Psalm 22
Deze ochtend gaan we samen een prachtige, emotionele, profetische psalm bekijken. We gaan kijken naar Psalm 22, een psalm geschreven door David. Psalm 22, 23 en 24 horen bij elkaar en zijn een omschrijving van Jezus als Herder. Psalm 22 is de Herder Die sterft voor Zijn schapen, Psalm 23 is hoe de Herder leeft en zorgt voor Zijn schapen, Psalm 24 is de wederkomst van de Herder in glorie.
In deze psalm gaan we emoties zien van je verlaten voelen, pijn, verdriet, maar ook vooruitkijkende vreugde. Al deze dingen maakte David mee, daarom schreef hij de psalm, maar al deze dingen hadden ook een grotere en diepere vervulling in Jezus Christus.
Zoals de psalm zegt, is deze geschreven door David. Het is een psalm die op muziek gezet moest worden en gezongen werd door het volk. Het is een heel persoonlijke psalm voor David, omdat we hier naar zijn hart kijken. Het is een psalm vol van zijn pijn, zijn verdriet, zijn vreugde in de Heere. We weten niet wanneer David deze psalm geschreven heeft, maar we weten wel dat David het niet makkelijk had. En toch eindigt deze psalm met hoop, met vreugde, met aanbidding.
v1-22 Het gevoel
In het eerste gedeelte van de psalm zien we de gevoelens van David. David maakt allerlei lastige dingen mee, waardoor hij deze psalm schrijft. Dit zijn echte, eerlijke gevoelens van iemand die pijn lijdt.
v1-2 De situatie
David valt gelijk met de deur in huis, ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten,’ Dit is hoe hij zich voelt, dit is hoe zijn huidige situatie voelt. Hij voelt zich verlaten door God, alsof God hem niet hoort, hij krijgt de antwoorden niet die hij zoekt.
- De omstandigheden leiden David tot
deze gevoelens, tot deze vragen. De omstandigheden lijken misschien wel groter
dan God is, erger dan David ooit had kunnen dromen. Dat leidt hem tot deze,
begrijpelijke, emoties en vragen.
- David vraagt niet of God hem verlaten heeft, maar waarom. Hij gaat er vanuit dat God dit gedaan heeft, hij snapt het alleen niet.
- David zit vol emoties, vol vragen, vol twijfels misschien wel. Hij kende God echt. In v1 zegt hij ‘mijn God’, God is niet afstandelijk voor hem, God is heel persoonlijk. En ondanks dat hij God zo goed kende, voelt God heel ver weg.
Dit is de vraag die Jezus Christus aan God de Vader stelde, toen Hij aan het kruis hing. Waar David het over ‘Mijn God’ had, kon Jezus dat nog veel meer zeggen. Waar David een relatie met God had en Hem kende, had Jezus dat nog veel meer.
- In Mattheüs 27:46 stelt
Jezus deze precieze vraag aan God, in het duisterste, donkerste moment van Zijn
leven. Het moment dat alle zonde van de mensheid op Hem lag, zonde van
verleden, heden en toekomst; op dat moment wordt Jezus verlaten door God. Op
dat moment citeert Jezus deze psalm.
- De pijn, de emoties; het moet ondragelijk geweest zijn. Jezus had een perfecte relatie met God de Vader en God de Geest, Hij was altijd samen met hen. En nu, door onze zonde, was die relatie (tijdelijk) verbroken. God had Hem verlaten. Jezus was alleen, zoals Hij nog nooit alleen was geweest.
- Jezus hing aan het kruis voor
iemand anders, voor jou en mij. Jezus onderging deze onbeschrijfelijke pijn
voor jou en mij. Hij hoefde dit niet te doen, Hij deed dit omdat Hij van jou en
mij houdt.
- In de tuin van Gethsemane zweette Jezus bloed (Lukas 22:44), wat alleen voorkomt in momenten van grote angst. Jezus vreesde de zweepslagen, de doornenkroon, het kruis zelf, geloof ik, minder dan het verlaten zijn door de Vader.
- We lezen niks over een reactie van Jezus op de martelingen, alleen bij het verlaten worden door de Vader reageert Hij. Dat is wat Hem het meeste pijn deed.
Jezus en David voelden zich verlaten, Jezus en David voelden dat God hen niet meer hoorde.
v4-6 Ander perspectief
Ondanks zijn emoties, ondanks zijn vragen probeert David toch zijn blik op God gericht te houden. David herinnert zichzelf aan wie God is (v4), God is heilig. Hij haalt herinneringen op over wat zijn voorvaderen deden (v5), wat Israël vóór hem deed (v6).
