezus, de Leidsman en Voleinder van het geloof. Hij heeft om de vreugde die Hem in het vooruitzicht was gesteld, het kruis verdragen en de schande veracht en zit nu aan de rechterhand van de troon van God.”
Jezus werd een schuldoffer voor de hele mensheid (Romeinen 6:10), Hij droeg de straf die iedereen had verdiend. Het schuldoffer (Leviticus 5) was een offer puur voor zonde; een onschuldig dier moest sterven om de zonde te dragen van een schuldig mens.
- Jezus is het Lam van God (Johannes
1:29), Hij is ons offer geworden (Hebreeën 10). Dit is het beeld:
Iemand Die onschuldig was, stierf voor de schuldige, zodat de schuldige
vrijgesproken kon worden.
- Het lam moest perfect zijn, de zondaar niet. Het lam werd geïnspecteerd
door de priester, de zondaar niet. De zondaar leunde op het lam, niet andersom.
- Al deze dingen zijn beelden van Jezus: Jezus was en is perfect naar Gods standaard. Wanneer God Hem inspecteert is er alleen perfectie. Wij mogen leunen op Hem, Hij hoeft niet op ons te leunen.
- Leviticus is een voorschaduw van wat Jezus ging doen, het wijst naar het perfecte offer, van het perfecte Lam, door de perfecte Hogepriester, Jezus.
- Een belangrijk detail, is dat in Leviticus 5 de zondaar vrijwillig met het offer naar het altaar moest komen. Het was de keuze van de zondaar om wel of niet te komen. Zo is het ook met ons, Jezus’ offer is er, voor iedereen; de vraag is of jij het aanneemt.
- Het lam moest perfect zijn, de zondaar niet. Het lam werd geïnspecteerd
door de priester, de zondaar niet. De zondaar leunde op het lam, niet andersom.
Jezus stierf niet alleen, Hij stond ook op uit de dood: Hij zal “nageslacht zien, Hij zal de dagen verlengen;” Jezus’ overwinning over de dood is volledig, Hij droeg de straf die de dood was en Hij overwon de dood door op te staan uit de dood. Het kruis is niet het einde, er is leven na het kruis, nieuw leven.
- Het leven na de opstanding, is een
leven waar “het welbehagen van de HEERE”
in zal zijn. Dat is het leven in Christus, niet langer een vijand van God, maar
Zijn geliefde kind. Niet langer op afstand van God, maar dicht aan Zijn hart.
- Jezus’ werk op aarde heeft zoveel voor ons gedaan, het belangrijkste is eeuwige, definitieve vergeving van zonde, gecombineerd met nieuw leven dat nu al in gaat.
Jezus’ werk was een “moeitevolle inspanning” (v11). Het was pijnlijk, het was zwaar, het was niet leuk om doorheen te gaan. Maar “Hij zal verzadigd worden.” Dat is wat Jezus voor ogen hield.
Het 2e deel van dit vers is echt prachtig, het gaat om “kennis van Hem”, dat is wat “velen rechtvaardig [zal] maken”. Doordat Hij hun ongerechtigheden draagt.
- Het idee hier is om Hem te leren kennen en beter te blijven leren kennen.
Johannes 17:3 “En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, Die U gezonden hebt.”
Jezus kennen redt, van het effect van zonde, van de eeuwige dood. Jezus kennen geeft nieuw leven, leven in overvloed met Hem.
Het resultaat voor Jezus zelf, is v12. God beloont Jezus voor wat Hij gedaan heeft. De woorden die hier gebruikt worden horen bij het verdelen van de buit van een overwinning. Dat is wat Jezus hier krijgt, de beloning voor Zijn overwinning over zonde en dood.
- Hij krijgt “veel” en “machtigen”. Alles dat de vijand had dat waardevol is in Gods ogen, zal van Jezus zijn. Jezus krijgt veel, omdat Hij veel gegeven heeft.
De rest van v12 geeft aan wat de reden is dat Hij dit ontvangt, om aan te geven dat dit niet zomaar gegeven is. Jezus heeft Zijn ziel “uitgestort in de dood”, Hij is “onder de overtreders geteld”, Hij heeft “de zonden van velen gedragen”, Hij heeft “voor de overtreders gebeden”.
- Dit is waarom Jezus alle lof en eer gaat krijgen die Hij verdient, elke knie zal voor Hem buigen (Filippenzen 2). Dit is waarom Jezus het waard is om in te geloven, om lief te hebben. Dit is waarom God het waard is om je leven aan over te geven.
- Er is geen zonde te groot, er is
niks dat jij gedaan hebt dat God niet wil vergeven. De vraag is of jij Hem wil
aannemen, of jij Jezus’ plaatsvervangende werk aan het kruis wil aannemen. De
vraag is of jij wil erkennen dat je een zondaar bent die Jezus nodig heeft. De
vraag is of jij bij Hem wil komen, om Zijn vergeving, Zijn liefde, Zijn genade
te aanvaarden.
- Ieder mens heeft dit nodig, niet iedereen neemt het aan. De keuze is aan jou.
Jesaja 53 laat ons zien Wie Jezus is, wat Hij voor jou en mij gedaan heeft en hoe God naar hier naar kijkt. Gods liefde, Gods genade, Gods open armen richting elk mens worden zichtbaar door dit hoofdstuk heen. God heeft meer dan 500 jaar vóór Jezus’ dood aan het kruis dit door Jesaja laten opschrijven. God doet jou, 2000 jaar na Jezus’ dood en opstanding de uitnodiging om in Hem te geloven.
- Ieder mens is een zondaar, ieder mens heeft Jezus’ dood en opstanding nodig. Dit gaat om leven en dood, dit gaat om waar je de eeuwigheid doorbrengt. Dit gaat om Gods liefde voor jou en jouw reactie op Zijn liefde. Neem Hem aan, geloof in Jezus als jij dat nog niet doet.
- In hoeverre leef jij naar het feit dat elk mens deze boodschap moet horen? In hoeverre is jouw leven naar de standaard van God, die we in Jezus zien? Doet het kruis jou überhaupt nog wel wat? Raakt een bekend hoofdstuk als Jesaja 53 jou nog? God wil dat wij nooit ongevoelig worden voor Jezus’ dood en opstanding, want dat is de centrale boodschap van het Evangelie. Dat is wat wij aan elk mens horen te verkondigen.