Mary Christmas Lukas 1:26-38
Hartelijk welkom in deze speciale eredienst van de Calvary Chapel. Het komt niet vaak voor dat de eerste kerstdag op een zondag valt, vandaar dat het vandaag specialer is dan hoe speciaal ook elke eredienst is.
Vanmorgen gaan wij het Woord van God openen en natuurlijk gaan wij naar het kerstverhaal kijken, want de kerst draait om de geboorte van Jezus Christus. Maar voor Jezus' geboorte was Maria er en zij heeft een prachtig verhaal over hoe zij het door God gekozen instrument was om Zijn Zoon ter wereld te brengen. Dit is de back story. Vandaar ook de titel: “Mary Christmas”.
Lukas 2:1-21 – “1En het geschiedde in die dagen dat er een gebod uitging van keizer Augustus dat heel de wereld ingeschreven moest worden. 2Deze eerste inschrijving vond plaats toen Cyrenius over Syrië stadhouder was. 3En ze gingen allen op weg om ingeschreven te worden, ieder naar zijn eigen stad. 4Ook Jozef ging op weg, van Galilea uit de stad Nazareth naar Judea, naar de stad van David, die Bethlehem heet, omdat hij uit het huis en het geslacht van David was, 5om ingeschreven te worden met Maria, zijn ondertrouwde vrouw, die zwanger was. 6En het geschiedde, toen zij daar waren, dat de dagen vervuld werden dat zij baren zou, 7en zij baarde haar eerstgeboren Zoon, wikkelde Hem in doeken en legde Hem in de kribbe, omdat er voor hen geen plaats was in de herberg. 8En er waren herders in diezelfde streek, die zich ophielden in het open veld en 's nachts de wacht hielden over hun kudde. 9En zie, een engel van de Heere stond bij hen en de heerlijkheid van de Heere omscheen hen en zij werden zeer bevreesd. 10En de engel zei tegen hen: Wees niet bevreesd, want zie, ik verkondig u grote blijdschap, die voor heel het volk wezen zal, 11namelijk dat heden voor u geboren is de Zaligmaker, in de stad van David; Hij is Christus, de Heere. 12En dit zal voor u het teken zijn: u zult het Kindje vinden in doeken gewikkeld en liggend in de kribbe. 13En plotseling was er bij de engel een menigte van de hemelse legermacht, die God loofde en zei: 14Eer zij aan God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in mensen een welbehagen. 15En het geschiedde, toen de engelen van hen weggegaan waren naar de hemel, dat de herders tegen elkaar zeiden: Laten wij dan naar Bethlehem gaan en dat woord zien dat er geschied is, dat de Heere ons bekendgemaakt heeft. 16En zij gingen met haast en vonden Maria en Jozef, en het Kindje liggend in de kribbe. 17Toen zij Het gezien hadden, maakten zij overal het woord bekend dat hun over dit Kind verteld was. 18En allen die het hoorden, verwonderden zich over wat door de herders tegen hen gezegd werd. 19Maar Maria bewaarde al deze woorden en overlegde die in haar hart. 20En de herders keerden terug en zij verheerlijkten en loofden God om alles wat zij gehoord en gezien hadden, zoals tot hen gesproken was. 21En toen acht dagen vervuld waren, en men het Kind besnijden moest, werd Hem de naam Jezus gegeven, die genoemd was door de engel voordat Hij in de moederschoot ontvangen was.”
Hier hebben wij het verslag van de geboorte van Jezus Christus. Dit is de climax van het geboorteverhaal! 'Plotseling was er bij de engel een menigte van de hemelse legermacht, die God loofde en zei: Eer zij aan God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in mensen een welbehagen'. Wat een moment! Maar, er is ook nog een back story.
Er is heel veel hieraan voorafgegaan en daar wil ik vanmorgen een moment voor nemen om naar te kijken. En dan met name naar Maria, de moeder van Jezus. Want Maria’s verhaal is in zekere zin ook ons verhaal, anno 2022.