- Niet alleen herinnert hij zichzelf eraan, hij wil God eraan herinneren hoe Hij eerder gereageerd heeft. Daarbij stelt hij de onuitgesproken vraag ‘waarom toen wel en nu niet?’
Jezus zal Zich ook zo gevoeld hebben, Jezus zal dezelfde vraag gehad hebben. David begreep niet waarom, Jezus wist waarom in Zijn situatie.
v7-9 Bespotten van de verlatene
David gaat nu dieper in op zijn gevoelens, hij heeft net uitgelegd dat God Israël en de voorvaderen hielp, maar hem niet. De reden is dat dat mensen waren, hij voelt zich als een worm (v7) en God helpt wormen niet. Hij wordt gehoond door mensen, belachelijk gemaakt, hij wordt veracht, bespot door mensen (v8). Mensen zeggen:
- God moet hem hier maar uit halen.
Niet alleen voelt David zich belachelijk gemaakt, nu wordt ook zijn vertrouwen
op God belachelijk gemaakt door mensen. Zelfs verder dan dat, Gods liefde voor
hem wordt in twijfel getrokken, ‘als Hij
hem genegen is.’
- Wat voor pijn moet dit David gegeven hebben, wat een verdriet om zo behandeld te worden, om dit soort dingen naar je hoofd te krijgen.
Hoeveel erger moet dit voor Jezus geweest zijn. De mensen van wie Hij hield, sloegen Hem aan het kruis. De mensen die Hij wilde redden, maakten Hem belachelijk.
- In Mattheüs 27:43 citeren de Farizeeën Psalm 22:9 wanneer ze richting Jezus praten. Ze wilden Hem laten twijfelen aan Zijn vertrouwen op God en aan Gods liefde voor Hem.
- Jezus werd veracht door het volk (v7) en bespot (v8). De Schepper van hemel en aarde onderging dit, omdat Hij van jou en mij houdt. Wat een liefde, wat een genade dat Hij dit allemaal toeliet.
v10-12 Volgende schreeuw
David roept het opnieuw uit tot God Zelf, hij bidt hier tot God.
- U hebt mij ter wereld gebracht, U
hebt mij groot gebracht (v10). U bent vanaf het begin mijn God geweest (v11),
red mij dan (v12).
- Hoe kan het dat U mij niet redt? Hoe kan het dat U mij wel ter wereld brengt, doet opgroeien, maar mij dan niet hier doorheen helpt?
Hoeveel meer heeft Jezus dit ervaren? God Zelf veroorzaakte de geboorte van Jezus, God deed Hem opgroeien, God was Zijn God vanaf het begin. En toch was er voor Hem ook geen helper op dat moment.
v13-19 Het gevoel verder omschreven
De hele situatie is zwaar voor David. Hij voelt zich omringd door mensen die vele malen sterker zijn dan hij (stieren) (v13), men wil hem verscheuren (v14). Hij voelt zich leeg (v15), zonder kracht en alsof hij niks meer kan zeggen (v16). Hij wordt omringd door mensen die hem verder naar beneden willen duwen (v17), mensen die zijn handen en voeten doorboren waardoor hij niks meer kan doen. David voelt zich uitgemergeld, mager (v18), en iedereen kijkt naar hem. Hij is een spektakelstuk voor mensen geworden, in al zijn pijn en lijden. Zelfs zo erg, dat mensen zijn kleren gestolen hebben en die onder elkaar verdelen (v19).
- Wat een pijn, wat een emotie, wat een zware tijd ging David doorheen. We mogen dat ook echt erkennen en daarin meeleven. David had het zwaar, David voelde al deze dingen echt.
Zoals met alles in deze psalm, ging Jezus door het oneindig meervoudige heen van wat David meemaakte.
- Jezus was omringd door sterke mensen die Hem wilden pijnigen (v13), maar geestelijk gezien was dat nog veel erger. Hij werd omringd door mensen die het werk van Satan op Hem aan het uitvoeren waren. Als brullende leeuwen vielen ze Hem aan (v14).
- Jezus werd als water voor ons
uitgestort (v15). Zijn botten zijn letterlijk voor ons ontwricht.
- Bij kruisigingen werden vaker de gewrichten van mensen kapot getrokken, om ze maar op het kruis te laten passen. Door dit vers weten we dat Jezus hetzelfde lot onderging.
Zijn hart voelde als gesmolten. Sommige Bijbelcommentatoren zeggen dat op basis van Johannes 19:34 Jezus een gescheurd hart had, waardoor Zijn hart bijna letterlijk gesmolten was van binnen.
