Opdraagdienst
Psalm 127:3
Psalm 127:3 – “Zie, kinderen zijn het eigendom van de Heere, de vrucht van de schoot is Zijn beloning.” In andere bijbelvertalingen staat dat kinderen een erfdeel of een geschenk van de Heere zijn. Om iets als erfdeel te kunnen schenken moet men de rechtmatige eigenaar zijn, dus hoe de HSV het vertaald heeft (kinderen zijn het eigendoem van de Heere) is passend. Hoe dan ook, met deze Psalm wordt bedoeld dat God degene is die kinderen aan ouders schenkt.
En omdat een kind Gods geschenk aan de ouders is, omdat God een kind aan de ouders toevertrouwd, vereist God van de ouders dat zij goed voor hun kinderen zorgen en dat zij hun kinderen liefhebben.
Ouders horen o.a. voor hun levensonderhoud te zorgen, voor hun lichamelijke behoeften zoals eten, drinken, onderdak kleding en veiligheid.
Ook horen de ouders voor hun emotionele behoeften zorg te dragen; voor liefde, genegenheid, steun, stabiliteit en geborgenheid.
En naast de zorg, is de opvoeding van onze kinderen zeer belangrijk. Want de opvoeding is een leerschool, het is een voorbereiding op een zelfstandig leven, het is bepalend in het vormen van het kind.
De Bijbel leert ons dat kinderen ethisch en moreel niet neutraal geboren worden. Integendeel, de Bijbel zegt dat het hart van de mens arglistig is boven alles, het is ongenezelijk ziek. Kinderen zijn dus van nature als zondaren geboren.
Omdat het kinderhart niet ethisch en moreel neutraal is, heeft het meer nodig dan alleen onderwijs, dan alleen sturing, het heeft correctie nodig.
God, die de mens geschapen heeft weet als geen ander hoe kinderen het beste op te voeden. En alhoewel het voor sommigen van ons schokkend kan zijn, leert de Bijbel ons wel het volgende:
Spreuken 22:15 – “De dwaasheid is in het hart van de jongen gebonden; de roede der tucht zal ze ver van hem wegdoen.” (SV77)
Spreuken 13:24 – “Wie terugdeinst voor straffen, houdt niet van zijn kind, maar wie het liefheeft, straft het, al is het jong.” (GNB96)
Spreuken 23:13-14 – “13Aarzel niet een jongen te straffen; van een pak slaag gaat hij echt niet dood. 14Door hem af en toe te straffen kunt u hem voor de ondergang behoeden.” (Het Boek)
Spreuken 29:15 – “De stok en de bestraffing geven wijsheid, maar een jongeman die aan zichzelf is overgelaten, maakt zijn moeder beschaamd.” (HSV)
Spreuken 29:17 – “Breng uw zoon gehoorzaamheid bij, en hij zal u rust geven en uw ziel genoegens schenken.” (HSV)
Begrijp me niet verkeerd. De Bijbel spreekt hier over een evenwichtig en weloverwogen gebruik van tuchtiging ten goede van het kind.
De Bijbel leert ons hier niet dat ouders hun kinderen uit onmacht, of frustratie, of woede mogen slaan. Het mag nooit zo zijn dat ouders hun woede of frustratie op het kind afreageren. Dat is mishandeling.
Integendeel, ouders horen dit onder leiding van de Heilige Geest, met Gods wijsheid en onderscheidingsvermogen als middel te gebruiken om de grenzen duidelijk te stellen.
Bestraffing geeft een kind wijsheid, het behoed hem/haar van de ondergang en het zal rust en genoegen geven aan de ouders.
Ouders horen hun kinderen alles mee te geven dat zij in het leven nodig zullen hebben, zodat ze in dit leven met alle voor-en tegenspoed stand kunnen blijven houden.
Het opvoeden van kinderen is niet alleen je kinderen theoretisch de nodige levenslessen te leren, of hen de nodige vaardigheden bij te brengen. Nee, het is vooral door in de praktijk een goed voorbeeld te zijn voor je kinderen dat je je kinderen goed en effectief opvoed.