Mocht je meer willen weten over wat we net gelezen hebben, dan zou je de kerstboodschap van vorig jaar kunnen beluisteren. Deze staat o.a. op onze website:
Lukas 1:26-38 – “26In de zesde maand werd de engel Gabriël door God gezonden naar een stad in Galilea, waarvan de naam Nazareth was, 27naar een maagd die ondertrouwd was met een man, van wie de naam Jozef was, uit het huis van David; en de naam van de maagd was Maria. 28En toen de engel bij haar binnengekomen was, zei hij: Wees gegroet, begenadigde. De Heere is met u. U bent gezegend onder de vrouwen. 29Toen zij hem zag, raakte zij in verwarring door zijn woorden, en zij vroeg zich af wat de betekenis van deze groet kon zijn. 30En de engel zei tegen haar: Wees niet bevreesd, Maria, want u hebt genade gevonden bij God. 31En zie, u zult zwanger worden en een Zoon baren en u zult Hem de Naam Jezus geven. 32Hij zal groot zijn en de Zoon van de Allerhoogste genoemd worden, en God, de Heere, zal Hem de troon van Zijn vader David geven, 33en Hij zal over het huis van Jakob Koning zijn tot in eeuwigheid en aan Zijn Koninkrijk zal geen einde komen. 34Maria zei tegen de engel: Hoe zal dat mogelijk zijn, aangezien ik geen gemeenschap heb met een man? 35En de engel antwoordde en zei tegen haar: De Heilige Geest zal over u komen en de kracht van de Allerhoogste zal u overschaduwen. Daarom ook zal het Heilige Dat uit u geboren zal worden, Gods Zoon genoemd worden. 36En zie, uw nicht Elizabeth is eveneens zwanger van een zoon, in haar ouderdom. Dit is de zesde maand voor haar, die onvruchtbaar genoemd werd. 37Want geen ding zal bij God onmogelijk zijn. 38Maria zei: Zie, de dienares van de Heere, laat met mij geschieden overeenkomstig uw woord. En de engel ging van haar weg.”
Een van de meest lonende dingen bij het lezen van het Woord van God is het besef en de ervaring van de realiteit dat het een levend woord is, en dat het duizenden jaren nadat het geschreven is, nog steeds spreekt en nog steeds actueel is.
Sommigen zouden zeggen dat dit slechts een sprookje is. Maar wij christenen, wij die wedergeboren zijn, wij hebben niet alleen het Woord dat door God voor ons is vastgelegd, wij kennen de auteur van het Woord.
En omdat de auteur van het Woord in ons leeft en ons verstand verlicht laat Hij ons zien wat voor eenieder van ons afzonderlijk, én voor ons als gemeente, relevant is. Het is God de Heilige Geest die het Woord in elke levensfase en in elke levenssituatie voor ons toepasselijk maakt. En zo ook bij dit Schriftgedeelte. Het is zeker weten geen sprookje.
Ik zei dat Maria’s verhaal in zekere zin ook ons verhaal is. Natuurlijk is niet alles van Maria’s verhaal één-op-één op ons van toepassing, maar een aantal dingen wel. En ik weet zeker dat God door haar verhaal heen voor eenieder van ons een prachtige kerstboodschap heeft.
Dus laten we iets langzamer door de tekst heen gaan om wat observaties te maken, en laat vooral de Heilige Geest tot je spreken.
Vers 26-27 – “26In de zesde maand werd de engel Gabriël door God gezonden naar een stad in Galilea, waarvan de naam Nazareth was, 27naar een maagd die ondertrouwd was met een man, van wie de naam Jozef was, uit het huis van David; en de naam van de maagd was Maria.”
Ten eerste zien wij dat de soevereine God van de Bijbel een keus maakt. God kiest expliciet voor Maria, om de menselijke drager te zijn voor Zijn geliefde Zoon. Hij kiest Maria om het instrument te zijn door wie God de lang beloofde Messias ter wereld brengt.
Bij veel van de mensen die God in de Bijbel voor een specifiek doel gekozen heeft vraag ik me altijd af waarom per se hij of zij? Natuurlijk is het onmogelijk om dat volledig te begrijpen, want Gods wegen zijn niet de onze, en visa versa.