- Hij had geen kracht meer over; Hij had veel dorst aan het kruis, door alle pijn waar Hij doorheen ging voor ons (v16). David voelde zich in het stof van de dood, Jezus ging daar en nog veel verder. Jezus stierf voor ons, omdat Hij zoveel van ons houdt.
- Jezus was omsingeld door mensen die kwaad voor Hem wensten, mensen die letterlijk Zijn handen en voeten doorboorden.
Jesaja 53:5 (NBV) “Om onze zonden werd Hij doorboord,”
Zacharia 12:10 “Maar over het huis van David en over de inwoners van Jeruzalem zal Ik de Geest van de genade en van de gebeden uitstorten. Zij zullen Mij aanschouwen, Die zij doorstoken hebben.”
Dat is wat Jezus onderging voor ons, voor de mens van Wie Hij zoveel hield. Jezus stierf, onderging alle martelingen, onderging alle beschimpingen voor jou en mij. Hij had dit alles op elk moment kunnen stoppen, en toch ging Hij door, omdat Hij zoveel van jou houdt.
- Jezus werd gemarteld, waardoor zijn botten blootlagen (v18). Je kon zien dat Zijn botten niet gebroken waren, maar vooral dat Zijn lichaam leed onder alles wat Hem overkwam.
Ondertussen zag men dit aan, de omstanders, en deed men niks behalve Hem belachelijk maken. Dit is precies wat we in de Evangeliën lezen, dit is wat de Farizeeën richting Jezus deden toen Hij aan het kruis hing.
- In v19 zien we iets dat letterlijk vervuld is door de Romeinse soldaten
Johannes 19:23-24 “Nadat de soldaten dan Jezus gekruisigd hadden, namen zij Zijn kleren en maakten vier delen, voor elke soldaat een deel, en zij namen ook het onderkleed. Het onderkleed nu was zonder naad, van bovenaf als één geheel geweven. Zij dan zeiden tegen elkaar: Laten wij dat niet scheuren, maar laten wij erom loten voor wie het zal zijn. Opdat het Schriftwoord vervuld zou worden dat zegt: Zij hebben Mijn kleren onder elkaar verdeeld en over Mijn kleed hebben zij het lot geworpen. Dit hebben dan de soldaten gedaan.”
Alles dat Jezus deed, alles dat Jezus onderging, alles dat Jezus toeliet was meer dan 500 jaar eerder voorspeld in deze psalm. God had al aangekondigd wat er zou gaan gebeuren, hoe de Redder van de mensheid aangepakt zou worden, door de mensen die Hij kwam redden.
- David ging door echte, pijnlijke, zware emoties heen. Jezus ging door echte, pijnlijke, zware fysieke en geestelijke ervaringen heen.
Jesaja 53:5 (NBV) “Om onze zonden werd hij doorboord, om onze wandaden gebroken. Voor ons welzijn werd hij getuchtigd, zijn striemen brachten ons genezing.”
De echte ervaring van David, werd compleet vervuld door Jezus. De echte emoties van David, werden fysiek en geestelijk ervaren door Jezus, voor jou en mij. Dat is de liefde die Jezus heeft, dat is de grootheid van de God die jou kent en wil dat jij Hem kent.
v20-22 Roep om redding
In deze verzen roept David het uit (v20), vraagt hij God om bij hem te zijn, hem te redden (v21). Hij wil verlost worden (v22) van de vijand, de leeuw, en de kracht van de ossen (v13). Dit is een uitroep van een man met pijn, een man die redding nodig heeft.
- Dit is precies wat Jezus deed, toen Hij het uitriep naar de Vader, in pijn. Jezus’ roep richting de Vader was nog veel dieper dan die van David en toch koos Hij om door te gaan met wat Hij aan het doen was, omdat Hij van jou houdt.
v22b-32 God heeft geantwoord
Vanaf hier heeft David een antwoord van God gehad, is zijn blik veranderd; we weten niet precies wat er gebeurd is. Wat we wel weten is dat David vanaf hier op God gericht is en dat daarmee de toon van de psalm anders wordt. De situatie is misschien niet veranderd, David is veranderd in de situatie.
v22b-24 God verkondigen
‘U hebt mij verhoord’ (v22b)Dit is de reden van de rest van de psalm. Hoe God hem verhoord heeft weten we niet, maar we weten dat God iets gedaan heeft, iets dat David aanzette tot deze uitroep.