V.w.b. de opvoeding van kinderen moeten vader én moeder op één lijn zitten. Zij moeten één en dezelfde visie voor hun kinderen hebben, zij moeten voor hun kinderen een doel voor ogen hebben. Zij moeten er samen aan werken en ze moeten er samen keihard voor knokken.
Om eerlijk te zijn vraagt het ouderschap heel veel van de mens; ouderschap en het opvoeden van kinderen is absoluut niet voor de onverschilligen, of de lafhartigen.
Hoe belangrijk deze elementen van de opvoeding ook zijn, het allerbelangrijkste in het opvoeden van onze kinderen, is dat wij als gelovige ouders onze kinderen over God leren.
God heeft elke christelijke ouder de verantwoordelijkheid gegeven om hun kinderen dusdanig op te voeden dat zij God persoonlijk zullen leren kennen zoals God daadwerkelijk is.
Christelijke ouders horen hun kinderen te leren over Jezus Christus die 2000 jaar geleden naar de aarde toe gekomen was om God de Vader aan de mens kenbaar te maken.
Christelijke ouders horen hun kinderen te leren dat Jezus de enige echte God is, dat Hij de Redder, de Verlosser en Heere wil zijn voor allen die ervoor kiezen om in Hem te geloven en Hem na te volgen.
Jezus Zelf zei in Mattheüs 19:14: “Laat de kinderen toch bij Mij komen. Houd ze niet tegen. Want het Koninkrijk van de hemelen is ook voor hen.” (Het Boek)
Jezus houdt onvoorwaardelijk van kinderen en Hij wil dat wij onze kinderen bij Hem brengen, over Hem leren. Jezus wil niet dat wij hun tegenhouden, dat wij hun belemmeren of weerhouden om Hem persoonlijk te leren kennen.
Maar, hoe doen wij dit? Hoe leren wij onze kinderen over Jezus? Hoe leren wij onze kinderen over de Schepper van hemel en aarde, de God van de Bijbel? En wát leren wij hun?
Nu, ik zal vanmorgen een aantal praktische dingen noemen die wij als christelijke ouders horen te doen en kunnen doen om onze kinderen op te voeden om Jezus Christus persoonlijk te leren kennen.
Ten eerste leren wij onze kinderen over God door hun te leren dat de Bijbel hét door de Heilige Geest geïnspireerd Woord van God is. Heel de Schrift is door God ingegeven… 66 / 40 /1500
Vervolgens leren wij hun over God door hun de inhoud van de Bijbel te onderwijzen. LEES Deuteronomium 6:1-7
Alhoewel dit specifiek gericht werd aan Israël horen wij dit bijbels principe als christelijke ouders ook toe te passen.
Het is onze taak als ouders om Gods Woord bij onze kinderen in te prenten.
Dit betekent niet dat wij als ouders ons geloof in de strotten van onze kinderen horen te proppen.
Het betekent wel wat in vers 7 staat: “U moet ze uw kinderen inprenten en erover spreken, als u in uw huis zit en als u over de weg gaat, als u neerligt en als u opstaat.”
M.a.w. gelovige ouders horen Gods Woord in het alledaagse leven met elkaar te bespreken. En dan niet op een krampachtige, maar op een hele natuurlijke manier.
Het Woord van Christus moet rijkelijk in ons wonen.
Ook leren wij onze kinderen over God door bijv. op een hele jonge leeftijd al uit een kinderbijbel voor te lezen en de waarheden die in de Bijbel staan aan hun uit te leggen.
Wij leren hun o.a. over Gods liefde, Gods genade, Gods gerechtigheid, Gods heiligheid, Gods redding.
En naarmate ze ouder worden leren wij hun hoe zij Gods Woord zelf in elke situatie en menselijke interactie en relatie toe kunnen passen.
God maakt Zichzelf voornamelijk kenbaar in de Bijbel, dus als wij willen dat onze kinderen God gaan leren kennen, dan is het zaak dat wij Gods Woord de hoogste prioriteit geven.
Maar, onze kinderen zullen God niet leren kennen door hun alleen maar Gods Woord te onderwijzen. Zij moeten God daadwerkelijk aan het werk zien in en door het leven van hun ouders.