Maar hoe dan ook, bij ieder persoon die God gekozen heeft valt er voor ons iets van die persoon te leren, en zo ook in het geval van Maria. Dus, in dit geval, waarom per se Maria? Hier komen we op terug.
Ten tweede, Maria was een maagd in ondertrouw. Zij was hoogstwaarschijnlijk een meisje tussen de 14-16 jaar oud. En zij was in ondertrouw, wat inhoudt dat zij eigenlijk al met Jozef getrouwd was, alleen was het huwelijk nog niet voltrokken. D.w.z. dat zij nog niet samen als echtgenoten woonde, en dat zij nog geen seksuele gemeenschap hebben gehad. Deze vorm van ondertrouw was officieel, het was bindend, zij konden het niet zomaar uitmaken.
Zoals de verleiding onder belijdende christenen vandaag de dag groot is om seks vóór en buiten het huwelijk te hebben, was die verleiding toen net zo groot. Wat dat betreft is er in zo’n 6.000 jaar niets verandert.
Ik ken persoonlijk belijdende christenen die nu wel gehuwd zijn, maar die tijdens hun verlovingsperiode toch de verleiding niet konden weerstaan en op dit gebied tegen God en tegen elkaar hadden gezondigd.
Het is dus niet vanzelfsprekend dat Maria een maagd was. Volgens Deuteronomium 22 was het zo dat tijdens de huwelijksvoltrekking, de ouders van de bruid het bed laken van het huwelijksechtpaar naar de oudsten van de gemeenschap bracht. En als er geen bloed vanwege de ontmaagding op de bed laken zat, dan zou een onderzoek gestart worden om te bepalen of zij wel of geen maagd was. Maagd zijn was niet vanzelfsprekend.
Maar Maria was wel een maagd. Wij weten dit voor 100% zeker omdat het Woord van God het zegt. Overigens was Maria zelf een deugdelijke jonge dame.
Toen de engel Gabriël tegen Maria zei dat zij een zoon zou baren was haar reactie dit: ‘Hoe zal dat mogelijk zijn, aangezien ik geen gemeenschap heb met een man?’
Maria was een maagd, zij was deugdelijk, en zij was puur, en God wist dit.
Ten derde kwam Maria uit Nazareth, een onbeduidend dorpje van zo’n 300 inwoners. Het werd nooit in het O.T. genoemd en het enige dat Nazareth als het ware op de kaart heeft gezet is dat Jezus Christus daar is opgegroeid.
Maria was een rasecht plattelandsmeisje, dus zeker niet iemand waarvan je zou denken dat zij (menselijk gezien) waardig zou zijn om Jezus Christus, de Koning der koningen ter wereld te brengen.
Toen Jezus Zijn eerste discipelen riep om Hem na te volgen werd een zekere Nathanaël over Jezus verteld en dat Hij uit Nazareth kwam, waarop Nathanaël vroeg: ‘Kan uit Nazareth iets goeds komen?’ M.a.w. Nazareth had geen goede reputatie, wat Gods keus voor Maria zeer onwaarschijnlijk maakte. (Joh. 1:46)
Vers 28 – “En toen de engel bij haar binnengekomen was, zei hij: Wees gegroet, begenadigde. De Heere is met u. U bent gezegend onder de vrouwen.”
Ten vierde noemt Gabriël Maria ‘begenadigde’. Dit is een bijzonder woord dat hier, en op nog één andere plek in deze vorm in het N.T. voorkomt.
Het betekent dat God Zijn genade, d.w.z. Zijn onverdiende gunst, aan iemand bewezen heeft; in dit geval Maria. In vers 30 staat ongeveer hetzelfde. De engel Gabriël zei: ‘Wees niet bevreesd, Maria, want u hebt genade gevonden bij God’.
Begenadigd zijn betekent geaccepteerd maken. Dit is puur een eenzijdig werk van God in Maria. God maakt Maria geaccepteerd waardoor God haar accepteert. Maria was op zichzelf dus niet acceptabel, God moest ingrijpen.
Ten vijfde is God met haar. Dit is wederom een eenzijdige handeling van God. Hij heeft ervoor gekozen om met Maria te zijn, en dan niet alleen op dit moment, maar voor de rest van haar leven.