- Wanneer Jezus dit precies ervoer weten we niet, we weten wel dat Hij dit meegemaakt heeft, want Hij overwon, God overwon de dood, waardoor Gods redding voor de mens nu ingesteld is.
Gods werk zette David aan tot het verkondigen van Gods Naam en lofprijs (v23). Dat is wat Gods werk doet, het haalt onze ogen af van de situatie en focust ons op Hem. Zo liefdevol is Hij, dat Hij ons zo zegent met Zichzelf. En die zegen zet aan tot God dienen. Davids oproep is dat anderen hem hierin volgen (v24). Gods werk kan je niet voor jezelf houden, je wil dat anderen er van weten, dat anderen net zo blij zullen zijn als jij.
- I.p.v. angstig zijn, is David bezig met God prijzen. Door dat te doen, haalt hij zijn ogen van de situatie af en kijkt hij alleen naar God. Een gezonde vrees voor de Heere, ontzag voor Wie Hij is en wat Hij kan doen, zorgt ervoor dat we weten dat Hij groter is dan elke situatie. David had dit perspectief gekregen.
Jezus weet dat Zijn gebed verhoord is door God (v22b), Jezus vertelt Zijn broeders over God (v23), Hij looft de Heere (v24) en Hij heeft het juiste ontzag voor God de Vader. Jezus is ook hier Degene die dit in grotere mate meegemaakt en vervuld heeft.
v25-27 De reden voor verandering perspectief
‘Hij heeft gehoord’, dat is de reden die David heeft (v25) om te lofprijzen. God laat de ellendige niet zitten, Hij kijkt niet weg bij onrecht, pijn, verdriet, misdaden, etc. God is bij ons, in en door alles heen.
- Doordat zondige mensen, zondige keuzes maken, is er pijn en verdriet in de wereld. Door de vijand, Satan, worden mensen aangezet to vreselijke dingen naar elkaar. God ziet het en gebruikt het allemaal om mensen te laten zien Wie Hij is.
David weet dit en kiest ervoor om naar God te kijken. Dat zet hem aan tot aanbidding (v26), God gehoorzamen. Hij ziet in dat bij God alles is dat hij nodig heeft (v27). De Heere loven, doordat je Hem zoekt, in elke situatie, zal ervoor zorgen dat je niet omvalt, dat je hart eeuwig vreugde kan vinden in God.
- David had dit meegemaakt, hij had zoveel dieptepunten meegemaakt en uiteindelijk was in alles de oplossing om naar God te kijken en op Hem te hopen. Dat droeg hem uiteindelijk door alles heen en doordat hij dit deed, werd hij een man naar Gods hart genoemd (1 Samuël 13:14).
God zag alles waar Jezus doorheen ging (v25), Jezus deed dit uit gehoorzaamheid aan God en uit liefde voor jou en mij. Dat was Zijn reden om door te gaan. God hoorde Jezus’ roepen.
Hebreeën 12:2 “Hij heeft om de vreugde die Hem in het vooruitzicht was gesteld, het kruis verdragen en de schande veracht en zit nu aan de rechterhand van de troon van God.”
Dit is wat Jezus voor ogen hield, de vreugde waarvan Hij wist dat die kwam. De vreugde van bij God zijn, de vreugde van dat er mensen bij zouden zijn, die zonder Zijn werk aan het kruis daar nooit konden zijn.
v28-29 Profetische blik
David omschrijft hier iets waarvan hij theologisch gezien wist dat zou komen, maar waarvan hij geen idee had wat dit zou betekenen. De ‘einden der aarde’, ‘alle geslachten van de heidenvolken’ (v28); dit zijn grote uitspraken voor iemand als David en toch staan ze in de Bijbel. Hij zei hier al dat het ultieme koningschap God toebehoorde (v29), wat heel belangrijk was voor hem als koning.
- Dit betekent dat David doorhad wat zijn plek was, onderdaan van God. Dat maakte hem gelijk aan andere mensen, alleen had hij een andere taak van God gekregen dan andere mensen.
Jezus is Degene Die dit tot vervulling zal brengen in deze wereld. Alle einden van de aarde (v28) zullen over Jezus horen en velen zullen zich nog tot Hem bekeren (zie Openbaring). Dit is niet alleen voor de Joden, maar juist ook voor de heidenvolken.
- Dit is zulk goed nieuws voor ons, de niet-Joden onder ons. Jezus is gekomen om iedereen te redden, er is geen onderscheid bij Hem. Alle mensen zijn zondaars, die redding nodig hebben. Dat is waarvoor Hij kwam, dat is van Wie Hij houdt.