2 Timotheüs 3:16-17 – “16Heel de Schrift is door God ingegeven en is nuttig om daarmee te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de rechtvaardigheid, 17opdat de mens die God toebehoort, volmaakt zou zijn, tot elk goed werk volkomen toegerust.”
Als wij onze kinderen deze waarheden voorlezen en uitleggen, maar het zelf niet naleven, dan zullen onze kinderen vroeg of laat gaan denken dat ons geloof niet echt is.
En daarom is het van essentieel belang dat wij als gelovige ouders onze kinderen laten zien dat God echt is doordat wij God ons door Zijn Woord en Heilige Geest laten veranderen naar Zijn beeld.
Wij leren onze kinderen over God door hun te betrekken bij de christelijke gemeenschap, door hun een essentieel onderdeel uit te laten maken van het gemeenteleven.
En wij doen dat o.a. door onze kinderen mee te nemen of te brengen naar de de zondagsschool, de samenkomsten.
Onze kinderen moeten leren hoe ware gelovigen met elkaar omgaan. Zij moeten Gods liefde in actie zien en dat kan alleen wanneer zij betrokken raken in het gemeenteleven.
Wij leren onze kinderen over God door vóór en samen met hun te bidden.
Als je samen met je kinderen bidt, dan leer je hun niet alleen om God dingen te vragen, maar je leert hun ook om naar God te luisteren.
Gebed is niet éénrichtingsverkeer. Het is een dialoog en God spreekt vaak tot ons in onze tijden van gebed.
Door samen met je kinderen te bidden zullen zij zien dat jij als vader en moeder afhankelijk bent van God, dat je God bij alles betrekt, dat je Gods leiding in alles nodig hebt.
En waar God duidelijk onze gebeden verhoort, zien zij God in actie, zien zij dat God van hun houdt, dat God voor hun zorgt, dat hun leven belangrijk is voor God.
Het allerbelangrijkste dat je met je kinderen kan doen om hun over God te leren is hun het Evangelie duidelijk te maken.
Het Evangelie is het goede nieuws en het is voor iedereen!
In een zeer klein notendopje is het Evangelie Gods boodschap aan de mensheid dat Hij onvoorwaardelijk van mensen houdt.
Dat God het de mens mogelijk heeft gemaakt om Hem persoonlijk te leren kennen en met Hem op te trekken.
Dat God de mens het eeuwig leven geeft en hun een levende getuige maakt van wie God is en van het Evangelie zelf.
Maar voordat onze kinderen hiervan mogen genieten moeten zij inzien dat zij zondaars zijn.
De Bijbel leert ons dat ieder mens een zondig natuur van Adam heeft geërfd. M.a.w. ieder mens is als een zondaar geboren.
Ik heb in onze vier dochters en in onze vijf kleinkinderen al heel gauw gemerkt dat zij zondaars zijn.
Ik heb hun niet hoeven leren hoe egoistisch te zijn, of hoe te liegen, of hoe mensen te manipuleren.
Nee, dat zit er gewoon in. En het is niet zo dat deze daden hun tot een zondaar maken. Maar, deze daden bewijzen dat zij van nature een zondaar zijn.
En God, die volkomen heilig is, die volkomen rechtvaardig is kan de zonde niet tolereren. God is genoodzaakt om de zonde met de doodstraf te bestraffen.
Dit betekent dus dat ieder mens deze doodvonnis gekregen heeft.
Deze doodvonnis houdt in dat ieder mens gescheiden is van God. Er is geen contact met God mogelijk. Dit is wat de Bijbel de geestelijke dood noemt. Dit geldt voor ieder mens in het leven hier op aarde.
Er is ook nog een eeuwige dood. Dit houdt in dat ieder mens die zich in deze toestand bevindt, na hun lichamelijk sterven voor eeuwig gescheiden zal zijn van God. Dit is wat de Bijbel de hel noemt. Dit is het slecht nieuws!
Maar, er is goed nieuws! Er is het Evangelie. Onze kinderen moeten ook weten dat Jezus Christus 2000 jaar geleden naar de aarde toe was gekomen om hun zonde op Zich te nemen waardoor zij vrijgesproken kunnen worden van al hun zonde en al hun schuld.