Door de Bijbel heen zien wij dat wanneer God met iemand is, die persoon nooit ten onder zal gaan. Wat er ook op die persoon afkomt en hoe verschrikkelijk moeilijk het zal zijn, hij/zij zal altijd staande blijven.
Voor Maria werd het leven vanaf dit moment alleen maar moeilijker en ingewikkelder en daarom was het van essentieel belang dat Maria de zekerheid kreeg dat God met haar was.
Het feit dat God met Maria was is tegelijk een voorloper van het feit dat God met ons allen zal zijn in Immanuel, oftewel in Jezus Christus. Immanuel is de naam van de Messias dat letterlijk betekent: ‘God met ons’.
Maria kende de Schrift, zij kende de God van de Schrift en dus vertrouwde zij op God en Zijn Woord. Hij was met haar en Hij was voor haar. Romeinen 8:31 zegt: ‘Als God voor ons is, wie zal tegen ons zijn?’. Wat een zekerheid!
Ten zesde was Maria gezegend onder de vrouwen. Ook dit is een bijzonder woord; gezegend. In de grondtekst is het eulogeo waarvan het Nederlands woord eulogie is afgeleid.
Het is een werkwoord dat betekent loven, iets goeds zeggen van, prijzen, complimenteren, roemen. Het tegenovergestelde hiervan is kwaadspreken.
Dit zegt veel over de persoon Maria. God loofde Maria, Hij zei goede dingen over Maria, Hij prees Maria, Hij complimenteerde Maria, God roemde Maria, Hij zette Maria in het zonnetje.
Alhoewel Maria enerzijds begenadigd was, d.w.z. dat zij zelf niets van God verdiende, zien wij hier toch iets van Maria dat onze aandacht vereist.
God kende Maria, en wat Hij van haar afwist was voor God genoeg om Maria te roemen. Dit doet mij denken aan Job. Toen God met satan in gesprek was zei God over Job: ‘Hebt u ook acht geslagen op Mijn dienaar Job? Want er is niemand op de aarde zoals hij, een vroom en oprecht man, hij is godvrezend en keert zich af van het kwaad.’
God kende Job en God pronkte Job als het ware. En zo ook hier met Maria roemt God haar.
Dit woord eulogeo is een samenstelling van twee woorden, en het eerste woord eu wordt door Jezus gebruikt in de gelijkenis van de talenten in Mattheüs 25 wanneer Jezus zegt: ‘Goed gedaan, goede en trouwe dienaar…’.
Het Grieks woord eu wordt vertaald naar de woorden ‘goed gedaan’. En dit is de lof en de roem die de trouwe dienstknecht van God zal krijgen wanneer hij/zij voor God komt te staan.
Hier horen wij voor te leven. Wij moeten de HEERE trouw willen zijn, wij moeten die woorden uit de mond van de HEERE willen horen: ‘Goed gedaan, goede en trouwe dienaar’.
Dat God Maria roemt is iets waar wij van kunnen en moeten leren, want ik geloof dat het feit dat God haar kon roemen, bij God meewoog in Zijn keus om Maria de drager te laten zijn van de Redder van de wereld.
Kijk, bij ons loopt het proces anders. Toen God mij koos en riep had God geen enkele reden om mij te roemen. Vóór mijn wedergeboorte was ik niet in staat om door God geroemd te worden. Ik was een vijand van God. Ik was dood door de overtredingen en de zonden. En een dode vijand van God geeft God geen aanleiding om hem te roemen.
Maar nu, in Christus, nu als wedergeboren kind van God, ben ik wél in staat om God trouw te zijn, waardoor ik tegelijk door God in staat gesteld ben om door God geroemd te worden. Die mogelijkheid is er nu voor mij.
En de vraag is en blijft, leef ik om God trouw te zijn? Leef ik waardig van de roeping waarmee God mij geroepen heeft? Leef ik zodat God ook reden heeft om mij te roemen en om uiteindelijk tegen mij te zeggen: ‘Goed gedaan, goede en trouwe dienstknecht?’.