Jezus is Degene Die zal heersen op de troon (v29) (Openbaring 5:13), Hij heerst voor eeuwig, Hij heerst over de heidenvolken. Dat is wat Jezus bewerkt heeft. Hij heeft redding mogelijk gemaakt voor de Jood en de heiden; Hij heeft ervoor gezorgd dat er geen onderscheid meer is, allen kunnen gered worden.
- Het enige dat nodig is, is simpel geloof in Jezus Christus, de Zoon van God. Als je in Hem gelooft, in Zijn leven, dood en opstanding, dan ben je gered. Als Hij jouw Redder is, dan heb je eeuwig leven met Hem.
v30-32 Alle mensen, alle generaties
David omschrijft hier dat mensen van alle statuur (v30) God zullen aanbidden, alle mensen die in het stof neerdalen, iedereen, zal voor Hem buigen. Dat is de toekomst die wacht. Dat is de hoop die David ziet, een toekomst waarin het nageslacht (v31) Hem zal dienen, zelfs zij die nog niet geboren zijn zullen Hem verkondigen (v32).
- De hele schepping zal God aanbidden, zal God de eer gaan geven die Hem toekomt. Dat is de toekomst, dat is hoop in lastige tijden.
Jezus is de vervulling hiervan, want Hij is het object van de aanbidding van al deze mensen. Rijk, arm (v30), nageslacht (v31) of ongeboren (v32), allen zullen Jezus aanbidden, omdat Hij het geslachte Lam is. Iedereen zal Hem aanbidden, omdat Hij alle dingen die genoemd zijn in de psalm onderging voor ons.
Openbaring 5:11-13 “En ik zag, en hoorde een geluid van vele engelen rondom de troon, van de dieren en van de ouderlingen. En hun aantal bedroeg tienduizenden tienduizendtallen en duizenden duizendtallen. En zij zeiden met luide stem: Het Lam Dat geslacht is, is het waard om de kracht te ontvangen, en rijkdom, wijsheid, sterkte, eer, heerlijkheid en dankzegging. En elk schepsel dat in de hemel, op de aarde, onder de aarde en op de zee is, en alles wat daarin is, hoorde ik zeggen: Aan Hem Die op de troon zit, en aan het Lam zij de dankzegging, de eer, de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid.”
- In deze tijd dat iedereen zal aanbidden, zal er geen pijn, verdriet, angst, etc. meer zijn. Het zal een tijd zijn waarin Jezus regeert, de mensen allemaal op God gericht zijn en iedereen God aanbidt zoals Hij is. Dat is nog eens een toekomst om naar uit te kijken.
David ging door echte, pijnlijke, moeilijke dingen heen. Hij ging door allerlei emoties heen, emoties die we terugzien in de psalm. David roept het uit, heeft het idee dat God hem niet hoort en dat iedereen tegen hem is. In en door die pijn ziet hij opeens dat God hem verhoord heeft en dat veranderd alles.
- Door de pijn die David meemaakte, door het verdriet waar hij doorheen ging, liet God hem zien dat hij alleen op Hem kan vertrouwen. Hij liet hem zien dat Hij alles ziet en hoort, en dat God uiteindelijk zal overwinnen.
Jezus ging door veel diepere dingen heen. Toen Jezus naar de aarde kwam, ging Hij van alle eer en glorie naar veracht worden. En nog verder, Hij werd gemarteld, aan het kruis genageld en gaf Zijn leven. De enige reden is dat Hij van jou en mij houdt. Hij kon alles stoppen wat Hem overkwam, Hij deed het niet omdat Hij van jou houdt.
- Door de pijn die Jezus meemaakte, door het verdriet waar Hij doorheen ging, bewerkte God iets geweldigs, redding voor ons.
Waar jij ook doorheen gaat, Jezus is bij je. Waar je ook mee zit, Jezus wil jou dragen en leiden. Geef je leven vandaag aan Hem, Hij heeft de prijs betaald voor jouw zonde, voor jouw redding. Geef jezelf (opnieuw) aan Hem, want Hij is de Enige Die jou kan helpen en leiden.
- God veranderde Davids perspectief, God droeg hem er doorheen. Jezus droeg alles aan het kruis voor ons. Dat is zo hoopgevend, dat geeft hoop voor de toekomst; de toekomst waarin Hij snel terugkomt, de kerk meeneemt en uiteindelijk alle dingen nieuw zal maken.
Psalm 121:1 “Ik sla mijn ogen op naar de bergen, vanwaar mijn hulp komen zal.
2 Mijn hulp is van de HEERE, Die hemel en aarde gemaakt heeft.”