Jezus heeft aan het kruis onze doodstraf op Zich genomen waardoor wij volkomen onschuldig verklaard kunnen worden. Jezus is voor AL onze zonden gestorven; van ons verleden, heden en toekomst.
Wat wij onze kinderen duidelijk moeten maken is dat zij ZELF en persoonlijk hierin moeten gaan geloven.
Zij moeten ZELF de keuze maken om zichzelf van hun zondige natuur te gaan bekeren.
Zij moeten ZELF de Heere Jezus vragen om vergeving.
Zij moeten ZELF hun hart en hun leven aan de Heere Jezus geven en toewijden.
En zij moeten ZELF willen om hun eigen persoonlijke relatie met God op te bouwen.
Wanneer ik met niet-christelijke mensen over dit onderwerp praat, dan zeggen zij vaak dat zij er bewust voor kiezen om hun kinderen niets over God te willen leren.
Zij willen God niet bij hun kinderen opdringen omdat zij hun kinderen zelf willen laten kiezen wanneer zij “oud en wijs” genoeg zijn. Dit klinkt erg liefdevol en bedachtzaam.
Maar dit is in mijn optiek een hele foute benadering! Want hoe kan een tiener of jong volwassene, wanneer ze “oud en wijs” genoeg zijn de keus maken om wél of niet in God te geloven als die God aan hem/haar nooit uitgelegd werd?
Hoe kan een jongere de God van de Bijbel, waar zij niets vanaf weten, terecht aanvaarden òf terecht verwerpen?
Hoe kan een jongere uberhaupt een keus maken als datgene waarover gekozen moet worden hun nooit bekend gemaakt is?
Dan kunnen ze wel “oud en wijs” genoeg zijn, maar dan is er niets waar zij vóór of tégen kunnen kiezen. Dan is er eigenlijk geen sprake van een keus?
M’n vrouw Marnie en ik hebben onze vier dochters o.a. geleerd en laten zien dat God onvoorwaardelijk van hun houdt. Dat God veel meer van hun houdt, dan wij als hun ouders ooit kunnen.
Wij hebben hun geleerd dat door een eenvoudig geloof in en vertrouwen op Jezus Christus, zij een persoonlijke relatie kunnen hebben met God, de Schepper van ‘t heelal.
En toen zij hun tienerjaren hadden bereikt, toen zij “oud en wijs” genoeg werden, hadden zij genoeg gehoord en gezien om een bewuste en weloverwogen keus te maken.
Alhoewel ik zelf heel graag die keus voor hun wíl maken, is het en blijft het een persoonlijke keus die alleen zij kunnen maken.
En de éne heeft zelf, bewust de keus gemaakt om Jezus na te volgen en de andere niet of nog niet.
Het opdragen van een kind aan de Heere is dus geen garantie dat zij voor Jezus Christus gaan kiezen. Het is ook niet zaligmakend; onze kinderen worden niet behouden door aan God opgedragen te worden.
Dit is dus het grootste verschil tussen het opdragen van een kind en de kinderdoop!
In sommige kerken denken mensen dat wanneer zij een kind laten dopen dat het kind behouden wordt door God. Maar de Bijbel leert ons dat niet, de Bijbel leert ons dat ieder persoon voor zichzelf moet kiezen.
En zoals een ieder van ons een persoonlijke keus moet maken om wel of niet een volgeling van Jezus Christus te willen worden, moeten onze kinderen dat ook.
God heeft alleen kinderen, Hij heeft geen kleinkinderen!
En dus is het opdragen van een kind aan God eigenlijk een belofte van de ouders aan God, dat zij hun kind zullen opvoeden om Hem te kennen, zodat wanneer het kind er klaar voor is, zelf kan kiezen.
Vanmorgen gaan Viktor en Anna Kuznietsov, Romeo en Tati Finsy, en Casper en Amiet de Haan hun kinderen aan de Heere opdragen.
En hiermee doen zij een belofte aan God dat zij hun leven zullen toewijden om hun kinderen dusdanig op te voeden zodat zij Jezus Christus zullen leren kennen.