Vers 29 – “Toen zij hem zag, raakte zij in verwarring door zijn woorden, en zij vroeg zich af wat de betekenis van deze groet kon zijn.”
Ja, Maria gaf God reden om haar te roemen, maar tegelijkertijd was Maria ook een gewoon meisje van 15. Hier staat dat zij in verwarring raakte. De grondtekst drukt het krachtiger uit. Er staat letterlijk dat Maria hevig ontsteld was, oftewel, zij was gewoon doodsbang, zoals elk mens in de Bijbel doodsbang raakte door een verschijning van een engel.
Zij vroeg zich ook af waarom komt de engel naar haar toe? Wat moet hij met haar? 400 jaar lang had God niet gesproken en nu ineens stuurt God de engel om met haar te praten. Dus ja, er was zeker ook een mate van verwarring.
Vers 30 – “En de engel zei tegen haar: Wees niet bevreesd, Maria, want u hebt genade gevonden bij God.”
Als Maria niet bang was geweest dan zou de engel dit nooit tegen haar gezegd hebben. Nogmaals, Maria heeft genade bij God gevonden.
Als Maria op dit moment al hevig ontsteld en verward was na deze zeer positieve boodschap van de engel, hoe veel meer zou zij vanaf het volgend vers wel niet verward zijn geweest?
Vers 31-33 – “En zie, u zult zwanger worden en een Zoon baren en u zult Hem de Naam Jezus geven. 32Hij zal groot zijn en de Zoon van de Allerhoogste genoemd worden, en God, de Heere, zal Hem de troon van Zijn vader David geven, 33en Hij zal over het huis van Jakob Koning zijn tot in eeuwigheid en aan Zijn Koninkrijk zal geen einde komen.”
Op dit moment werd Maria’s zwangerschap en de geboorte van Jezus aangekondigd. Wij weten dat dit ook gebeurt is zoals het hier geschreven staat.
Zonder in te gaan op wie Jezus is en zal zijn, zie ik dat naast Maria’s loofwaardige eigenschappen, en hoe God haar ziet, zij door de HEERE God gebruikt zal worden.
God koos Maria, Hij was haar genadig, Hij was met haar, Hij roemde haar, en nu zien wij dat God haar zal gebruiken om Jezus Christus, de Redder en Zaligmaker van de mensheid ter wereld te brengen. Wat een voorrecht!
Vers 38 – “Maria zei: Zie, de dienares van de Heere, laat met mij geschieden overeenkomstig uw woord. En de engel ging van haar weg.”
Maria was in eerste instantie hevig ontsteld en verward, maar zij hoorde de engel aan. En hoe bizar en onwaarschijnlijk het verhaal van de engel ook was, kwam Maria tot deze conclusie: ‘laat met mij geschieden overeenkomstig uw woord’.
Maria onderwierp zich volkomen aan de HEERE God en aan Zijn wil. Zij koos er bewust voor om de HEERE hierin volledig te gehoorzamen. En waar dit op neer kwam is dat Maria voor God koos in plaats van voor Jozef, haar verloofde.
Ja, door hiermee akkoord te gaan zou Maria de geschiedenis van de mensheid voor altijd veranderen. Ja, zij zou de drager en moeder zijn van de lang beloofde Messias, Jezus Christus. Ja, zij zou een essentiële schakel zijn in Gods reddingsplan voor de mensheid en voor het ongedaan maken van de vloek in Genesis 3, en nog veel meer.
Maar, hoe zou de rest van haar leven op aarde eruit komen te zien? Wat zou dit haar persoonlijk gaan kosten? Ik zei net al dat zij voor God koos en niet voor Jozef.
Door zwanger te raken terwijl zij ondertrouwd was met Jozef betekende dat zij Jozefs hart zou breken, en dat hij haar vervolgens zou beschuldigen van overspel en hoererij.
Het zou een gigantisch schandaal zijn. Zij zou voor de rest van haar leven bestempeld worden als een hoer en niemand zou haar tot vrouw gaan nemen. Zij zou er voor de rest van haar leven alleen voor staan.
Zo’n 30 plus jaar na deze ontmoeting met de engel, raakte Jezus in een twistgesprek met de Farizeeën, en op een gegeven moment beschuldigde zij Jezus dat hij uit hoererij geboren was; dat Jezus als een onwettig kind geboren was. Zo werd Maria én Jezus door de samenleving gezien.
Dit was iets dat Maria haar hele leven met zich mee droeg en Jezus ook. En hoe gewoon dit vandaag de dag ook is, in die tijd was het een gigantische schande.
Dus, door ja tegen God te zeggen, door voor God te kiezen in plaats van voor Jozef en hun eigen plannen voor een gelukkig leven, zou het Maria haar leven gaan kosten.
Dus, waarom koos God per se Maria? Ik geloof, om alle dingen die wij in dit Schriftgedeelte hebben gezien. Maar, tot slot, hoezo is Maria’s verhaal ook ons verhaal, anno 2022?
Als jij een wedergeboren discipel van Jezus Christus bent, dan ben jij ook door God gekozen om een drager van Jezus Christus te zijn. Niet letterlijk zoals bij Maria, maar als Christen leeft Jezus in jou. Jij draagt Jezus overal en altijd met je mee.
Dus, waar neem je Jezus mee naartoe? Wil Jezus eigenlijk wel naar sommige plekken toe waar je Hem meeneemt? Dit kunnen fysieke plekken zijn, en het kunnen plekken zijn op het Internet.
Ik geloof dat Maria, zoals veel deugdelijke vrouwen die zwanger zijn, zeer bewust was van het kindje die zij droeg. Zij deed de juiste dingen omwille van het kindje, zij vermeed de verkeerde dingen omwille van het kindje. Alles draaide bij Maria om het kindje.
Hoe draag jij Jezus die in jou woont? Ben jij ervan bewust dat jij een drager van Jezus bent? Doe jij omwille van Jezus’ bestwil het juiste en vermijd jij omwille van Jezus’ bestwil het verkeerde?
Maria bracht de Redder en Zaligmaker ter wereld. Ook wij wedergeboren volgelingen van Jezus horen Jezus aan de wereld en aan elkaar te brengen zowel in woorden als in daden.
Enerzijds bracht Maria het allerbeste dat de hemel de mensheid te bieden heeft, en anderzijds bracht zij, hoe de wereld het zag, een bastaard kindje dat voor altijd door de wereld beschimpt zou worden.
Dit geld ook voor ons. Wij hebben het Evangelie, het allerbeste dat wij de wereld te bieden hebben. En tegelijk is het iets dat de wereld beschimpt en volkomen afwijst.
Dus, wat is de kerstboodschap vandaag?
God heeft jou gekozen om een drager van Jezus Christus te zijn. Door jouw leven wil God Jezus en het Evangelie naar een verloren wereld brengen.
Ook jij bent zoals Maria begenadigd. Als dat niet zo was, dan zou je nu geen Christen zijn. In een prachtig lofzang in Efeze 1 zegt Paulus dat God ons begenadigd heeft in de Geliefde, Jezus Christus. Wij zijn net als Maria door God begenadigd!
God is ook met ons. De naam die door de profeet Jesaja aan Jezus gegeven werd is Immanuel, wat betekent: ‘God met ons’. In Jezus Christus is God met ons, met jou, met mij. Hij is met ons al de dagen tot de voleinding van de wereld. En als deze God met ons is en voor ons is, wie zal dan tegen ons zijn.
Wie ben jij als Christen, als Gods kind? Ben jij gezegend (eulogeo) zoals Maria? Looft God jou? Zegt God goede dingen over jou? Complimenteert en roemt God jou? Leef jij om uiteindelijk de woorden uit Gods mond te willen horen: ‘Goed gedaan, goede en trouwe dienstknecht’?
Als laatste, ben jij zoals Maria volkomen aan de HEERE en aan Zijn wil onderworpen? Kies jij ervoor om de HEERE volledig te gehoorzamen in de dingen die Hij van je vraagt? Kies jij voor God in plaats van jouw Jozef? Of, vul het maar in.
Numeri 6:24-26
De HEERE zegene u en behoede u!
De HEERE doe Zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig!
De HEERE verheffe Zijn aangezicht over u en geve u vrede!